> Search results for "vulkaan" Slakken op reis

Etna en Toarmina en Catania

De vogels kwinkeleren, de zon schijnt, de bladeren van de moerbeibomen maken een patroon van licht en schaduw op het ongemaaide gras en geven ons schaduw. We staan inmiddels op ASCI-camping La Zagara in Fondachello/Mascali. 

31 mei t/m 4 juni   Dag 18 t/m 22

We hebben deze camping gekozen als uitvalsbasis voor tripjes naar de Etna, naar Toarmina en naar Catania. De camping is wat sleets, het sanitair verouderd maar de campingbaas is uiterst vriendelijk en de plaatsen op het gras zijn on-Italiaans ruim. Denk aan een Franse camping, zo’n 25 jaar geleden en je hebt een beeld. Aan de overkant van de weg ligt een kiezelstrandje, waar we – als we eenmaal geïnstalleerd staan – de middag verder aangenaam doorbrengen. 




Etna

Bij een bezoek aan Sicilie, hoort natuurlijk een bezoek aan de Etna, Europa’s hoogste, nog werkende vulkaan. We trekken er een dag voor uit. Vanaf het plaatsje Zafferana (dat ’s morgens zo’n aardige, levendige indruk maakt maar in de namiddag op de terugweg helaas bijna uitgestorven lijkt) slingeren we via vele haarspeldbochten omhoog naar de parkeerterreinen van Rifugio Sapienza op 1900 meter hoogte. 
Camperaars mogen hier voor 12 euro ook de hele dag staan en's nachts overnachten.Zie Campercontact 7800. GPS: N 37.69967,  E 15.00033 
De hellingen van de Etna zijn vruchtbaar en de tocht gaat langs wijnstokken en vruchtbomen maar hier zitten we al ruim boven de boomgrens. Wat plukjes groen steken her en der tussen de lavastenen uit. Verder is de grond bruin/zwart van de gestolde lava. Vanaf de parkeerplaats met de gebruikelijke toeristenwinkeltjes en – cafeetjes wandelen we naar een tweetal kleine kraters, die in 2001 tot uitbarsting zijn gekomen. Eigenlijk zie je niets meer dan diepe, komvormige gaten in de grond met een doorsnede van enige honderden meters. 
helling van de Etna, op weg naar de krater



Achteraf is dat meer dan we van de eigenlijke krater, op ruim 3000 meter hebben gezien. Daar gaan we met een kabelbaan en verder met jeepachtige busjes naar toe. Truien, jacks en goede wandelschoenen zijn geen overbodige luxe. De tocht met de jeeps voert ons door een onvoorstelbaar landschap van alleen maar zwarte stenen. Gestolde lava en as dus, die zelfs hier en daar de sneeuw bedekt.
Geen gras, geen begroeiing, alleen maar glooiende zwarte hellingen. Alsof je door en langs enorme kolen- en ashopen rijdt. Een aantal dapperen loopt door dit maanlandschap van het eindpunt van de kabelbaan naar de eigenlijke krater; wij horen bij de meerderheid, die zich laat rijden, een tocht van ruim 20 minuten per jeep, alsmaar stijgend.
Eenmaal boven lopen we met een gids naar en over de kraterrand. Eerst zien we nog wel stoom, later is het zo nevelig, dat we van de eigenlijke krater niets zien. Wat jammer, bij helder weer moet dit spectaculair zijn. De kou, de wind, het zwarte landschap, de smalle kraterrand maken het met elkaar toch tot een ervaring, die we niet hadden willen missen.


As en lava op helling Etna, op weg naar de krater





Taormina

Het is het Hemelvaartsweekend en bovendien is 1 juni een Nationale Feestdag in Italie. Net als wij hebben heel wat Italianen besloten hun vrije dag door te brengen in Taormina. Het is tenminste behoorlikj druk in deze oudste toeristenplaats van Sicilie. Wij rijden vanaf de camping langs de kust naar Mazzaro. Bij de kabelbaan kun je met de auto parkeren en met diezelfde kabelbaan naar boven, naar de stad. In Taormina zelf mag je als niet-bewoner niet parkeren. De stad is toeristisch maar wel gezellig. 
Voor camperaars is het lastiger. Parkeren met een camper lijkt eigenlijk niet mogelijk.Een mogelijkheid voor parkeren en overnachten lijkt ten zuiden van de stad op een van de commerciële camperplaatsen in Giardini Naxos. Vanaf Campercontact  7857 is op 100 meter afstand een busverbinding naar Taromina. GPS: N 37.81858,  E 15.26429.
Ten Noorden van Taormina lijkt  ACSI camping La Focetta in Alessio Siculo  een mogelijkheid. Hiervandaan kun je ook met de bus naar Taormina. 

De hoofdstraat Corso Umberto in Taormina is tussen twee poorten een aaneenschakeling van mooie winkels, leuke restaurantjes en lekker ogende banketbakkers en ijssalons. Middelpunt van de stad vormt de Piazza del Duomo.










Het Griekse theater met fenomenaal uitzicht over zee.




