> Slakken op reis

Met de camper door Donegal

Na Derry gaan we de grens over naar de Republiek Ierland. Hier begint ook de Wild Atlantic Way, de route langs de Atlantische kust van Ierland. We starten daarvoor op het Schiereiland Inishowen, dat ook wel Ierland in het klein wordt genoemd (net zoals eiland Skye dat is voor Schotland). De WAW loopt hier parallel met de Inishowen 100, een 100 kilometer lange route over het schiereiland.


Het wordt een afwisselende tocht, deels langs groene weilanden maar ook via kale bergen en langs steile rotsen, baaien met brede, gele stranden en kleine dorpjes en her en der rondgestrooide witte en gele huizen. 


Malin Head

Via Moville en plaatsjes met sprookjesachtige namen als Guldalf, Ballykenny en Ballygormen rijden we naar Malin Head, het meest Noordelijke puntje van Ierland. 

Een steil weggetje omhoog brengt ons bij een soort communicatietoren. Erg ruim is het hier boven niet; we zijn blij dat we tussen een paar geparkeerde auto’s nog een plekje vinden om de camper neer te zetten. 





Net als vorig jaar veel zuidelijker vinden we ook hier de witte letters Eire, die destijds dienden om geallieerde bommenwerpers te waarschuwen dat ze bij Ierland waren. We wandelen een stukje langs de rotsen naar een kloof, waar de zee doorheen spoelt. Via de andere kant van het schiereiland rijden we terug naar een iets mee bewoonde wereld.


Overnacht: Parkeerplaats in Malin N 55.29482 W 7.25890, achter pub Mc Leans. Prima plek, geen voorzieningen. Achteraf zijn we geattendeerd op de kleine pub Lilly’s, waar juist op donderdagavond de traditionele muziekavond wordt gehouden. Die hebben wij dus jammer genoeg gemist.

De volgende dag vervolgen we de route naar Cardonagh, waar we even stil staan bij een wel heel oud Keltisch Kruis, dat misschien wel uit de 7e eeuw stamt. 

 Keltisch kruis uit de 7e eeuw

Mamore Gap

Via Clonmanu en Dunaff rijden we over de spectaculaire Mamore Gap. Dit was en is van oudsher de enige doorgang vanaf zee over de bergen en destijds een smokkelaarsroute voor illegaal gestookte drank. 

De heilige Sint Patrick waakt over een veilige overtocht over de nauwe Marmore Gap


Bijzondere uitzichtspunten duidt de Wild Atlantic Way met deze palen met golfembleem aan.

Nog altijd is het een heel steil en smal weggetje en we grommen ons in de eerste versnelling via de haarspeldbochten (hier wel!) naar de top. Daar is een kleine parkeergelegenheid, waar diverse heiligen in kleine kapelletes om een veilige doortocht kon/kan worden gebeden. 


Ringfort

Via Buncrana rijden we naar de A13, de weg tussen Derry en Letterkenny. Het plan was om het ringfort Grianen Aligh te bezoeken, net ten zuiden van de N13. Via wederom hele smalle weggetjes komen we wel in de buurt van het fort, maar het weggetje naar het uiteindelijke fort blijkt nog smaller en gaat steil omhoog. We weten dat verschillende camperaars dit hebben gereden maar wij vinden het wel erg steil en smal. 

Dat is ons te ongewis om met de camper te doen. Wel zien we een stukje verderop nog het ringfort vanuit de verte. 

In Letterkenny vinden we voor een uurtje een parkeerplekje bij de brandweerkazerne. We lopen de lange winkelstaat in het stadje een keer op en neer maar erg interessant vinden we Letterkenny niet. 


