> Search results for "Ierland" Slakken op reis

Met de camper naar Ierland


In augustus 2016 gaan we met de camper naar Ierland. We waren eerder meermalen in Dublin en in 2007 reisden met onze caravan door Ierland. Toen zagen we vooral het midden en het zuiden van het land, nu doen we ook het Noorden aan en rijden we een flink stuk van de Wild Atlantic Way, langs de kust van de Atlantische Oceaan. 



Naar Ierland ga je niet voor het mooie weer. Het land wordt vaak als eerste aangedaan door de depressies, die van de oceaan komen. We weten het dan ook: het kan er koud en nat zijn. "Vier seizoenen op een dag", noemde onze zoon het, die er jarenlang woonde. We kennen het land verder van het droevige en bijna van vocht doortrokken boek van Frank McCourt De As van mijn Moeder. Uiteindelijk hebben wij maar drie dagen met veel regen gehad. Daarnaast zeker zeven of acht dagen mooi zonnig weer. De rest van de dagen was het steeds afwisselend zonnig en bewolkt met af en toe een drizzle-bui. 

We komen in Ierland door met de PenO-ferry van Rotterdam naar Hull te varen, vervolgens zo;n 450 kilometer te rijden naar Cairnryan in Schotland en daarvandaan over te varen naar Larne in Noord-Ierland. Zo gaan we over twee zeeën naar Ierland.

Onze route voert ons en de camper vervolgens via Belfast langs de Causeway Coastal Route langs de kust van Noord-Ierland. In Donegal pakken we de Wild Atlantic Way op en rijden we met de camper door de ruige counties van Donegal en Connemara. Later komen we langs de Cliffs of Moher en rijden we in het zuiden over het Schiereiland Dingle en vanuit Killarney over de beroemde Ring of Kerry. 

Daarna verlaten we de Wild Atlantic Way. We gaan oostwaarts naar emigratiehaven Cobh (Quenstown) en genieten we van een stukje groene zuidkust en het middeleeuwse Kilkenny. We beëindigen  onze campertocht door Ierland met een rit door de Wicklow Mountains. 

Via Dublin varen we tenslotte de Ierse Zee over naar Holyhead. Zo’n 350 kilometer oostelijker stappen we in Hull weer op de boot naar Rotterdam. 


We zijn in totaal 27 dagen uit en thuis en hebben in die tijd 3536 kilometer afgelegd. We zagen een grillige kustlijn met soms duizelingwekkend hoge kliffen, lieflijke baaien, stille dorpjes, kastelen en tuinen. We reden over soms smalle wegen door een prachtig land, groen, woest soms, ongerept nog op verschillende plaatsen en hebben genoten van de muzikale avonden in pubs. 

Veel inspiratie hebben we opgedaan uit de sites: www.ditisierland.nl en 
www.ireland.com/nl-nl

Overnachtingsplekken vonden we via www.campercontact.com/nl en de Reisverhalen van Gea en Wim: www.reisverhaleneuropa.nl/ 
Ook zijn we lid geworden van www.safenightsireland.com/, een site met adressen waar we voor 10 euro per nacht met de camper kunnen overnachten. Uiteindelijk hebben we die site niet gebruikt; het systeem dat je eerst moet bellen naar een overnachtingsadres vinden we te ingewikkeld. 
Voor het vinden van campings was het gratis boekje Caravan Camping & Motorhome Guide van wwwcampingireland.ie  heel  handig. Er staan circa 90 campings in. 


In 2017 heeft een Ierse mede-camperaar ons geattendeerd op de app van motorhome parking ireland. Deze app kost 6 euro en laat dan op een kaart zo'n 600 overnachtingsplekken zien. We vonden het dat jaar een heel handige app.  

Verder hebben we veel plezier gehad van onze Collins-wegenatlas. We hebben ons voornamelijk gericht op de gele R-wegen in die atlas. Die waren goed berijdbaar met onze 2.35 meter brede camper. Witte weggetjes zijn soms nauwelijks smaller maar soms ook niet meer dan een karrenspoor. Wij hebben ze niet veel gereden.

De gereden route staat aangegeven op de vier kaartjes hieronder. De afzonderlijke stukken reisverslag staan bij de kaartjes aangegeven maar zijn ook te vinden in het groene uitklapmenu rechts. Doorscrollend naar beneden is ook het hele reisverslag achter elkaar te vinden. 