Schilderachtig Taormina


Straatje in Taromina

Trekpleister van het stadje is het Griekse theater. Eigenlijk is er weinig Grieks meer aan, want het grootse deel stamt uit de Romeinse tijd; ook eerbiedwaardig oud. Net als in Siracuse wordt ook dit theater echt gebruikt en gaat het antieke deel deels schuil onder het hedendaaagse toneel en rijen stoelen. He decor is echter adembenemend mooi: zicht op de blauwe zee, de stad en de Etna. Al met al brengen we een aangename dag in de stad door. 
Enige dagen later zijn we nog een dagje in Taormina. Nu met zus, die in het verleden op Sicilië heeft gewoond. 

Gole di Alcantara

Een tochtje het binnenland in brengt ons vanaf Giardini Naxos via de SS 185 bij de Gole di Alcantara. Het riviertje heeft tussen steile basaltwanden een enorm diepe kloof gevormd. Vanaf de parkeerplaats lopen we het pad met uitzichtpunten langs de bovenkant van de kloof.

Het weggetje met vele trappen, dat naar beneden toe de kloof in voert is helaas afgesloten. Wel kun je met een lift naar beneden. We komen uit op een klein strandje. De mogelijkheid om de rivier door te waden naar de andere kant laten we aan ons voorbij gaan. We zien de mensen wiebelen op de gladde stenen, terwijl ze tot over hun knieën in het water staan en proberen de rest van het vege lijf droog te houden. 





Weer terug boven houden wij het bij het proeven van lokale producten. Vooral de amandelwijn bekoort ons.

Op de terugweg stoppen we nog in Castiglione di Sicilia, een schilderachtig (of vervallen, het is maar hoe je het bekijkt) plaatsje, hoog op de rotsen. Net als op veel plaatsen in Sicilie, kan bijna alles hier wel een lik verf gebruiken. 



Een gesprekje dat we even later in Linguaglossa hebben, verklaart veel. We raken er aan de praat met een Italiaans/Nederlands ouder stel, dat jarenlang Italiaanse restaurants in Rotterdam bleek te hebben gehad. Het leven hier is voor veel mensen moeilijk, zo vertellen zij. Sommigen moeten van heel weinig geld rond komen. Reparaties en onderhoud schieten er dan bij in.


Catania

Een uitvalsbasis voor Catania voor campers is ACSI-camping Jonio in Catania/Ognina.  Campercontact 30312  GPS: N 37.53281,  E 15.12008. Hiervandaan kun je  gemakkelijk met de bus(stukje lopen) naar Catania.  Buskaartjes zijn te koop in de tabakswinkel bij de bushalte.
Er is in Catanaia ook nog een grote bewaakte camperplaats op een mix-parking. Campercontact 24888  GPS: N 37.48729,  E 15.06507. Ook daarvandaan rijdt een bus naar de stad.  
Wij bezoeken Catania met de auto vanaf camping La Zagara in Fondachello/Mascali. 


Een zelfde soort gesprek als in Lunguaglossa hebben we een dag later in Catania. Een Italiaan, die decennialang bij de Hoogovens heeft gewerkt, meldt ons dat het onmogelijk is huurders te vinden voor appartementen, die hij heeft bij de haven van Catania. Half Sicilie is te koop of te huur. Ook hij vertelt dat de economie er slecht voor staat en dat de mensen het moeilijk hebben. 

In Catania kijken we deze ochtend onze ogen uit op de vismarkt. Tonijn, zwaardvis, sardientjes, allerlei soorten zilverige vissen, kreeftjes, garnalen, mosselen, inktvis, slakken, alles ligt er. Met enorme messen snijden de kooplui plakken van de grote vissen. Het is een drukte van belang; heel Catania komt hier vis hallen, zo lijkt het. De vismarkt gaat over in de inmiddels bekende kramen met groenten en fruit, kaas en noten.












 Later lopen we langs de enorme Dom en door de Via Ettnea langs de winkels. Bij het Piazza Stesicoro lopen we nog over de gewone warenmarkt met vooral goedkope kleding en schoeisel. We lunchen uitgebreid in een zijstraatje van de Via Ettnea en bewonderen de vele barokke gebouwen in de Via Crociferi en later het theater op het Piazza Bellini.







Daarna tijgen we naar het vliegveld om zus op te halen. Dat wordt een lange zit, want het vliegtuig heeft vertraging. Uiteindelijk landt ze om half een ’s nachts. 

Een uur later rijden we de camping La Zagara weer op, waar de aardige campingbaas de poort nog open heeft en op ons wacht.

Sorrento en Capri

10 en 11 juni   Dag 28 en 29

Weer een korte verplaatsing. We rijden van Paestum naar het ‘schiereiland’ van Sorrento en komen terecht in Seiento. Er zijn daar drie campings vlak bij elkaar: Villaggio Turistico Azurro, Seiano Spiaggia en Sant’Antonio. De eerste is een campingcheque camping, de andere twee accepteren de ASCI-Card. Ze liggen alle drie aan hetzelfde zeer smalle, bochtige weggetje, net na een brug.