Schiereiland Fandad - Rathmullan

Liever zoeken we de Wild Atlantic Way op het volgende schiereiland weer op. Via Ramelton rijden we naar Rathmullan aan de zee-arm Lough Swilly.  
Daar bezoeken we een kleine maar interessante tentoonstelling over de vlucht van de laatste Keltische stamhoofden. Door hun vertrek in de 16e eeuw vervielen de Keltische cultuur, de gebruiken en de taal. De opeenvolgende Engelse vorsten stelden de Engelse regels en wetten en en de Engelse taal verplicht. Zo bezien is het nog een wonder dat de taal toch nog ondergronds is blijven bestaan en hier in het Noorden het Gaelic nog wordt gesproken en op de plaatsnaamborden terug komt. 


Overnacht: 
in Rathmullan bij de Pier met zicht op de ferry naar Buncrana. Leuke plek met ook zicht op de mensen, die gaan vissen, gaan duiken of komen paard rijden over het strand en in zee.
Omdat de waterpomp van de camper stuk is, besteden we de volgende ochtend aan een terugrit naar Letterkenny, waar een groot camperbedrijf zit. Kunnen er gelukkig een nieuwe waterpomp kopen, die Job ter plekke installeert. Na dit reparatie-intermezzo rijden we weer naar Rathmullan en vervolgen de WAW. 


Met dergelijke bordjes wordt de Wild Atlantic Way goed aangegeven.

Het volgen van de route is niet moeilijk; regelmatig staan er bordjes met een golfje. Een beetje verwarrend is wel dat we hier op het schiereiland naar het Noorden rijden maar de bordjes South moeten volgen. Dit komt, omdat we de route door heel Ierland gezien van Noord naar Zuid volgen.  


Schiereiland Fanad

Hoe noordelijker we komen op dit schiereiland Fanad, hoe ruiger en kaler het landschap wordt. Toch wonen er nog verrassend veel mensen, vinden we, waarbij we ons wel afvragen waar ze van bestaan. En het kan nog zo koud, kaal en winderig zijn, schapen gedijen kennelijk overal. Ook hier ontbreken ze dan ook niet.



Bij Portsalon krijgen we een schitterend uitzicht over het water met aan de overzijde de kust van Inishowen. We zien de berg, die we gisteren zijn over gereden. Best wel indrukwekkend, vinden we vanaf deze kant. 



De route voert ons tot het uiterste noordelijke puntje van het schiereiland, toepasselijk Fanad Head geheten. Een prachtige vuurtoren op een vooruitstekende rots is hier bijna letterlijk een baken in zee. 

De noordelijke kust is hier heel grillig met diepe zee-armen en baaien maar route WAW houdt zo veel mogelijk de kust aan en stuurt ons langs Ballyshernan Bay en via een brug over een smalle zee-engte naar Carriaig Art. We maken nog een rondje over de ‘puist’ van dit schiereiland en rijden dan via R 245 naar de N56.

Eigenlijk maakt het niet uit waar je rijdt op dit noordelijke stuk van Donegal: bij iedere baai, na iedere bocht is het uitzicht weer anders en verrassend. Deels rijden we langs de oceaankust, deels langs de bergen in het binnenland. 








Glenveagh National Park slaan we nu over; we zijn hier vorig jaar geweest. Omdat we vorig jaar hier ook al de Wild Atlantic Way langs de kust hebben gevolgd, rijden we nu verder via Dunfanaghy langs de doorgaande weg naar Dungloe. 


Overnacht: 
In Dungloe op mixed parkeerterrein, vlakbij de hoofdstraat. N54.95027 W 8.36303. Helaas is hier deze zaterdagavond geen muziek in de pubs. In Beedy’s Bar, die bekend staat om de traditionele muziek op dinsdagavond, houdt men het op deze zaterdagavond op karaoke na 10.00 uur. Dat laten we aan ons voorbij gaan.

De vierde dag van onze tocht door Donegal rijden we van Dungloe langs de hoofdweg naar tweed-centrum Ardara. Daar pakken we de WAW weer op. Eigenlijk vinden we het landschap hier nog desolater en ruiger dan op de Noordelijke schiereilanden.

