> Search results for "WildAtlanticWay" Slakken op reis

Donegal en Sligo

Donegal 

“Fourty shades of green”, veertig tinten groen, zong Johnnie Cash, geïnspireerd door zijn bezoeken aan Ierland. We kunnen zijn impressies beamen, als we – onder een stralende zon – twee dagen dwars door een flink deel van county Donegal rijden. De tinten groen van grasland, weiden, bosschages, heggen en berghellingen zijn niet te tellen. 

Dag 7, 8, 9        15, 16, 17 augustus

Ons streven is om zoveel mogelijk de Wild Atlantic Way te rijden. Op zich is dat niet moeilijk, want de route voert over gewone, bestaande wegen, volgt waar mogelijk de kustlijnen en wordt steeds aangegeven met een blauw bordje met een wit golfje. Bordjes volgen en soms spoorzoeken dus door een landschap van weiden en met gras begroeide duinen. 

N.B. In 2017 waren we ook in Donegal en reden we het eerste deel van de Wild Atlantic Way. 


National park Glenveagh

Zo nu en dan wijken we echter ook af van de route, in Donegal omdat we ook het National Park Glenveagh willen zien en dat ligt niet aan zee. Hier ziet het landschap er echt anders uit. De kalige bergwanden doen denken aan Schotland, een beeld dat nog versterkt wordt door de rij van lochs in het park. 



Glenveigh Castle

Uitzicht vanuit Glenveigh Castle

Glenveigh Castle ligt prachtig aan een meer


Het geheel is een natuurgebied, waar je verder niet met de auto in mag; parkeren kan bij het bezoekerscentrum. Een shuttlebus brengt ons verder naar Glenveagh Castle, prachtig gelegen aan de rand van het loch en met zicht op de bergen. 


Kasteel

Het kasteel – dat rond 1870 als huis voor de jacht is gebouwd – werd door de drie achtereenvolgende eigenaren als zomerverblijf gebruikt. De ontstaansgeschiedenis is ronduit droevig: de eerste eigenaar verjoeg zijn pachters en hun gezinnen, bij elkaar rond 270 mensen, van het door hem aangekochte land om het als jachtgebied te kunnen gebruiken. Een paar jaar later is het kasteel gebouwd, toen nog vreemd afstekend in het verder ongerepte landschap. . 
Zijn weduwe en de laatste eigenaar hebben rond het kasteel meer dan 10 hectaren aan tuinen laten aanleggen. Het kasteel zelf kunnen we alleen bezoeken met een rondleiding maar de gronden rondom het kasteel zijn vrij toegankelijk en bieden verschillende wandelingen. Al met al kun je er gemakkelijk een hele of halve dag zoet brengen. 

Wij rijden na enige uren door en zoeken, rijdend langs de rand van het National Park, de WAW weer op. 




We zijn overigens blij met onze Collins-atlas van Ierland. Hierin kunnen we de route goed volgen. Bovendien geeft de atlas de plaatsnamen naast het Gaelic ook in het Engels weer. Langs de weg staan op sommige kleine richtingaanwijzers alleen de plaatsnamen in het – voor ons onleesbare – Gaelic. 


Overnacht: Een betoverend plekje voor de avond en nacht vinden we op een doodlopend weggetje bij Mullaghdoe Beach. Campercontact 28850

GPS: N 55.03708,  W 8.36932 Je loopt er via een trap zo een strandje op We maken er nog een korte wandeling, dwars door het veld, naar een monumentje ter nagedachtenis van een mijnramp. Weer: zonnig en droog.Gereden: 90 kilometer 


Dag 8

Donegal-tweed in Ardara

De volgende dag rijden we verder via de WAW en stoppen we in Ardara, het centrum van de tweedweverij. In de Triona-weverij kunnen we – samen met een bus vol Amerikaanse toeristen – een kleine demonstratie bijwonen van het weven en verwerken van de Donegal-tweed. Leuk om te zien maar het gaat de weverij natuurlijk vooral om het verkopen van jassen, sjaals en truien. 