Van Belfast via Donegal tot Sligo

Belfast

Causeway-coastal-route

Donegal en Sligo



Van Sligo via Wild Atlantic Way naar Galway

Door Mayo en Connemara via Achill-eiland nar Galway

Van Galway via Doolin en Dinble naar Killarney

De Burren, Kliffen van Moher en Aran-eiland

Schiereiland Dingle-en-Muckross-House bij Killarney

Van Killarney de Ring of Kerry. Vervolgens naar Cobh, Kilkenny en de Wicklow Mountains naar Dublin

Ring of Kerry

Cobh, Coppercoast en Kilkenny

Wicklow Mountains en Howth


N.B. Een jaar later heeft Peter van het Hurktoilet deze reis in grote lijnen gemaakt maar andersom. Hij geeft in zijn korte verslag  op het Camperforum ook een heleboel camperplaatsen.

N.B. 2  In 2017 zijn we weer in Ierland geweest. Dat verslag staat op: Met de camper door Ierland 2017

N.B. 3  Delen van beide verslagen omvatten de hele Wild Atlantic Way 



Over twee zeeën naar Ierland

Er zijn verschillende manier om met de camper in Ierland te komen. De meest voor de hand liggende route voor Noord-Ierland lijkt met de boot van IJmuiden naar Newcastle, door Noord-Engeland naar Cairnryan in Schotland rijden en daarvandaan de Ierse Zee oversteken naar Larne of Belfast. De boot naar Newcastle is op onze vertrekdatum echter helaas uitverkocht. We kiezen daarom voor de overtocht van Rotterdam-Europoort naar Hull. 

Weliswaar moeten we dan wat verder rijden in Engeland maar Rotterdam is voor ons als vertrekpunt wel lekker dichtbij en daarmee een ontspannen begin van de reis. 


Dag 1 en 2      9 en 10 augustus 

We schepen dinsdagavond in op de Pride of Hull en staan op het onderste dek met onze kleine camper als dwerg tussen de reusachtige vrachtauto’s. 



We kennen deze route en vinden het altijd een feestje: er is een buffetmaaltijd, een gezellige lounge met comfortabele zitjes en live-entertainment. Je kunt taxfree winkelen, gokken of naar de bioscoop. Kortom, de avond is zo om. Terwijl wij in onze hut lekker slapen, vaart het schip zoetjes maar gestaag door en loopt rond 7 uur al de haven van Hull binnen. 

De volgende morgen moeten we daarom vroeg op (6 uur lokale tijd) en ontbijten. Maar om half 8 rijden we al in Hull van boord en hebben we dus ruim tijd om de 450 kilometer naar Cairnryan in Schotland te overbruggen. TomTom rekent daarvoor 5 uur en een kwartier rijtijd en dat klopt goed. 

De route schiet het eerste stuk via de M63 en de A1(M) flink op. Vanaf Scotch Corner wordt dat anders. We volgen dan westwaarts tot Penrith de A66 en dat is deels een vierbaansweg, deels een ouderwetse Engelse tweebaansweg. Het gaat minder snel maar het is wel het mooiste deel van de route. Engeland lijkt hier een landschapspark met zijn oude boerderijen, muurtjes van gestapelde stenen, kuddes schapen en de uitgestrektheid van de uitlopers van de Yorkshire Dales. Met spijt in het hart moeten we vanwege de tijd dit Nationale Park nu links laten liggen maar we weten hoe zeer het de moeite waard is hier rond te rijden of – beter nog – te wandelen. 

Van Penrith gaat het via de M6 naar Gretna Green. Dit Schotse stadje, waar trouwlustige paartjes vroeger in de smederij konden trouwen, slaan we dit jaar over. We waren er eerder in 2012 tijdens  onze reis door Schotland per camper toen. 
In een rustig gangetje rijden we nu westwaarts door Zuid-Schotland over de tweebaansweg A75.

Ruim op tijd zijn we in Cairnryan en daar brengt de volgende – veel eenvoudiger - boot ons om half 5 in twee uur varen naar Larne.



Wachten voor de ferry naar Larne

Na een klein uurtje rijden zijn we daarna in Belfast, waar we op camping Dundonald bij de Icebowl in het Oosten van de stad voor de komende nachten een plekje hebben. 