En na kilometers slingeren over een smal weggetje, zie je dan in de verte ineens de oceaan.

Er wonen in ieder geval minder mensen en misschien nog wel meer schapen. We bedwingen via een smalle en steile weg met flink wat bochten een pas, die weer heel wat schakelen en sturen vergt.  Tussen de heuvels door rijden we naar Glencolumbkille. 


Openlucht museum

In Glencolumbkille.  is een leuk en interessant klein openlucht museum met cottages uit verschillende eeuwen. Ook is er een klaslokaaltje en een kleine pub/annex winkeltje. Het geeft een beeld van de primitieve omstandigheden, waarin Ierse families leefden, óók nog in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het museumdorpje is 50 jaar geleden gesticht door Frater James Mc Dyer. Hij werkte al vanaf 1951 in Glencolumbkille en heeft er in de loop der jaren veel energie in gestopt om te zorgen dat er elektriciteit kwam en meer werkgelegenheid. Om toeristen te trekken is destijds  met hulp van plaatselijke vrijwilligers het historische dorpje gebouwd en door de lokale bevolking gevuld met meubilair, gereedschappen en keukengerei. 
We brengen er met plezier een tijdje door. 




In het museum zien we onder meer hoe er tot ver in de vorige eeuw turf werd gestookt om de cottages warm te houden. Dat turf stoken gebeurt trouwens nog steeds. Onderweg hebben we regelmatig gezien hoe er stukken veen zijn afgestoken en en de turf ligt te drogen. Het schijnt dat bewoners van de streek gratis de turf mogen steken. 

De route gaat daarna verder naar de vissershaven Killybegs, waar tegenwoordig moderne trawlers de vis aan wal brengen. Langs deze route ligt ook de Slieve Legue, hoog uit zee oprijzende kliffen. Hoger dan de Cliffs of Moher, zelfs. We hebben deze vorig jaar bewonderd en slaan ze nu over. 


Donegal-stad

We eindigen de dag in het stadje Donegal. Het is misschien ook wel het gezelligste stadje van het gelijknamige graafschap. Rondom het driehoekige plein, dat het centrum vormt, liggen tal van winkels, pubs en restaurants.  Er zijn hier diverse pubs, waar ’s avonds muziek wordt gemaakt maar we hebben goede herinneringen aan de avond in de Reel Inn vorig jaar.
Donegal


Muziek maken in de pub. Wie wil en kan, mag meedoen

Ook deze keer blijkt dat een goede keus. De gitarist/zanger en accordeonist, die er vanaf 9.00 uur spelen krijgen al snel gezelschap van twee binnen lopende violisten, er schuift nog een oude accordeonist aan en een vrolijke vrouw in het publiek blijkt ook prima te kunnen zingen Net als haar vader trouwens, die ook nog enige liederen ten gehore brengt. Bekende nummers zingen de gasten graag mee. Kortom, we hebben een heel gezellige avond. 


Overnacht: 
Op het parkeerterrein bij de haven van Donegal. Campercontact no. 26230.

Totaal reden we nu 3,5 dag door het graafschap Donegal, waarbij we de meest noordelijke delen van de Wild Atlantic Way bekeken. Vorig jaar reden wij de rest van deze route door het graafschap Donegal. Als je ook het National Park Glenveagh en de Slieve-kliffen wil bezoeken, kun je minimaal een dag extra rekenen.  

Anne van het blog DitisIerland reed van Donegal naar het Noorden. In haar verslag geeft ze ook een indruk van dit echt dunbevolkte deel van Ierland. 


Dag 23 (vervolg), 24, 25, 26  van reis door Engeland en Ierland      Dag 3 (vervolg), 4, 5 en 6 in Ierland                    22, 23, 24 en 25 juni 

Kasteel, kruizen en bodhrans in Ierland

Omdat we vorig jaar vanaf de stad Donegal in het Noorden tot de Ring of Kerry in het zuiden steeds de Wild Atlantic Way hebben gevolgd, zoeken we nu een andere route, meer in het onbekendere midden van Ierland. We zigzaggen daarmee enigszins het land door. Deze tocht met de camper voert langs een kasteel, oude hoogkruizen en door woest Connemara. 