Dunbevolkt

Donegal geldt met zijn 160.000 inwoners als een ruige en dunbevolkte county. Toch zien we langs onze route regelmatig bebouwing van kleine dorpjes of los staande huizen. Ons valt daarbij op dat vrijwel alle huizen vrijstaand zijn, geen Ier hier, die in een rijtjeshuis woont. Rond alle huizen zien we ook een flinke lap grond. Het geheel maakt op ons een welvarende indruk. 


Kliffen van Slieve League

Hoogtepunt van de dag is het bezoek aan de hoge kliffen van Slieve League. Deze kliffen rijzen zo’n 600 meter vrijwel loodrecht uit zee op en zijn wel twee keer zo hoog als de beroemde kliffen van Moher. 
De kliffen staan goed aangegeven met bruine borden. Op een gegeven moment vanaf de R263 de borden Burglass Point volgen. Vanaf de parkeerplaats is het over een op- en neergaande weg nog zo’n 20 minuten lopen naar het uitzichtpunt op de kliffen. Het is een prachtig en imposant gezicht. 


Anne van Dit is Ierland heeft een leuk artikel over deze kliffen geschreven. 




Kliffen van Slieve League



In de omgeving ligt het dorpje Glencolumbkille. Hier is een Folk Village Museum met  cottages uit de periode 1700 tot 1900 te bekijken. We realiseren ons dat echter te laat, Terug rijden zien we niet zitten, zodat we uiteindelijk dit openluchtmuseum hebben gemist.  
In 2017 hebben we dit goed gemaakt en zijn we tijdens die tocht door Donegal wel in Glencolumbkille en het aardige museum geweest. 


Reel Inn in Donegal-town

We rijden van de kliffen terug naar Killybeg en door naar Donegal Town, een plaatsje met een aardig centrum, met restaurantjes, pubs en winkeltjes. Gezellig om doorheen te lopen.

We beleven ook in Donegal een muzikale avond in de pub, The Reel Inn in Bridgestreet. Er is hier iedere avond muziek en dat trekt een mix van toeristen en lokaal publiek. Deze avond spelen er 2 50-plussers. Ook treden er drie zusjes op, die Ierse dansen uitvoeren en zo als jongeren een Ierse traditie in ere houden. Dat Ieren van jong tot oud kunnen zingen bewijzen de jonge barkeeper, die een paar nummer zingt maar bovenal een 96-jarige man uit Belfast. Deze kan niet alleen samen met zijn ook bejaarde vrouw alle nummers woordelijk meezingen maar zingt ook met vaste en heldere stem twee songs solo. Een emotionele gebeurtenis, die hem applaus van de pubbezoekers oplevert. Kortom, ook weer een bijzondere avond.








Overnacht: Quai Street Car Park, Campercontact 26230. Op 500 meter van centrum.  GPS: N 54.65110,  W 8.11440 
 Weer: prachtig zonnig en warm weer.


Sligo

Dag 9

We worden na een nacht slapen met regen wakker. Het weer is volledig omgeslagen. Via Ballyshannon rijden we naar Sligo, de stad waar de dichter Yeats woonde en werkte. Hij ligt begraven in Drumcliff, 6 kilometer voor Sligo, vlakbij een vreemd gevormde tafelberg.





Carrownor Megalithische Begraafplaats

De stad Sligo zelf slaan we over. Wel stoppen we een stukje ten zuiden van deze plaats bij de Carrownor Megalithische Begraafplaats, een verzameling van 5500 jaar oude grafcirkels en hunebedden. 





Overnacht: We rijden door richting Ballina en vinden alweer zo’n mooi plekje voor de nacht, aan een klein haventje in Crossmolina.  Campercontact no 46213   GPS: N 54.09339,  W 9.29920   Gereden deze twee dagen: 286 kilometer Weer: Zwaar bewolkt, veel regen, 16 graden.

Door Mayo en Connemara naar Galway

Van Sligo in county Mayo naar de havenplaats Galway is via de kortste weg, dat wil zeggen de N17, maar 83 kilometer, ongeveer een flink uur rijden. Hoe lang Ierlands kustlijn wel niet is, blijkt wel uit de route, die wij via de Wild Atlantic Way volgen. De afstand tussen beide plaatsen is dan maar liefst 525 kilometer; we doen er met de camper vier dagen over. 


