> Slakken op reis

Kasteel, kruizen en bodhrans in Ierland

Omdat we vorig jaar vanaf de stad Donegal in het Noorden tot de Ring of Kerry in het zuiden steeds de Wild Atlantic Way hebben gevolgd, zoeken we nu een andere route, meer in het onbekendere midden van Ierland. We zigzaggen daarmee enigszins het land door. Deze tocht met de camper voert langs een kasteel, oude hoogkruizen en door woest Connemara. 


Wie op de kaart van Ierland  kijkt, ziet in dat midden van het groene eiland nogal wat meren, hier loughs geheten. 



Ze zijn vooral bij sportvissers in trek, zo lezen we in onze reisgidsjes en her en der zien we ook nog wel wat bootjes maar eigenlijk vinden we de tocht langs het lower lough Erne toch wat saai, vergeleken bij het rauwe en imposante landschap in Donegal. Hier golven sappige groene weiden en is er veel meer begroeiing van bomen en struiken. Keurig netjes vinden we het.


Castle Coole

Interessant en bezienswaardig is wel Castle Coole, niet ver van Enniskillen. De grens loopt hier grillig en zo zijn we ineens weer in Noord-Ierland en moeten we weer met ponden betalen. Meevaller is dat Castle Coole wordt beheerd door de National Trust. Met ons lidmaatschapskaartje hebben we daardoor gratis toegang. 
Castle Coole

Het kasteel stamt uit 1790 en is in neo-classistische stijl opgetrokken. In eerste instantie vinden we het niet eens zo mooi maar de strikt symmetrische bouw heeft zeker wel wat. Het is door de eerste graaf van Belmore destijds vooral gebouwd om indruk te maken en daar heeft hij kosten noch moeite voor gespaard. Het verhaal gaat dat hij zijn bouwbudget van 20.000 pond uiteindelijk met het dubbele bedrag heeft overschreden. Geld voor de inrichting bleef er nauwelijks over. Zijn zoon heeft het kasteel echter na zijn vaders dood nog op passende wijze gemeubileerd en die meubels staan er nog steeds. Het is daarmee een van de weinige huizen met nog het originele meubilair. De graaf is in zijn opzet geslaagd, want indruk maakt het van binnen prachtig gedecoreerde kasteel zeker. 


De State bedroom. Hier heeft nooit iemand geslapen  Foto: national trust.

We krijgen een leuke en interessante rondleiding van een enthousiaste vrijwilliger, die veel over het kasteel en zijn bewoners weet te vertellen. Helaas mag je binnen niet fotograferen. Bij het kasteel hoort natuurlijk nog een flink landgoed, compleet met meertje in dit geval. We wandelen er nog met plezier wat rond. 


Clonmacnoise

We vervolgen onze tocht langs nog een meer, grazige weiden en wederom een lough naar het middelpunt van Ierland: Athlone. Een klein stukje ten zuiden daarvan ligt Clonmacnoise, aan de rivier de Shannon. Rond het jaar 900 zijn hier kerken en een kloosterschool gebouwd, op het kruispunt van de rivier en een oost-westverbinding over Ierland. Op die school hebben destijds naar alle waarschijnlijkheid al zo’n 6000 mensen tegelijkertijd gestudeerd. Dat is nu nauwelijks voor te stellen. 









Rond de ruïne van de kathedraal liggen nog ruïnes van andere kerkjes en kapellen. Het meest interessant en imposant zijn echter de drie even oude of nog oudere hoogkruizen, waarvan er nog twee intact zijn. Op de kruizen zijn allerlei afbeeldingen in reliëf te zien. Kerken en school zijn destijds door zowel de Noormannen, als de Kelten en de Vikingen overvallen maar konden zich steeds herstellen. In de 16e eeuw werd echter ook deze kloostergemeenschap slachtoffer van het ontmantelen van de kloosterordes en is het geheel vervallen geraakt. 

Na dit bezoek buigen we weer af naar het Westen. In Connemara, nota bene aan de Wild Atlantic Way, ligt Roundstone en daar staat Ierlands enige werkplaats, waar nog met de hand bodhrans worden gemaakt. Hoe onlogisch op de route het ook ligt, willen we dit toch graag zien. 