Wie op de kaart van Ierland  kijkt, ziet in dat midden van het groene eiland nogal wat meren, hier loughs geheten. 



Ze zijn vooral bij sportvissers in trek, zo lezen we in onze reisgidsjes en her en der zien we ook nog wel wat bootjes maar eigenlijk vinden we de tocht langs het lower lough Erne toch wat saai, vergeleken bij het rauwe en imposante landschap in Donegal. Hier golven sappige groene weiden en is er veel meer begroeiing van bomen en struiken. Keurig netjes vinden we het.


Castle Coole

Interessant en bezienswaardig is wel Castle Coole, niet ver van Enniskillen. De grens loopt hier grillig en zo zijn we ineens weer in Noord-Ierland en moeten we weer met ponden betalen. Meevaller is dat Castle Coole wordt beheerd door de National Trust. Met ons lidmaatschapskaartje hebben we daardoor gratis toegang. 
Castle Coole

Het kasteel stamt uit 1790 en is in neo-classistische stijl opgetrokken. In eerste instantie vinden we het niet eens zo mooi maar de strikt symmetrische bouw heeft zeker wel wat. Het is door de eerste graaf van Belmore destijds vooral gebouwd om indruk te maken en daar heeft hij kosten noch moeite voor gespaard. Het verhaal gaat dat hij zijn bouwbudget van 20.000 pond uiteindelijk met het dubbele bedrag heeft overschreden. Geld voor de inrichting bleef er nauwelijks over. Zijn zoon heeft het kasteel echter na zijn vaders dood nog op passende wijze gemeubileerd en die meubels staan er nog steeds. Het is daarmee een van de weinige huizen met nog het originele meubilair. De graaf is in zijn opzet geslaagd, want indruk maakt het van binnen prachtig gedecoreerde kasteel zeker. 


De State bedroom. Hier heeft nooit iemand geslapen  Foto: national trust.

We krijgen een leuke en interessante rondleiding van een enthousiaste vrijwilliger, die veel over het kasteel en zijn bewoners weet te vertellen. Helaas mag je binnen niet fotograferen. Bij het kasteel hoort natuurlijk nog een flink landgoed, compleet met meertje in dit geval. We wandelen er nog met plezier wat rond. 


Clonmacnoise

We vervolgen onze tocht langs nog een meer, grazige weiden en wederom een lough naar het middelpunt van Ierland: Athlone. Een klein stukje ten zuiden daarvan ligt Clonmacnoise, aan de rivier de Shannon. Rond het jaar 900 zijn hier kerken en een kloosterschool gebouwd, op het kruispunt van de rivier en een oost-westverbinding over Ierland. Op die school hebben destijds naar alle waarschijnlijkheid al zo’n 6000 mensen tegelijkertijd gestudeerd. Dat is nu nauwelijks voor te stellen. 









Rond de ruïne van de kathedraal liggen nog ruïnes van andere kerkjes en kapellen. Het meest interessant en imposant zijn echter de drie even oude of nog oudere hoogkruizen, waarvan er nog twee intact zijn. Op de kruizen zijn allerlei afbeeldingen in reliëf te zien. Kerken en school zijn destijds door zowel de Noormannen, als de Kelten en de Vikingen overvallen maar konden zich steeds herstellen. In de 16e eeuw werd echter ook deze kloostergemeenschap slachtoffer van het ontmantelen van de kloosterordes en is het geheel vervallen geraakt. 

Na dit bezoek buigen we weer af naar het Westen. In Connemara, nota bene aan de Wild Atlantic Way, ligt Roundstone en daar staat Ierlands enige werkplaats, waar nog met de hand bodhrans worden gemaakt. Hoe onlogisch op de route het ook ligt, willen we dit toch graag zien. 