Dag 10 t/m 13        18 t/m 21 augustus 


Leeg en ongerept

Als we al dachten dat Donegal dunbevolkt was, dan lijken er in county Mayo en later in Connemara nog minder mensen te wonen. Afgezien van wat piepkleine dorpjes is dit vooral het land van de schapen, zo lijkt het. We zien deze witte dieren met veelal een zwarte kop op het veld maar ook regelmatig op de weg. 

We blijven deze dagen met de camper de bordjes van de Wild Atlantic Way volgen maar dat betekent lang niet altijd, dat we vlak langs de oceaan rijden. Al zien we vaak genoeg water, baaien en haventjes, we rijden ook hele stukken door en langs heide of moerassig veenland. Aan de hopen turf langs de weg zien we dat mensen hier nog turf steken en dat gebruiken om hun huizen mee te verwarmen. 


hopen turf

Het land is in deze streken leeg, bijna ongerept en het heeft vaak een vreemde en soms geheimzinnige mengeling van lieflijk en tegelijkertijd desolaat.

Het landschap is soms licht golvend en soms rijden we ook langs met groen-bruin veen beklede bergen of zien we deze in de verte. 


Killala en Bulmelet   

Dag 10

We gaan van Crossmolina met de camper weer een stukje terug naar Ballina en volgen dan via R314 weer de WAW, die hier deels langs de oceaan en deels door het binnenland voert. We stoppen even in Killala aan de Killala-baai en later heel westelijk in Bulmellet, een plaatsje dat lijkt te bestaan uit een verzameling kleurige winkeltjes, gokkantoortjes en pubs. Het is ons niet duidelijk waar mensen hiervan bestaan en verwonderen ons erover hoe ze in zo’n verlaten oord kunnen wonen en leven. De grillige kustlijn bestaat hier uit schiereilandjes en baaien. 




National Park Ballycroy

Onze route gaat terug naar de inmiddels bekende hoofdweg N59 en komt langs het National Park Ballycroy. Het park zelf bestaat vooral uit met vochtig veen beklede berghellingen en is vooral toegankelijk voor ervaren wandelaars met een goede uitrusting. Er is wel een prachtig bezoekerscentrum, waar het ontstaan van het veen en het leven in dit onherbergzame landschap uit de doeken word gedaan. 


Achill-eiland

De WAW-route slingert verder westwaarts naar het grootst eiland van Ierland: Achill-eiland, dat overigens met een brug is verbonden met het vasteland. Wij rijden hier naar het meest noord-westelijke puntje van Europa, een klif bij Keem. Weg R319 brengt je hier letterlijk even naar het einde van de wereld, waarbij onderweg prachtige vergezichten de beloning zijn voor het rijden over het smalle, stijgende weggetje. 






Hetzelfde geldt voor de Atlantic Drive, die over de zuidelijke punt van het eiland gaat. Een stukje route, waar je de golven echt op de rotsen ziet beuken. 

Achteraf hebben we nog een bezienswaardigheid gemist. Op het eiland ligt ook de Deserted Village, zo'n 3 kilometer ten westen van Dugort aan de voet van de Slievemore. Het is een vervallen dorp, dat in de tijd van de Groe Hongersnood (1845-1848) door de hongerende inwoners werd verlaten. 


Overnachten zou goed kunnen op het parkeerterrein bij het strandje bij Keem. Er is echter storm en regen voorspeld; we kiezen daarom voor camping Keel Sandybanks Caravan & Camping Park bij Keel. Campercontactno. 21836. 


Westport

Dag 11

Weer met de camper van het eiland af leidt de volgende dag de route naar Westport. Dit blijkt een gezellig stadje, weer met tal van mooie huizen, kleurige winkels, restaurants en pubs. Er loopt zelfs een Hollands aandoend water onder een boogbruggetje dwars door het stadje. Het is er druk maar met enige moeite vinden we net buiten het centrum toch een parkeerplekje. In Westport brengen we met plezier enige uren door en dan hebben we het Westport House met zijn park (en camping) nog overgeslagen. 