Galway

Onderweg er naar toe, houden we een stop in Galway. Dit is een levendige studenten- en handelsstad, waar het deze dinsdagmiddag wemelt van de mensen in de binnenstad.

De op straat spelende muzikanten en de terrasjes voor de vele pubs zorgen voor een gezellige sfeer. In veel van die pubs wordt s avonds muziek gespeeld, zo kondigen ze aan. Wij komen terecht in Taaffes, midden in het centrum. Het is er leuk en vol met een heel gemengd publiek maar het is er ontegenzeggelijk ook commerciëler dan we in de stad Donegal hebben meegemaakt. 

Ook vorig jaar waren we in Galway en ook toen was het druk, erg druk in de pubs. 

In het centrum staat een beeld van Oscar Wilde en Eduard Vilde zittend op een bankje. Dat nodigt natuurlijk uit om er ook even te gaan zitten. 



Connemara

De tocht naar Roundstone de volgende dag betekent meteen een schitterende rondrit door Connemara. We volgen vanuit Galway de N59 en dat blijkt al snel een heel mooie route langs bergen, die zich spiegelen in de talrijke meertjes, vlak langs de weg. We hebben zeker geen spijt van deze tocht, die door een dun bevolkt en prachtig stuk van West-Ierland voert. Al met al een mooie aanvulling op de route van de Wild Atlantic Way langs de kust, vinden we. 






Bodhrans in Roudstone

In Roundstone vinden we de bodhranwerkplaats in een oude abdij. Helaas is in de werkplaats zelf niemand aanwezig maar op een film vertelt eigenaar Malachi hoe deze bijzondere Ierse trommels worden gemaakt. Natuurlijk kun je ze er ook kopen, net als tal van andere typisch Ierse muziekinstrumenten.



Dat vinden we niet nodig en met een klein uurtje hebben we het wel bekeken en rijden we langs de Twelve Pins (zo worden de bergen van Connemara genoemd) en langs de andere kant van het grote Lough Corrib weer terug richting Galway. 
Tip: Roundstone is niet erg campervriendelijk. Overal staan bordjes, dat je er met de camper niet mag overnachten. Dat is jammer, want het plaatsje is leuk, met tal van restaurants en pubs. We hebben wel een mogelijkheid gezien nabij de Monastery Road, voor de oude abdij naar links. Hier staan geen bordjes en kun je goed staan. Het dorp ligt op een paar honderd meter. N 53.39390 W 9.91788. 


Muziek in de pub in Corofin

Galway laten we nu rechts liggen. Zuidelijk ervan ligt midden in The Burren Corofin. Op de camping aldaar zijn we eerder geweest en we weten van vorig jaar dat in de tegenover de camping liggende pub Bofey Quinn op woensdagavond en zaterdagavond muzikanten samen komen. Dat is deze woensdag ook het geval. 




De barman vertelt ons, dat er meestal zo’n stuk of vier vaste lokale muzikanten zijn en dat er verder wekelijks mensen aanschuiven, soms meer en soms minder. Deze avond zijn het er een stuk of tien, die met hun gitaren, banjo’s, accordeons, bodhran, fluiten en kleppers vooral al improviserend reels spelen. We hebben er weer een genoeglijke avond, die heel huiselijk wordt afgesloten met een bakje huisgesneden dikke frieten met gebakken bloedworst, die een van de stamgasten ongevraagd op alle tafeltjes komt zetten. 

Gereden route deze drie dagen
  • Van Donegal de N15 en A46 naar Enniskillen. 
  • Van Enniskellen de A509, N3, N55, N4 en N63 naar Lanesborough 
  • Van Lanesborough de N61, stukje M6 en R357 en R444 naar Clomnmancoise. 
  • Van Clonmancoise de R444, R357 en M6 naar Galway 
  • Van Galway de N59 naar Canal Bridge en de R341 naar Roundstone 
  • Van Roundstone de R341 terug naar Canal Bridge, de R344 langs de Twelve Pins, de R59 naar Lennane en de R336, R45 en R334 naar Headford. De N84 naar Galway en de N en M18 naar Ennis en R476 naar Corofin. 