Galway

Onderweg er naar toe, houden we een stop in Galway. Dit is een levendige studenten- en handelsstad, waar het deze dinsdagmiddag wemelt van de mensen in de binnenstad.

De op straat spelende muzikanten en de terrasjes voor de vele pubs zorgen voor een gezellige sfeer. In veel van die pubs wordt s avonds muziek gespeeld, zo kondigen ze aan. Wij komen terecht in Taaffes, midden in het centrum. Het is er leuk en vol met een heel gemengd publiek maar het is er ontegenzeggelijk ook commerciëler dan we in de stad Donegal hebben meegemaakt. 

Ook vorig jaar waren we in Galway en ook toen was het druk, erg druk in de pubs. 

In het centrum staat een beeld van Oscar Wilde en Eduard Vilde zittend op een bankje. Dat nodigt natuurlijk uit om er ook even te gaan zitten. 



Connemara

De tocht naar Roundstone de volgende dag betekent meteen een schitterende rondrit door Connemara. We volgen vanuit Galway de N59 en dat blijkt al snel een heel mooie route langs bergen, die zich spiegelen in de talrijke meertjes, vlak langs de weg. We hebben zeker geen spijt van deze tocht, die door een dun bevolkt en prachtig stuk van West-Ierland voert. Al met al een mooie aanvulling op de route van de Wild Atlantic Way langs de kust, vinden we. 






Bodhrans in Roudstone

In Roundstone vinden we de bodhranwerkplaats in een oude abdij. Helaas is in de werkplaats zelf niemand aanwezig maar op een film vertelt eigenaar Malachi hoe deze bijzondere Ierse trommels worden gemaakt. Natuurlijk kun je ze er ook kopen, net als tal van andere typisch Ierse muziekinstrumenten.



Dat vinden we niet nodig en met een klein uurtje hebben we het wel bekeken en rijden we langs de Twelve Pins (zo worden de bergen van Connemara genoemd) en langs de andere kant van het grote Lough Corrib weer terug richting Galway. 
Tip: Roundstone is niet erg campervriendelijk. Overal staan bordjes, dat je er met de camper niet mag overnachten. Dat is jammer, want het plaatsje is leuk, met tal van restaurants en pubs. We hebben wel een mogelijkheid gezien nabij de Monastery Road, voor de oude abdij naar links. Hier staan geen bordjes en kun je goed staan. Het dorp ligt op een paar honderd meter. N 53.39390 W 9.91788. 


Muziek in de pub in Corofin

Galway laten we nu rechts liggen. Zuidelijk ervan ligt midden in The Burren Corofin. Op de camping aldaar zijn we eerder geweest en we weten van vorig jaar dat in de tegenover de camping liggende pub Bofey Quinn op woensdagavond en zaterdagavond muzikanten samen komen. Dat is deze woensdag ook het geval. 




De barman vertelt ons, dat er meestal zo’n stuk of vier vaste lokale muzikanten zijn en dat er verder wekelijks mensen aanschuiven, soms meer en soms minder. Deze avond zijn het er een stuk of tien, die met hun gitaren, banjo’s, accordeons, bodhran, fluiten en kleppers vooral al improviserend reels spelen. We hebben er weer een genoeglijke avond, die heel huiselijk wordt afgesloten met een bakje huisgesneden dikke frieten met gebakken bloedworst, die een van de stamgasten ongevraagd op alle tafeltjes komt zetten. 

Gereden route deze drie dagen
  • Van Donegal de N15 en A46 naar Enniskillen. 
  • Van Enniskellen de A509, N3, N55, N4 en N63 naar Lanesborough 
  • Van Lanesborough de N61, stukje M6 en R357 en R444 naar Clomnmancoise. 
  • Van Clonmancoise de R444, R357 en M6 naar Galway 
  • Van Galway de N59 naar Canal Bridge en de R341 naar Roundstone 
  • Van Roundstone de R341 terug naar Canal Bridge, de R344 langs de Twelve Pins, de R59 naar Lennane en de R336, R45 en R334 naar Headford. De N84 naar Galway en de N en M18 naar Ennis en R476 naar Corofin. 

