> Slakken op reis

Pompeï, Vesuvius, Napels en Amalfikust

De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï. 

12 t/m 16 juni    Dag 30 t/m 34

Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we maar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: ter plekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg. 
Wij zijn naar Pompeii gereden. Een andere mogelijkheid was geweest Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. In Sorrento kun je met de trein naar Pompeii, de Vesuvius  en naar Napels. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Pompeii

Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken. 
De camping is een goede keus voor verschillende uitstapjes. Vanaf de camping gaan we niet alleen gemakkelijk naar de opgravingen maar ook gemakkelijk per trein naar Napels, de Vesuvius en Sorrento en de Amalfikust. 

Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.









Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tijd nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.  
                                                     

Napels

Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. 

Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt.

De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.

















Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij.

In een ander straatje (de Via San Gregorio Armeno) vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Tussen de Bijbelse figuren en de eenvoudige dorpelingen staan ook beelden van politici, filmsterren en internationale beroemdheden.Napels is dan ook dé stad van de kerststal, waarbij het ambacht van de makers vaak over gaat van vader op zoon. 

Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk.

 De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. 

We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.


Amalfikust                                                

Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 euro voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi.  De bussen rijden regelmatig en doen belangrijke plaatsen als Positano, Amalfi en Ravello aan. 
Sorrento is ook een bezoek waard. Vanuit Sorrento gaan ook excursies per boot naar Capri en langs de Amalfikust. 

De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt echter wel het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. 
Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.













Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. 

We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan.

                                                                -0-0-0-0-0-0-

Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen.

                                                               -0-0-0-0-0-0-

Vesuvius

16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op.

Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna  op Sicilië maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.













 Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!

(richting) Toscaanse kust

17/19 juni              Dag 35 t/m 37

We moeten aan de terugtocht gaan denken en rijden vanaf Pompeii met auto en caravan (of met de camper, dat kan ook natuurlijk) over de A3 richting Rome. Na alle nauwe straatjes zijn de drie banen op de autostrada (per rijrichting) een verademing. Zelfs de rondweg rond Rome, die we met de klok mee, richting kust nemen, valt heel erg mee. Doorrijdend op de middelste baan, richting Civitavecchia, nemen we die horde in een goed half uur. 

Een klein stukje boven Civitavecchia houden we het voor gezien en komen terecht op camping Tuscia Tirrenica in Tarquinia Lido. Een camping aan zee lokt ons. We staan hier prima onder de pijnbomen, dat zeker.

De camping zelf is een enorm groot complex met de bekende oude caravans op vaste staanplaatsen, compleet met zeilen erover en kotjes erbij. Ons stuk is voor passanten en dat loopt op vrijdagmiddag en –avond en zaterdagmorgen vol met vooral Italiaanse campers. Iedereen staat kris/kras en dicht op elkaar tussen de bomen. Met de veelheid aan meegebrachte tafeltjes, stoeltjes, waslijntjes, fietsjes, kinderwagens en kindertjes, lijkt het geheel nu op een soort Palestijns vluchtelingenkamp. Het sanitair is oud en matig, maar het water is warm.


Tuscia

Tuscia blijkt een hoofdstad voor de Etruskische beschaving te zijn geweest. We zijn echter wel een beetje cultuurmoe en laten het museum met vondsten en de tombes voor wat ze zijn. Het stadje zelf is een leuk ommuurd geheel met enkele oude straten, waar het gezellig rondlopen is. We zien hoe het stadje zich opmaakt (a.u.b. vlaggen en banieren ophangen aan balkons) voor een processie op zaterdagavond.




Parkeerverboden worden ingesteld en grote bloembakken van straat gehaald en in een zijstraat opgeslagen. De oude mannen van Tuscia kijken vanaf hun bankjes toe. Op zaterdag missen we de processie echter. We hebben geen zin meer om er om 19.00 uur speciaal naar toe te rijden.

Porto Ercole

Wel rijden we deze dag naar Porto Ercole. We willen wel eens zien waar Juul en Benno hun vakanties doorbrachten. Het blijkt een leuk haventje op een eilandje, dat met een dam met de kust is verbonden. Maar dat het een plaats is voor de ‘rijken en de superrijken’, zoals ons gidsje aangeeft, dat zien we er niet aan af.