Overnacht

Lanesborough:op mixparking, met zicht op het water. De parking bij de jachthaven heeft helaas een hoogtebarrier maar dit was een goed alternatief. Geen voorzieningen maar rustig geslapen. N 53.67310 W 7.99251 
Galway:Op The Docks, aan de haven. Campercontact no. 40530. Parkeren kost tot 19.00 uur 2 euro per uur, ’s nachts tot de volgende morgen 8.00 uur 4 euro voor de hele nacht. Je loopt in 10 minuten naar de stad. 
Corofin:Corofin Camping&Hostel Laghtagoona.  Campercontact 55319.
Dag 27, 28 en 29  van reis door Engeland en IerlandDag 7, 8 en 9 in Ierland            26 juni, 27, 28 juni 

Middeleeuws banket in Kasteel Bunratty en Openluchtmuseum

‘Yes, my lady, your wine, mylord’. Zo worden we aangesproken, terwijl we ons eten verwerken met slechts een mes en onze tien vingers tijdens het middeleeuws banket, dat we meemaken op kasteel Bunratty, niet ver van Limerick. 

Bij binnenkomst in de Ridderzaal krijgen we een stenen beker (aan glazen deden ze niet in de Middeleeuwen) Mede, honingwijn. “Met honing (honey) gezoete wijn, die een maand lang (a moon) werd geschonken voor pasgetrouwde stelletjes, omdat ze de vruchtbaarheid zou bevorderen, zo legt de in middeleeuwse kledij gestoken leider van de avond ons uit. De uitdrukking ‘honeymoon’ zou daar vandaan komen, vertelt hij erbij. En zo gaat de avond verder.
Enige gasten worden tot Ridder gekroond en aan het hoofd van de tafels gepositioneerd. Wij, de overige geëerde gasten, zitten aan lange tafels erbij en worden uiterst hoffelijk bediend door schone middeleeuwse dames en heren. Natuurlijk dreigt een van de gasten – deelnemer van een vrijgezellenfeest – wegens een overtreding opgesloten te worden in de kerker maar krijgt hij genade van de nieuwbakken Ridder. Zijn straf? Een lied zingen. 








We slurpen intussen onze soep uit stenen kommen en gaan de spareribs en de kippenpoten te lijf met ons mes. De kannen wijn gaan rond en de middeleeuwse heren en dames blijken niet alleen te kunnen bedienen maar ook uitstekend te kunnen zingen. Want bij een middeleeuws banket moet het gezelschap wel worden vermaakt met muziek en zang, natuurlijk. 

Al met al hebben we een genoeglijke avond, al realiseren we ons best, dat dit hele spektakel dagelijks wordt opgevoerd om – vooral Amerikaanse – toeristen te behagen. Maar zo behaagd te worden, is voor een keer best leuk, vinden we. 


Bunratty Castle

Eerder op de dag hebben we Bunratty Castle al bekeken. Het is echt een oud kasteel, dat dateert uit de 15e eeuw en mooi is gerestaureerd en deels is gemeubileerd met bijzondere meubelen en enkele wandtapijten.




Bunratty Castle

Bunratty Folk Park

Bij het kasteel ligt het Bunratty Folk Park, een open luchtmuseum met onder meer boerderijen, een dorpsstraat, waar echte artikelen worden verkocht, enkele voorname woningen, een kerkje en een schooltje. Ook hier lopen weer in stijl aangeklede vrijwilligers rond. In de lokale pub schenkt de waard zijn dranken, de schoolmeester geeft les, de fotograaf maakt portretten, de politie fietst rond en bewoners spelen viool en op de bodhran. Het geheel geeft een misschien wat geïdealiseerd beeld van het Ierland van 100 of 150 jaar geleden maar is zeker een bezoek waard. 







Het dorpje Bunratty bestaat verder uit niet meer dan enige grote op toeristen gerichte winkels, waar allerlei Ierse producten worden verkocht. 



Wel authentiek is de pub Durty Nelly, waar we aanwippen voor een pint Guinness. Ook hier zitten muzikanten buiten te spelen, al hebben we het sterke vemoeden dat dat nu voor een TV-opname is. 