We rijden verder en stoppen even bij het Nationaal Famine Monument, dat de vreselijke hongersnood herdenkt van de jaren na 1845, toen enige jaren achter elkaar de aardappeloogsten mislukten en de arme boeren letterlijk niets te eten hadden en van de honger stierven. Meer dan een miljoen Ieren ontvluchtten toen het land en zochten een nieuw leven in Australië en vooral in Amerika. Nog eens een miljoen mensen stierven. Het monument in de vorm van een schip met daarin tot skeletten vermagerde wanhopige mensen  geeft deze periode weer.  




De route gaat verder door een wel heel verlaten landschap, langs het mooi Doo Lough. Rijdend langs de Killary-baai komen we bij Leenane wederom op de N59. 




Een mooi plekje voor de nacht vinden we bij het bezoekerscentrum van het Connemara National Park bij Letterfrack. Campercontact 24867.  GPS:
N 53.55052,  W 9.94555.
Gereden: zigzaggend langs de kust hebben we deze twee dagen in totaal 350 kilometer gereden. 
Weer: dag 10 bewolkt maar de hele dag droog. 
Dag 11:  begonnen met een half bewolkte lucht en wat zon, in de middag diverse buien.

Connemara National Park

Dag 12

Na onze overnachting bij het bezoekerscentrum van het Connemara National Park staan we de volgende morgen (dag 12) daar al vroeg binnen. Ook hier weer veel informatie over de vele neerslag, het ontstaan van het unieke veenlandschap en de turfwinning. Dit Nationale park is wat toegankelijker dan NP Ballycroy. 

We maken er een van de mooie uitgezette wandelingen, die de heuvels invoert. Het is jammer, dat het zo bewolkt is en er een natte nevel hangt, waardoor we niet ver weg kunnen kijken en het panorama met een grijs waas bedekt lijkt. 






Kylemore Abbey

Na deze wandeling wacht een paar kilometer terug de prachtig gelegen Kylemore Abbey. Bij de Abbey hoort een droevige love-story. Het enorme gebouw is rond 1868 (in dezelfde periode als het kasteel bij Glenveagh) als gezinshuis gebouwd door ene dokter Henry Mitchel, speciaal voor zijn vrouw, die dit plekje jaren eerder, tijdens hun huwelijksreis, zo mooi vond. Droevig genoeg heeft zij er maar enige jaren van kunnen genieten, want zij overleed op 45-jarige leeftijd in 1874. Op het terrein staat ook nog een mini-kathedraal, die de bedroefde Henry liet bouwen ter nagedachtenis aan haar. 






Later werden kasteel en omliggende gronden het eigendom van de Benedictijner nonnen, die er tot 2010 een meisjesschool/annex kostschool bestierden (schoolgeld `15.000 euro per jaar). Tegenwoordig zijn het huis en de prachtige tuinen te bezichtigen. We brengen er met plezier enige uren zoet. 





Clifden en Roundstone 

Eigenlijk wilden we na de bezoeken de rest van de zaterdag door brengen in Clifden maar die plaats is niet erg campervriendelijk. We vinden slechts met moeite een parkeerplekje. Het stadje zelf is leuk en gezellig met tal van winkeltjes, restaurantjes en pubs. Ons plan om hier wat te eten en een gezellige avond in de pub te hebben, gaat niet door. Overnachten met de camper is in en bij Clifden nergens toegestaan.  
We hebben nog even gekeken bij de camping bij Clifden www.clifdencamping.com, maar deze ligt ruim 3 kilometer van het centrum; te ver om 's avonds langs een smalle, donkere weg naar toe terug te lopen, vinden we. Op www.campercontact.com/no. 30296 staat bij de reviews weliswaar slechts 1,5 kilometer maar die korte weg konden wij niet zien. 