Overnacht

Lanesborough:op mixparking, met zicht op het water. De parking bij de jachthaven heeft helaas een hoogtebarrier maar dit was een goed alternatief. Geen voorzieningen maar rustig geslapen. N 53.67310 W 7.99251 
Galway:Op The Docks, aan de haven. Campercontact no. 40530. Parkeren kost tot 19.00 uur 2 euro per uur, ’s nachts tot de volgende morgen 8.00 uur 4 euro voor de hele nacht. Je loopt in 10 minuten naar de stad. 
Corofin:Corofin Camping&Hostel Laghtagoona.  Campercontact 55319.
Dag 27, 28 en 29  van reis door Engeland en IerlandDag 7, 8 en 9 in Ierland            26 juni, 27, 28 juni 

Middeleeuws banket in Kasteel Bunratty en Openluchtmuseum

‘Yes, my lady, your wine, mylord’. Zo worden we aangesproken, terwijl we ons eten verwerken met slechts een mes en onze tien vingers tijdens het middeleeuws banket, dat we meemaken op kasteel Bunratty, niet ver van Limerick. 

Bij binnenkomst in de Ridderzaal krijgen we een stenen beker (aan glazen deden ze niet in de Middeleeuwen) Mede, honingwijn. “Met honing (honey) gezoete wijn, die een maand lang (a moon) werd geschonken voor pasgetrouwde stelletjes, omdat ze de vruchtbaarheid zou bevorderen, zo legt de in middeleeuwse kledij gestoken leider van de avond ons uit. De uitdrukking ‘honeymoon’ zou daar vandaan komen, vertelt hij erbij. En zo gaat de avond verder.
Enige gasten worden tot Ridder gekroond en aan het hoofd van de tafels gepositioneerd. Wij, de overige geëerde gasten, zitten aan lange tafels erbij en worden uiterst hoffelijk bediend door schone middeleeuwse dames en heren. Natuurlijk dreigt een van de gasten – deelnemer van een vrijgezellenfeest – wegens een overtreding opgesloten te worden in de kerker maar krijgt hij genade van de nieuwbakken Ridder. Zijn straf? Een lied zingen. 








We slurpen intussen onze soep uit stenen kommen en gaan de spareribs en de kippenpoten te lijf met ons mes. De kannen wijn gaan rond en de middeleeuwse heren en dames blijken niet alleen te kunnen bedienen maar ook uitstekend te kunnen zingen. Want bij een middeleeuws banket moet het gezelschap wel worden vermaakt met muziek en zang, natuurlijk. 

Al met al hebben we een genoeglijke avond, al realiseren we ons best, dat dit hele spektakel dagelijks wordt opgevoerd om – vooral Amerikaanse – toeristen te behagen. Maar zo behaagd te worden, is voor een keer best leuk, vinden we. 


Bunratty Castle

Eerder op de dag hebben we Bunratty Castle al bekeken. Het is echt een oud kasteel, dat dateert uit de 15e eeuw en mooi is gerestaureerd en deels is gemeubileerd met bijzondere meubelen en enkele wandtapijten.




Bunratty Castle

Bunratty Folk Park

Bij het kasteel ligt het Bunratty Folk Park, een open luchtmuseum met onder meer boerderijen, een dorpsstraat, waar echte artikelen worden verkocht, enkele voorname woningen, een kerkje en een schooltje. Ook hier lopen weer in stijl aangeklede vrijwilligers rond. In de lokale pub schenkt de waard zijn dranken, de schoolmeester geeft les, de fotograaf maakt portretten, de politie fietst rond en bewoners spelen viool en op de bodhran. Het geheel geeft een misschien wat geïdealiseerd beeld van het Ierland van 100 of 150 jaar geleden maar is zeker een bezoek waard. 