Ennis

We zijn met de camper in Bunratty gekomen vanaf Corofin en deden onderweg ook nog Ennis aan, dat te boek staat als een van de leukste Ierse stadjes. We vinden er met enige moeite een parkeerplaatsje en lopen een uurtje rond door de smalle straatjes met kleurige gevels.

Het plaatselijke verkeer moet zich ook door die straatjes werken en dat levert een voortdurende file aan auto’s op. Veel foto’s hebben we er dan ook niet gemaakt. 


Andere keuze:

Vorig jaar keerden we van Corofin terug naar de kust en reden de Wild Atlantic Way totdat we via de Ring of Derry in Killarney aankwamen. 


Adare

Zoals Ennis een mooi stadje heet te zijn, zo geldt Adare aan de N21, zuidelijk van Limerick als een mooi dorp. Nou valt in de druilregen alles een beetje tegen maar het dorp heeft zeker een rijtje fraai onderhouden en zeer fotogenieke cottages.


We vinden het best een korte stop waard. Jammer genoeg heeft een brand in juni 2015 een gat in dit rijtje geslagen maar we zien, dat men hard bezig is om het te herbouwen en in oude luister te herstellen. 


Killarney

Verder brengt deze reisdag ons van Bunratty, via Limmerick (waar we alleen doorheen rijden en niet stoppen) over de N21 in Killarney. Dit stadje ligt op de rand van het Killarney National Park en is het vertrekpunt voor rondritten op de Ring of Dingle en de Ring of Kerry. Dat trekt sowieso al veel toeristen aan en bovendien is het dit weekend (altijd eind juni/begin juli) Summerfestival en wordt er deze zaterdag een wielertoertocht gehouden. Het levert een overvolle plaats op. We zoeken ’s avonds nog wel het centrum op, lopen door de hoofdstraat en aanpalende straten met een overvloed aan restaurants en pubs. Het is een zachte avond, er wordt muziek gemaakt op straat en in de pubs, mensen wandelen rond, de sfeer is relaxt. In de pub, waar wij terecht komen, doen de muzikanten heel erg hun best maar worden zij helaas overstemd door de vele stemmen van het publiek en de rammelende glazen en flessen. We houden het er al snel voor gezien. 

Vorig jaar bezochten we in Killarney al Muckrosshouse en tuinen. Dat slaan we nu dus over. 

We rijden door naar Ross Castle, dat fraai aan een meer ligt. Een bezoek aan het kasteel laten we achterwege; we hebben na Bunratty wel even genoeg kasteel gezien. 
Ross Castle

Overnacht: 
  • In Bunratty twee nachten op Bunratty Camping- en Caravanpark. Dit is een kleine camping, waar plaats is voor zeven of acht campers achter een woonhuis. Er zijn simpele sanitaire voorzieningen en er is een kleine keuken. Er staat een wasmachine en er is gratis wifi. Campercontact 24399. Het is ongeveer een kwartier lopen naar het kasteel. We hebben echter ook campers zien overnachten op het parkeerterrein bij het kasteel.
  • In Killarney hebben we (met vijf andere campers) overnacht op het parkeerterrein bij Castle Ross, aan het einde van Ross Road. Dit ligt 2,2 kilometer van Mainstreet, Killarney, zo’n 25 tot 30 minuten lopen.
Dag 30, 31 en 32  van reis door Engeland en IerlandDag 10, 11 en 12 in Ierland               29 en 30 juni, 1 juli

Wild Atlantic Way van Killarny naar Kinsale


Soms komen we een hellinkje af en lijkt het smalle weggetje, waarop we rijden ons met camper en al recht de zee in te voeren, maar altijd gaat gelukkig de weg om de hoek van een huis, een grote struik rode fuchsia of een stenen muurtje toch weer verder. Zo rijden we over de zuidelijke schiereilanden en Ierlands zuidkust in drie dagen het laatste gedeelte van de Wild Atlantic Way. 


Killarney is het vertrekpunt voor velen voor de Ring of Dingle en de Ring of Kerry. Beide hebben we vorig jaar gereden en daarom nemen we nu de weg N71 van Killarney, door Killarney National Park naar Kenmare. Dit is echt een prachtige weg met vergezichten op de bergen van Kerry. Mogelijkheden om te stoppen op de redelijk smalle weg zijn er echter nauwelijks; aan foto’s maken komen we dan ook niet toe. 