We rijden door via de R341 langs de oceaan naar Roundstone maar ook daar mogen we met de camper niet overnachten. 
De camperplaats die Gea en Wim van reisverhaleneuropa.nl noemen in hun lijst met camperplaatsen  is een prachtig parkeerterrein, midden in het dorp. Parkeren kost 2 euro en is overdag ideaal maar je mag er 's nachts helaas niet parkeren of overnachten. Hetzelfde geldt voor een parkeerterrein aan de noordrand van het dorp. 
N.B. In 2017 reden we door het binnenland van Connemara en deden uiteindelijk ook Roundstone aan, om nu naar de werkplaats te gaan waar nog met de hand Bodhrans worden gemaakt. We vonden daarbij nog een parkeer- en overnachtingsmogelijkheid  nabij de Monastery Road, voor de oude abdij naar links. Hier staan geen bordjes en kun je goed staan. Het dorp ligt op een paar honderd meter. N 53.39390 W 9.91788. 

Ook de gezellig uitziende horeca in Roundstone moet het deze zaterdagavond dus zonder onze klandizie stellen. 
Jammer genoeg missen we hier ook op zondag de enige werkplaats waar nog full-time de Ierse bodhrans worden gemaakt. www.bodhran.com. Hier hadden we graag een kijkje genomen. Dat is dus een jaar later, in 2017, wel gelukt. Zie hierboven.  


Bij gebrek aan een camperplaats zoeken we noodgedwongen een plaatsje voor de nacht. op de eenvoudige camping Gurteen Bay, zo’n 3 kilometer westelijk van Roundstone. We staan er wel eerste rang, pal aan zee. www.gurteenbay.com
Gereden: 61 kilometer 

Langs de kust naar Galway

Dag 13

Vanaf Roundstone rijden we met de camper verder langs de kustlijn richting Galway. Het landschap is hier echt heel anders dan we eerder zagen. Nu geen veen of moeras meer maar juist veel schaars bedekte vlaktes, vol met afgesleten rotsen en stenen. De zee is nooit ver weg en behalve wat schapen zien we hier ook koeien en paarden. Het weer zit niet mee maar met wat zon moet dit een prachtige tocht zijn, langs de soms met gele brem bedekte rotsen, de hagen van roodbloeiende fuchsia’s en de velden met gestapelde stenen muurtjes. In de regen toont  alles toch wat grijs. 





Haag van fuchsia

Galway

Zo komen we in Galway, waar het deze regenachtige zondagmiddag druk is en de winkels en pubs open zijn. Bijna alle pubs hebben hier ’s avonds of einde van de middag wel muziek, zo adverteren ze. In de overvolle pub Taaffes in Shopstreet maken we het laatste deel van de vroege muzieksessie mee. Het is er echter zo druk, dat jammer genoeg slechts in een hoekje van de pub de muziek te volgen is. Hetzelfde geldt jammer genoeg bij dat andere Galway-icoon: Tigh Colli. 


Traditionele Ierse muziek in de St. Nicolas Church

Anders is dat bij de Traditional Irish Music in de St Nicolas Church, waar we naar toe gelokt worden. Jonge mensen, die de traditionele Ierse muziek in ere willen houden geven daar een mini-concert op harp, pipes en fluit en laten de oude Ierse manier van dansen zien. Tussendoor krijgen we een rondleiding in de kerk. Weer heel anders maar bijzonder om mee te maken. 
Zie www.tunesinthechurch.com. De concerten worden in juni en juli steeds op werkdagen gehouden van 20.00 tot 21.30 uur. In Augustus 7 dagen per week. Aan het initiatief is een hele rij artiesten verbonden, dus wie er speelt is een verrassing. 
Overnacht: Bij the docks bij Galway Harbouw, Campercontact 40530. Het is niet meer dan een parkeerplaats bij de jachthaven, zonder voorzieningen, maar je staat er maar een paar honderd meter van het centrum.  GPS:
N 53.26933,  W 9.05100 
Gereden: 115 kilometer 
Weer: de hele dag regen.

De Burren, kliffen van Moher, Aran-eiland

Van Galway is het langs de kust met de camper niet ver rijden naar Doolin in county Clare. In drie dagen tijd doorkruisen we hier het gebied van de Burren, gaan we naar de beroemde kliffen van Moher, maken we een tochtje over zee naar de Aran-eilanden en genieten we in diverse pubs van traditionele Ierse muziek. 