Zondag hebben we na een langzame start genoeg van het Italiaanse gewoel om ons heen op de camping. We breken op en rijden via de superstrada Aurelia langs de Toscaanse kust naar het noorden. Het is een goede weg door een prettig landschap met rechts van ons glooiende heuvels met bomen, grasland en olijfgaarden en links van ons zo nu en dan de zee.

Aan het einde van de middag vinden we een stekje op ACSI-camping River in Ameglia, iets ten zuiden van La Spezia. Het is een verzorgde camping met een zwembad en Engels sprekende receptie, die heel wat Nederlanders trekt. 
Als je met de camper bent en vanaf La Spezia Cinque Terra per boot wil bezoeken, is de camperplaats bij La Spezia wellicht een handiger optie.Zie Campercontact 4515. Via delle Casermette, 19100 La Spezia, GPS: N 44.10420,  E 9.85908. De camperplaats ligt bij de haven. Er gaat een bus naar het centrum.  

                                                        Verder naarCarrara-en-cinque-terra.html

Carrara en Cinque Terra

Carrara

Camping River in Ameglia is onze uitvalsbasis voor een bezoek aan Cinque Terra en Carrara, het marmerstadje. (De camping is een verzorgde ACSI-camping ten zuiden van La Spezia).

 20/21 juni      Dag 38/39

Op de heenreis hadden we langs de autostrada al allerlei fabriekjes en werkplaatsen gezien, waar enorme blokken marmer lagen, dan wel in platen gezaagd marmer. Vluchtig gezien lijken de bergen rondom Carrara met sneeuw bedekt, maar dat is schijn. De witte vlakken worden veroorzaakt door het marmer. Waar we in Maastricht de Sint Pietersberg afgraven voor cement, zo graaft men hier minutieus hele stukken berg af voor het marmer. 

Op de weg van Carrara naar Colonnata kom je langs vele marmergroeven. Je ziet er overigens niet alleen het bekende witte marmer maar ook geel, rood en grijs gesteente.
Carrara


Carrara, de blokken marmer liggen klaar


Met machines worden de blokken losgehakt en vervolgens met vrachtwagens afgevoerd naar Carrara. Nu is dat te begrijpen maar de Romeinen kenden deze marmervindplaats ook al. Het is indrukwekkend om te bedenken dat zij met mankracht het marmer loshakten maar ook dat van die grote blokken met eenvoudige middelen beelden werden gemaakt.


Cinque Terra

De rest van de dag besteden we in de haven- en marinestad La Spezia om uit te zoeken hoe het zit met boten naar Cinque Terra. Bij de VVV op de boulevard krijgen we tijdschema’s van boten en de trein. 


Als je met de camper bent en vanaf La Spezia per boot Cinque Terra wil bezoeken, is de camperplaats bij La Spezia wellicht een handige optie.Zie Campercontact 4515. Via delle Casermette, 19100 La Spezia, GPS: N 44.10420,  E 9.85908. De camperplaats ligt bij de haven. Er gaat een bus naar het centrum.  Parkeren met de camper bij het centrum is lastig. 

De volgende dag zorgen we dat we de eerste boot (9.15 uur) hebben. Dat geeft ons tijd genoeg om bij ieder van de stopplaatsen uit te stappen en dan met de volgende boot verder te varen. 

Het is een prachtige tocht over een helderblauwe zee langs vijf plaatsjes, die sprookjesachtig op en tegen de bergen liggen geplakt. Het totale gebied staat op de UNESCO-lijst van werelderfgoederen. Door de eeuwen heen hebben de bewoners delen van de groene berghellingen, die steil uit zee oprijzen, weten te bewerken. Terrassen met wijnbouw en olijfbomen vormen het resultaat. De plaatsjes zijn inmiddels over de weg bereikbaar maar de tocht per boot is oneindig veel mooier. Waar ons bezoek aan de Amalfikust enigszins in het water viel, halen we het hier in. Ook deze kust is meer dan schilderachtig en zowel de plaatsjes zelf als het gezicht ervandaan, leveren schitterende vergezichten op. Het is het Italie van de plaatjes: azuurblauwe zee, witte bootjes, gekleurde vissersbootjes, groene hellingen en huizen in de kleuren van Italiaans ijs.




