Schiereiland Beara

Ten zuiden van het schiereiland Kerry ligt het veel minder bekende schiereiland Beara. Het is er, zeker aan de noordkant, weelderiger begroeid dan op de eerdere schiereilanden en ook gecultiveerder. De schapen hebben hier vaak plaats gemaakt voor koeien. Maar met zijn glooiingen, de stille dorpjes en de verspreid liggende huizen vinden we het Ierland, zoals je je Ierland voorstelt. Vaak geldt ook hier weer dat de wegen smal zijn en dat er niet zo veel gelegenheid is tot stoppen. 




Alleen in een wat wijdere bocht kunnen een tegemoet komende auto en onze 2.35 meter brede camper elkaar passeren.
De weilanden liggen hier als een lappendeken in vele tinten groen over de hellingen, van elkaar gescheiden door heggen of muurtjes van gestapelde stenen. Helaas is het deze dagen nog al nevelig, zodat het landschap ook vaak met een zilvergrijs waas is bedekt. Om die grijsheid te doorbreken, kiezen de bewoners opvallend vaak voor kleur op hun huizen. We komen soms bizarre combinaties tegen, die we zelf nooit zouden durven kiezen. Was het helderblauw of fuchsiaroze wellicht in de aanbieding, vragen we ons soms af. 

Vanwege het mistige weer rijden we niet helemaal door naar het puntje van Beara. Daardoor missen we wel Ierlands enige kabelbaan, die – hoog boven zee – mensen naar het eiland Ballynacallagh brengt. Ook hebben we begrepen, dat de kabelbaan op zondag niet zo frequent gaat en dat bovendien eilandbewoners voorgaan. We willen niet het risico lopen op het eilandje te blijven steken! 

De zuidkant van Beara is weer bergachtiger en voert nog door enige kleine dorpjes en steeds is er wel weer een verrassend zicht op een volgende inham of baai. In Glengariff, dat duidelijk op toeristen is ingesteld, wandelen we even rond. Er is een aanlokkelijke tuin op een eilandje, maar ook daar is het weer niet echt geschikt voor. 

 We rijden door naar Bantry. Net als in Glengariff zijn campers er niet echt welkom, gezien de hoogtebarriers. Gezien het wisselvallige weer slaan we ook het tuineiland bij Glengariff over. 


Overnacht

Overnachten doen we net buiten Bantry, op een klein parkeerplaatsje bij het kerkhof. Niet ideaal maar de andere mogelijkheid is slechts de peperdure camping in Ballylickey.
De volgende dag besteden we aan het schiereiland Sheepshead en het daaronder liggende schiereiland met Mizenhead. 


Sheepshead

Het eenzame Sheepshead met zijn uiterst smalle weggetjes zien we eigenlijk alleen in de laaghangende nevel. En dat is jammer, want zeker het uitzicht op de top Seefin moet bij helder weer spectaculair zijn. Hier staand zie je dan links en rechts de oceaan. Nu moeten we het doen met een kruisbeeld en een kopie van de piëta van Michelangelo. 


Mizenhead

Ook Mizenhead lijkt eerst schuil te gaan in de nevel maar gelukkig klaart het tijdens ons bezoek wat op. Mizenhead is het meest Zuidwestelijke puntje van Ierland en dat wilden we na ons bezoek aan Malinhead (de meest Noordelijke punt) natuurlijk niet overslaan. Op deze punt staat een seinstation, waar men vroeger met seinvlaggen boodschappen aan schepen kon geven. Negen mijl in zee ligt op een kleine rots nog een vuurtoren maar die is deze dag echt niet te zien. 

Op Mizenhead, het meest Zuid-westelijke punt van Ierland



Het seinstation is te bereiken via een betonnen loopbrug, die een tamelijk diepe kloof overspant. In de diepte klotst de zee maar het is niet moeilijk voor te stellen, dat het met een flinke wind hier enorm kan spoken. Aan de zuidkant van het schiereiland is de invloed van de warme golfstrook soms al zichtbaar. Her en der zien we zelfs een palm in een tuin. We slingeren verder en komen ook hier door kleine plaatsjes. 