Het begint al goed (of fout eigenlijk) als we halverwege de kilometer te gaan een enorme vrachtauto tegen komen. We kunnen elkaar onmogelijk passeren. Met precisie en engelengeduld loodst de bijrijder van de vrachtauto ons en hem centimeter voor centimeter langs elkaar heen, druk gebarend hoe te sturen. Dankzij die aanwijzingen en Jobs stuurmanskunst lukt het elkaar te passeren. Aan de rechterkant hebben we nog precies 2 centimeter vrij tussen de caravanwand en de muur/rotswand. Het lukt en mis is mis, tenslotte. 
N.B. Zo'n vrachtwagen tegen komen met de camper was nog vervelender geweest. Onze caravan was 2.29 breed. Onze camper meet (exclusief spiegels) 2.38 meter. 

‘Karakteristiek’ noemt de campingbaas het als we vertellen dat zijn camping Azurro wel erg moeilijk bereikbaar is. Het blijkt geen goede keus. De camping blijkt ’s morgens vroeg (althans vóór half acht) geen warme douches te hebben. Erger nog is het lawaai van de af en aan rijdende auto’s en scooters de hele avond en halve nacht over het smalle weggetje. Voordeel is wel dat vanaf het haventje, 300 meter verder, dagelijks een boot naar Capri vertrekt.
N.B. We zijn later verkast naar Pompei. De camping aldaar ligt vlakbij de opgravingen en vlakbij het station. Je kunt dan gemakkelijk met de trein naar Sorrento en naar Napels. 
N.B.2 Een andere mogelijkheid is Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Sorrento

Vrijdagmiddag rijden we nog naar Sorrento.
En ook dat blijkt geen onverdeeld genoegen. Het schiereiland kent maar één, zeer bochtige en zeer drukke weg. We hebben onderweg een prachtig gezicht op de baai, dat wel. Sorrento zelf is enorm druk met auto’s en scooters. Het oude centrum blijkt leuk, met oude straten, hoge huizen en bijzondere winkeltjes.


vlakbij camping in Seiento


Sorrento


Capri

Nog meer de moeite waard, is de volgende dag de tocht naar Capri. Een snelle boot, type waterbus, brengt ons er in zo’n drie kwartier.  De afvaartplaats is slechts een kwartiertje lopen vanaf de camping. 
Terwijl het op het vasteland regent, baadt Capril in de zon. Het is een prachtig eiland met niet alleen mooie winkels maar ook prachtige vergezichten. We laten de stad Capri al gauw achter ons en wandelen naar de Arco Naturale: een natuurlijke boog, waar achter we het azuurblauwe water zien met daarin fraaie jachten..


Uitzicht in Capri


Villa Jovis in Capri


Villa Jovis in Capri

We lunchen er niet ver vandaan. Daarna wandelen we verder naar Villa Jovis. Daarvandaan dalen we steil af over een smal pad naar villa Lysle. Hoe mooi de rijke dichter, die dit fraais liet bouwen, er woonde, is nog steeds te zien. Terrassen met uitzicht op zee en prachtige, hoge kamers: een paleis voor de happy few.
Eenmaal terug in Capri-stad hebben we nog net tijd voor een busritje naar Anacapri.
Capri is duur (13,20 voor drie koppen koffie) maar zeer de moeite waard.


Tip: Je kunt ook van Sorrento of van Napels naar Capri.Op de site van Euroreizen.be is info over Capri te vinden, inclusief een gratis te downloaden reisgidsje. 

Pompeï, Vesuvius, Napels en Amalfikust

De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï. 

12 t/m 16 juni    Dag 30 t/m 34

Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we maar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: ter plekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg. 
Wij zijn naar Pompeii gereden. Een andere mogelijkheid was geweest Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. In Sorrento kun je met de trein naar Pompeii, de Vesuvius  en naar Napels. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Pompeii

Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken. 
De camping is een goede keus voor verschillende uitstapjes. Vanaf de camping gaan we niet alleen gemakkelijk naar de opgravingen maar ook gemakkelijk per trein naar Napels, de Vesuvius en Sorrento en de Amalfikust. 

Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.









Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tijd nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.  
                                                     

Napels

Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. 

Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt.

De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.

















Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij.

In een ander straatje (de Via San Gregorio Armeno) vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Tussen de Bijbelse figuren en de eenvoudige dorpelingen staan ook beelden van politici, filmsterren en internationale beroemdheden.Napels is dan ook dé stad van de kerststal, waarbij het ambacht van de makers vaak over gaat van vader op zoon. 

Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk.

 De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. 

We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.


Amalfikust                                                

Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 euro voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi.  De bussen rijden regelmatig en doen belangrijke plaatsen als Positano, Amalfi en Ravello aan. 
Sorrento is ook een bezoek waard. Vanuit Sorrento gaan ook excursies per boot naar Capri en langs de Amalfikust. 

De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt echter wel het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. 
Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.













Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. 

We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan.

                                                                -0-0-0-0-0-0-

Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen.

                                                               -0-0-0-0-0-0-

Vesuvius

16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op.

Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna  op Sicilië maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.













 Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!