Het dorpje Bunratty bestaat verder uit niet meer dan enige grote op toeristen gerichte winkels, waar allerlei Ierse producten worden verkocht. 



Wel authentiek is de pub Durty Nelly, waar we aanwippen voor een pint Guinness. Ook hier zitten muzikanten buiten te spelen, al hebben we het sterke vemoeden dat dat nu voor een TV-opname is. 


Ennis

We zijn met de camper in Bunratty gekomen vanaf Corofin en deden onderweg ook nog Ennis aan, dat te boek staat als een van de leukste Ierse stadjes. We vinden er met enige moeite een parkeerplaatsje en lopen een uurtje rond door de smalle straatjes met kleurige gevels.

Het plaatselijke verkeer moet zich ook door die straatjes werken en dat levert een voortdurende file aan auto’s op. Veel foto’s hebben we er dan ook niet gemaakt. 


Andere keuze:

Vorig jaar keerden we van Corofin terug naar de kust en reden de Wild Atlantic Way totdat we via de Ring of Derry in Killarney aankwamen. 


Adare

Zoals Ennis een mooi stadje heet te zijn, zo geldt Adare aan de N21, zuidelijk van Limerick als een mooi dorp. Nou valt in de druilregen alles een beetje tegen maar het dorp heeft zeker een rijtje fraai onderhouden en zeer fotogenieke cottages.


We vinden het best een korte stop waard. Jammer genoeg heeft een brand in juni 2015 een gat in dit rijtje geslagen maar we zien, dat men hard bezig is om het te herbouwen en in oude luister te herstellen. 


Killarney

Verder brengt deze reisdag ons van Bunratty, via Limmerick (waar we alleen doorheen rijden en niet stoppen) over de N21 in Killarney. Dit stadje ligt op de rand van het Killarney National Park en is het vertrekpunt voor rondritten op de Ring of Dingle en de Ring of Kerry. Dat trekt sowieso al veel toeristen aan en bovendien is het dit weekend (altijd eind juni/begin juli) Summerfestival en wordt er deze zaterdag een wielertoertocht gehouden. Het levert een overvolle plaats op. We zoeken ’s avonds nog wel het centrum op, lopen door de hoofdstraat en aanpalende straten met een overvloed aan restaurants en pubs. Het is een zachte avond, er wordt muziek gemaakt op straat en in de pubs, mensen wandelen rond, de sfeer is relaxt. In de pub, waar wij terecht komen, doen de muzikanten heel erg hun best maar worden zij helaas overstemd door de vele stemmen van het publiek en de rammelende glazen en flessen. We houden het er al snel voor gezien. 

Vorig jaar bezochten we in Killarney al Muckrosshouse en tuinen. Dat slaan we nu dus over. 

We rijden door naar Ross Castle, dat fraai aan een meer ligt. Een bezoek aan het kasteel laten we achterwege; we hebben na Bunratty wel even genoeg kasteel gezien. 
Ross Castle

Overnacht: 
  • In Bunratty twee nachten op Bunratty Camping- en Caravanpark. Dit is een kleine camping, waar plaats is voor zeven of acht campers achter een woonhuis. Er zijn simpele sanitaire voorzieningen en er is een kleine keuken. Er staat een wasmachine en er is gratis wifi. Campercontact 24399. Het is ongeveer een kwartier lopen naar het kasteel. We hebben echter ook campers zien overnachten op het parkeerterrein bij het kasteel.
  • In Killarney hebben we (met vijf andere campers) overnacht op het parkeerterrein bij Castle Ross, aan het einde van Ross Road. Dit ligt 2,2 kilometer van Mainstreet, Killarney, zo’n 25 tot 30 minuten lopen.
Dag 30, 31 en 32  van reis door Engeland en IerlandDag 10, 11 en 12 in Ierland               29 en 30 juni, 1 juli