Dag 14, 15, 16         22, 23, 24 augustus 

De Burren 

De Burren is een uit vrijwel kale kalkrots bestaande streek, die doet denken aan een maanlandschap. Het grote verschil is wel dat er tussen de rotsen vele soorten, vaak nietige planten groeien, variërend van toendra-plantjes tot wilde orchideeën. 

In de prehistorie moeten er in de streek mensen hebben getoond, getuige diverse dolmen en restanten van ringforten. De bekendste is het Poulna-hunebed en dat slaan we natuurlijk niet over. Informatie over het gebied krijgen we In Kilfenora, waar in het Burren Centre met film en presentaties een uitleg wordt gegeven over het ontstaan van het gebied en ook de bloemenpracht in beeld wordt gebracht. 



Diezelfde bloemen zien we in een film in de Burren Perfumery en Floral Centre, midden in het gebied, niet ver van Carran. In dit centrum maken ze van allerhande planten en bloemen verschillende parfums en eau de toilette. Ook ter plekke gemaakte crèmes en geurkaarsen zitten in het assortiment. Trefwoorden zijn hier wel ecologisch, biologisch en zelf gemaakt. Dat geldt ook voor het lekkers in de kleine tearoom, die er bij hoort. 
Eigenlijk is dit centrumpje niet bereikbaar voor campers, en voorziet de parkeerplaats daar ook niet in. Helaas wordt dat pas duidelijk bij de laatste afslag, als je al heel wat smalle weggetjes hebt gereden. Wij konden er onze 6.25 meter lange camper nog net in een hoekje kwijt maar voor langere campers is dit niet mogelijk. Een buscamper moet er echter wel een plekje kunnen vinden. 
Tip: Mijd vooral ook het witte weggetje dwarsuit van de R480 naar Carran. Dit is niet meer dan een heel smal karrenpad, waarbij we 5 kilometer lang schietgebedjes hebben gedaan om toch vooral geen tegenliggers te krijgen! 
We rijden kriskras een aantal ‘gele wegen’ met een R-nummer door dit bijzondere en prachtige gebied, waar de kale rotsen ook weer plotseling overgaan in groene weiden.


 Kliffen van Moher 

De beroemde kliffen van Moher zijn dé bekende bezienswaardigheid in county Clare. Het is deze dagen stralend weer en met ons nemen duizenden mensen de gelegenheid waar om de kliffen in al hun pracht bij zonlicht te zien en hoog boven de oceaan over de paden te wandelen. Het is er dus druk. Dat neemt niet weg dat het schitterend en indrukwekkend is om hoog op de kliffen te lopen en honderden meters beneden je de zee tegen de rotsen te zien beuken. We hebben er met plezier een eind gelopen en liefhebbers kunnen links en rechts nog een flink stuk verder de klippen op. Voorts is er bij de kliffen nog een aardig informatiecentrum. 



Parkeren gaat op een grote parkeerplaats, waar we ook de camper kwijt konden, zij het door de drukte met enige moeite. Je betaalt 6 euro per persoon (senioren 4 euro) om te mogen parkeren maar het parkeerkaartje is meteen je toegangskaartje tot de kliffen. 

 Aran-eilanden 

Vanuit Doolin kun je naar de Aran-eilanden en langs de kliffen van Moher varen. Op de pier van Doolin bieden verschillende particuliere veerboten hun diensten aan. Het mooie weer lokt ons tot een vaartochtje op zee. Wij kiezen voor Doolin2Aranferries.com. Die brengt ons voor 30 euro retour per persoon naar het kleinste en dichtstbijzijnde Aran-eiland. 

Het vaartochtje duurt een goed half uur en dat is een veel onrustiger tocht dan de gladde zee doet vermoeden. Ons scheepje beukt zich door de golven en gaat woest op en neer. Je hebt hier zeebenen en een sterke maag nodig! Als de cake-walk op de kermis, aldus Job. Voor Trudy is dat half uur dan ook lang genoeg. 

Eenmaal op het eiland Inisheer maken we een tochtje met een ponywagen over de Oostkant van het eiland. De voerman vertelt erbij. Blikvanger is hier het wrak van een op de rotsen gelopen en gebroken schip. Daarnaast vallen de vele stenen muurtjes op, die het land in allerlei stukken verdelen. en ook de wind enigszins breken Je kunt het eiland ook per fiets verkennen  en achteraf gezien hadden we onze fietsen wel aan boord kunnen meenemen. 