Zoals al vaker tijdens deze reis door Ierland verbazen we ons erover hoe afgelegen mensen in deze dunbevolkte streken wonen en vragen we ons af, waar ze van kunnen bestaan. Toch werden deze eenzame oorden kennelijk duizenden jaren geleden ook al bewoond. Vlak bij Ballydehob komen we als bewijs daarvan nog een hunebed tegen. 


Overnacht: 

In Skibbereen, op de kleine Camping Hideaway. (Campercontact 41905). Achteraf bezien was ook de pier bij Ballydehob een goede overnachtingsplaats geweest. Campercontact 45867. 

Zuidkust

De laatste etappe van de Wild Atlantic Way voert van Skibbereen via Castletownshead, Glandore en Clonakitty naar het einde van deze route: Kinsale De beschrijving wordt wat eentonig: weer komen we langs baaien, kliffen en stranden. 

Langs de weggetjes stan vaak hagen van fuchsia





Steencirkel

Bij Dromberg, niet ver van Glandore, buigen we nog af naar een steencirkel. Dat betekent een kilometer rijden over een uiterst smal weggetje met geen uitwijkmogelijkheden. We komen één auto tegen en die weten we rakelings te passeren. De tegemoetkomende camper op de terugweg zien we gelukkig nog vlakbij het parkeerterrein aankomen, pff.

Old Head of Kinsale

Onze laatste stopplaats op de route is de punt van Old Head of Kinsale. Ook hier staat een seintoren, maar die dateert uit de tijd van Napoleon en maakte deel uit van een ketting van seintorens van Malinhead tot Dublin. Met wimpels en ballen kon de ene toren naar de volgende seinen dat er een of meerdere zeilschepen te zien waren, zodat de Engelsen (die het toen voor het zeggen hadden in Ierland) tijdig maatregelen konden nemen tegen een mogelijke aanval van Frankrijk. Ook is hier voor de kust in 1915 het luxe passagiersschip de Lusetania vergaan, waarbij 1200 mensen zijn verdronken, een gebeurtenis die veel impact heeft gehad op de bewoners van deze kuststreken. 


In Kinsale is een einde gekomen aan onze circa 2500 kilometer lange tocht langs de Wild Atlantic Way, die langs de kust van Ierland loopt van Londonderry tot Kinsale en zoveel mogelijk de kustlijn met al zijn baaien, inhammen en kliffen volgt. We hebben de route verdeeld over twee vakanties en er in totaal ruim 20 dagen over gedaan. 

Overnacht:

Net buiten Kinsale op mixed-parking achter het Charlesfort.  Campercontact 23935.  Een plek zonder voorzieningen maar met mooi zicht op de baai, waar we aan de overkant Kinsale zien liggen. Wandelen naar Kinsale kost 32 minuten. We hadden achteraf gezien ook een plekje kunnen proberen op de mixed parking aan de New Road in Kinsale zelf. 

Kinsale

We staan dicht bij het uit 1677 stammende Charlesfort, dat speciaal door de Engelsen is aangelegd om de ingang van de haven te beschermen, vooral om te voorkomen dat de Fransen en Spanjaarden de haven zouden kunnen gebruiken, in geval van een landing in Ierland. Vanuit het er tegenover liggende Jamesfort kon zelfs een onderwaterkabel worden gespannen naar Charlesfort om zo vijandelijke schepen tot zinken te brengen.  
Gezicht op het dorpje onderaan het fort
Kinsale zelf blijkt leuk en gezellig, zo ervaren we de volgende morgen, als we voor twee uurtjes midden in het centrum parkeren. Het staat bekend als het kleurige stadje en dat klopt wel, gezien de bonte kleuren, waarin sommige rijtjes huizen zijn geverfd. 


Er gaan weliswaar om 10.30 en om 11.15 door lokale vertellers begeleide wandelingen van start bij het Tourist Office maar wij struinen op eigen kracht door de straatjes.  We zien heel wat leuke winkeltjes, talloze restaurantjes en pubs, die ’s avonds  traditionele muziek beloven.  Een prima begin/einde van de Wild Atlantic Way dus. 


Dag 33, 34 en 35  van reis door Engeland en IerlandDag 13, 14 en 15 in Ierland           2, 3 en 4 juli