Tip: Wil je niet naar Belfast, dan kun je ook vlak bij Larne overnachten. Riet-Roze de Booij gaf de volgende overnachtingsplaats aan: 


Bijschrift toevoegen
De Roundtower in Larne.  Deze staat langs de waterkant (Boulevard). Als je van de boot komt ga je naar Curren Road, waar ook een goeie camping is, kost 19 pond. Dan Bay Road richting zee. Daar zie je de tower. Die rijd je voorbij en vervolgens loopt de straat dood: Caine Memorial Road, GPS. N54,8509927 E 05,7971204. De tower staat ook met bordjes aangegeven. De plaats is rechts op de foto, een stukje verder. Het is geen officiële camperplaats; je staat gewoon langs de kant van de weg. 
foto van Riet-Roze de Booij

Overnacht: Camping Dundonald, Old Dundonald Road 111 in Belfast. Melden bij de receptie van de Icebowl. www.campercontact.com/nl/no. 14634

GPS: N 54.58901,  W 5.81727 


Gereden: Vanaf huis 546 kilometer Weer: In Engeland droog, zonnig en licht bewolkt, in Schotland zwaar bewolkt en regen, in Ierland bewolkt en droog.

Met de camper in Belfast

Met de camper in Belfast

In Belfasts verleden vallen twee dingen op: de scheepsbouw, met als hoogtepunt de bouw van de Ttitanic en van recenter datum de onlusten tussen Protestanten en Katholieken en tussen mensen die bij Groot-Britannië willen blijven horen en de groep, die het liefst aansluiting bij de Republiek Ierland ziet. In beide zaken hebben we ons op een bescheiden manier verdiept tijdens de twee dagen dat we met de camper in Belfast zijn. 

Causeway Coastal Route met de camper


Van Belfast rijden we terug naar Larne om vanaf daar met de camper de Causeway Coastal Route te volgen. Deze goed berijdbare route volgt voor het grootste gedeelte de A2 en loopt pal langs de kust. En ook op plekken waar de weg even het binnenland in buigt is de zee nooit ver weg. 


Dag 5 en 6       13 en 14 augustus 


Causeway Coastal Route










Het wordt een onvergetelijke tocht langs een van de mooiste kustroutes die we ooit hebben gereden. Rechts van ons steeds de grijze zee met in de verte de nevelige contouren van stukken Schotse kust. Na bijna iedere bocht weer een nieuwe baai met soms een geel zandstrand en soms grijze rotsblokken en uit zee oprijzende groene kliffen. Links van ons groene heggen, groene weiden of groene hellingen met grazende schapen. De weg voert door kleine plaatsjes met veelal witte of crème huizen, van waaruit de bewoners een weids uitzicht op zee hebben. Kortom, het is een route die noodt tot vaak stoppen om foto’s te maken of een keer koffie te drinken. 


Touwbrug 

Vlak voor Ballintoy houden we een uitgebreide stop om naar de Cannick-a-Rede touwbrug te wandelen. Deze smalle, wiebelende brug overspant zo’n dertig meter boven zee een smalle kloof tussen twee rotsen en werd vroeger vooral gebruikt door vissers. Tegenwoordig staat de brug onder bescherming van de National Trust en heb je een kaartje van bijna 6 pond nodig om er overheen te mogen wandelen. De animo is groot, want er staat een zeer lange rij voor het kaartverkoophokje. 

Tip:  Als je slechts naar de brug wilt lopen om er foto’s te maken en niet van plan bent om er daadwerkelijk overheen te lopen, heb je geen kaartje nodig en kun je langs de rij lopen. Dat deden wij. 


Toegegeven: eenmaal dichterbij gewandeld ziet het er minder eng uit dan we tevoren vreesden. Desalniettemin hebben we het bij foto’s gelaten. 


Giants Causeway

Slechts een paar kilometer verderop, kort voor Bushmills, ligt de grootste attractie van de Coastal road: de Giants Causeway. Deze natuurlijke trappen bij de zee  bestaan uit een verzameling vijf- of zeskantige basaltblokken. Ze zouden volgens geologen zijn ontstaan door een vulkaanuitbarsting van miljoenen jaren geleden, waarna de basaltrotsen in deze blokken samensmolten. Met elkaar vormen ze heuveltjes van trapvormige stenen of rijzen ze op elkaar gestapeld wel 12 meter op. 