Overal gaan we van boord en hebben we een of meerdere uren om koffie te drinken, het kustpad tussen Riomaggiore en Manarola te lopen, heerlijk te lunchen of een biertje te drinken. Natuurlijk is het gebied toeristisch, dat valt niet te vermijden bij zoveel moois. Winkeltjes met toeristen-zut zijn er echter nauwelijks, wel levensmiddelenzaakjes, waar ze ook de producten uit de streek verkopen en allerlei uitnodigende eetgelegenheden. Vanaf het laatste aanlegpunt van de boot – Monterosso – gaan we met de trein terug naar La Spezia. 

Zie de mogelijkheden voor boot- en/of treinreis  La Spezia--Cinque Terre hier
Tip: In Monterosso is een camperplaats: Campercontact 28139 GPS: N 44.15500,  E 9.65933. Het stadje ligt om 2 kilometer maar is bereikbaar via een steil voetpad.  Er gaat ook een bus (bushalte bij de camperplaats)  én tussen 9-11 en 17-20 uur brengt en haalt de beheerster je voor een klein bedrag. 
Ina en Marinus van Opstapmetdecamper.nl hebben Cinque Terra bezocht per trein. Zij schrijven er over in dit artikel.  Zij hebben met hun camper overnacht op Camping Fornaci al Mare in Deiva Marina,  GPS: 44° 12' 52" N, 9° 31' 8" E. 
Andere camperaars noemen camping.valdeiva in Deiva Marina. GPS: nord 44°13.482' , est 09°33.101'.  Of camping acqua dolce in Levanto. GPS:  44°10''00''''N 9°36''48'''' E. GPS uit als je na het station de bordjes richting camping ziet en die volgen. Beide waarschuwen dat het er zelfs in april al hel druk is! De campings liggen niet ver van een station. 
Morgen gaan we aan de terugreis beginnen met nog een geplande tussenstop aan het meer van Lugano of eventueel het Lago Maggiore.

Lago Maggiore

 22 t/m 24 juni  Dag 40 t/m 42

Met caravan (of camper) bij Lago Maggiore

Zo’n 125 jaar geleden had de Engelse koningin Victoria een zomerverblijf aan het Lago Maggiore. Meer welgestelden streken er neer en bouwden er enorme villa’s aan de rand van het meer. Sinds een halve eeuw is het gebied een geliefd vakantieoord voor velen. Wij waren er echter nog nooit en besluiten deze omissie op onze terugreis goed te maken.

Rond het Lago Maggiore zijn talloze campings en vele daarvan accepteren in het voor- en naseizoen de ACSI-card. Wij komen terecht op Camping Lago Maggiore ten zuiden van Arona, aan de zuidkant van het meer. We kiezen hiervoor, omdat deze camping maar een paar kilometer van de autostrada ligt. De camping heeft een eigen toegang naar de oever van het meer. Dat ‘strand’ is in feite een ligweide, met een schuine helling naar het water. In het hoogseizoen zal het rondom het meer, op de campings en op de strandjes ongetwijfeld overvol zijn, maar nu is het er nog wonderlijk rustig. We hebben de ligweide – op wat jongelui na – voor ons zelf.





Lago Maggiore
Lago Maggiore

Lago Maggiore
Lago Maggiore

oude villa aan het Lago Maggiore
Oude villa aan het Lago Maggore

Het verbaast ons niet, dat het meer al decennia lang toeristen trekt. De omgeving is mooi en lieflijk; het meer ligt er onder een zwak zonnetje spiegelend bij, omzoomd door blauw/groene bergen. 

Langs het meer rijdend komen we door aardige plaatsjes , zoals Stresa, Baveno en Verbania. We zien bloeiende hortensia’s en prachtige, oude villa’s, die deels in gebruik zijn als hotel. Je kunt hier best een tijdje zoet brengen, afwisselend luierend, zwemmend en rond kijkend. 

Hiervandaan rijden we vervolgens in twee dagen naar huis.