Later klimmen we nog naar de ruïne van een oud kasteel en maken we een wandeling langs de met stenen muurtjes omgeven stukken land. 

Wie voor een originele, hand gebreide trui met Aranmotieven naar dit eiland gaat, komt bedrogen uit. Op dit kleinste Aran-eiland hebben we nauwelijks winkels gezien. Waarschijnlijk is dat op het grootste eiland - dat wel langer varen vergt -- wel anders. Overigens kom je op het vasteland van Ierland overal winkels tegen, waar je zo'n trui of vest zou kunnen kopen. 


Na 3,5 uur hebben we het eilandje wel bekeken en gaan we met het doorlopend heen en weer varende bootje terug. Die tocht is wel wat rustiger. 



De beloofde vaartocht langs de kliffen van Moher (onderdeel van het retour-arrangement) valt wat tegen. We komen wel in de buurt van de kliffen maar we varen er niet echt langs Misschien is dat niet veilig mogelijk door de toch wel wat ruwe zee bij de rotsen of misschien gunt de kapitein zich de tijd niet, omdat het vandaag erg druk is met passagiers. 


 Muziek in de pub 

Doolin staat bekend om zijn pubs, waar ’s avonds traditionele muziek wordt gespeeld. Onze camping ligt midden in het piepkleine dorpje en 5 minuten lopen naar links vinden we de pubs Mc Gann’s en Mc Dermitts en 5 minuten naar rechts O’Connors in de gezellige Fisherstreet. Vlakbij de camping is nog Fitz’bar


Fitz'bar

Een avond kiezen we voor de laatste en dat blijkt een goede keuze. Een groepje dertigers speelt hier fanatiek op viool, bas, gitaar en banjo de traditionele Ierse reels. Dit zijn reeksen van zich herhalende melodieën met een vast ritme, die steeds met variaties worden gespeeld. Vooral de twee violisten zwepen daarbij elkaar en het tempo op. Fascinerend om te zien. 

Mc Dermitts

De volgende pubavond viel een beetje tegen. Mc Ganns was bomvol en bij Mc Dermitts deden twee jonge violisten en een gitarist ook ernstig hun best op de reels maar we misten het fanatisme en enthousiasme van de vorige avond. 


Bofey Quins in Corofin

Dat maken we goed op de derde avond in dit gebied. We verkassen van Doolin naar Corofin. In de pub Bofey Quins, tegenover de kleine camping aldaar, wordt op woensdag en zaterdag muziek gemaakt. 




Hier is de pub de huiskamer voor de plaatselijke muzikanten, die na 9 uur binnen druppelen met hun viool, gitaar, banjo, accordeon en fluit. Op een gegeven moment zitten in een grote kring wel 14 of 15 muzikanten, variërend in leeftijd van diep in de tachtig tot tien jaar. Weer klinken de reels. De een speelt beter dan de ander maar dat mag hier de pret niet drukken; het gaat vooral om het samen muziek maken. De oudste van het gezelschap gaat de tafeltjes langs om te vragen wie er kan musiceren of zingen. Wij bedanken voor de eer maar enkele pubbezoekers laten liederen horen, soms a capella, soms met voorzichtige begeleiding. 

Verrassing voor ons is het lied de Red Rose Café. Dat kennen we; bij ons is het bekend als Het kleine café aan de haven. De Engelse woorden zingen we dan ook gemakkelijk mee. Kortom, een authentieke en geslaagde avond. 

De drie avonden hebben ons ook geleerd dat een avond traditionele muziek in elke pub anders wordt ingevuld. 


Overnacht:
  • In Doolin- O’Connors Riverside Camping en Caravanpark. http://www.campingdoolin.com. Midden in het dorpje. GPS: N 53.0164 W 9.3787. 
  •  In Corofin Camping Corofin Village, een kleine camping achter een woonhuis in Main Street.    GPS: N52 56'44"   W09 5'54"    
  • Gereden: In totaal deze drie dagen 220 kilometer Weer: Zonnig