Volgens de volksverhalen is de Causeway het werk van de reus Finn en zou dit het begin zijn van een weg van Ierland naar Schotland. 

Hoe dan ook zijn de gestapelde blokken met elkaar een bijzonder gezicht. Het geheel staat onder bescherming van de National Trust en die heeft voor een indrukwekkend bezoekerscentrum gezorgd met heel veel informatie. Er hangt wel een prijskaartje van 9 pond per persoon aan!. Desalniettemin is het ook hier in deze vakantietijd erg druk en beklimmen families en groepen toeristen dit natuurfenomeen. We zijn hier al laat in de middag, waardoor we helaas geen tijd meer hebben om in het gebied een langere en hogere wandeling te maken. 

Een gratis plek voor de nacht vinden we samen met zo’n tien campers op het mix-parkeerterrein (met pendelbus naar Giants Causeway) in Bushmill. www.campercontact.com/nl/no. 49830   GPS: N 55.20721,  W 6.52288 


Muziek in de pub

Vlakbij het terrein staat de Bushmill Inn en daar is deze zaterdagavond levende muziek. Als in een soort huiskamer bespelen vijf lokale 60-plussers en een wat jongere dame met elkaar vele verschillende instrumenten en klinken er Ierse liederen. Soms wordt er meegezongen en even laat een jonge pubbezoekster een traditionele dans zien. Een leuke ervaring, waar we in de volle pub zeer van genieten. 


Vervolg Coastal Route naar Republiek Ierland

De volgende zondagmorgen ( Dag 6) vervolgen we laat de coastal route langs de ruïne van Dunluce Castle en typische Britse badplaatsjes als Portrush en Portstewart.


Dunluce Castle


 De route voert verder door en groen landschap richting Londonderry (Derry voor de Ieren). Onzichtbaar steken we hier de grens over naar de Republiek Ierland en rijden richting Letterkenny. Ons doel is Glenveagh National Park. Campings en camperplaatsen komen in deze omgeving echter niet voor (althans niet op onze lijsten). We rijden daarom noodgedwongen verder de N56 af richting kust. We vinden uiteindelijk een camping in Downies. Hier kunnen we ook de Wild Atlantic Way oppikken, richting het zuiden. 


Overnacht:
Gereden: Deze twee dagen samen 283 kilometer Weer: Half bewolkt, zo nu en dan zon, vrijwel droog. Wel fris, vestjesweer.

Donegal en Sligo

Donegal 

“Fourty shades of green”, veertig tinten groen, zong Johnnie Cash, geïnspireerd door zijn bezoeken aan Ierland. We kunnen zijn impressies beamen, als we – onder een stralende zon – twee dagen dwars door een flink deel van county Donegal rijden. De tinten groen van grasland, weiden, bosschages, heggen en berghellingen zijn niet te tellen. 

Dag 7, 8, 9        15, 16, 17 augustus

Ons streven is om zoveel mogelijk de Wild Atlantic Way te rijden. Op zich is dat niet moeilijk, want de route voert over gewone, bestaande wegen, volgt waar mogelijk de kustlijnen en wordt steeds aangegeven met een blauw bordje met een wit golfje. Bordjes volgen en soms spoorzoeken dus door een landschap van weiden en met gras begroeide duinen. 

N.B. In 2017 waren we ook in Donegal en reden we het eerste deel van de Wild Atlantic Way. 


National park Glenveagh

Zo nu en dan wijken we echter ook af van de route, in Donegal omdat we ook het National Park Glenveagh willen zien en dat ligt niet aan zee. Hier ziet het landschap er echt anders uit. De kalige bergwanden doen denken aan Schotland, een beeld dat nog versterkt wordt door de rij van lochs in het park. 



Glenveigh Castle

Uitzicht vanuit Glenveigh Castle

Glenveigh Castle ligt prachtig aan een meer


Het geheel is een natuurgebied, waar je verder niet met de auto in mag; parkeren kan bij het bezoekerscentrum. Een shuttlebus brengt ons verder naar Glenveagh Castle, prachtig gelegen aan de rand van het loch en met zicht op de bergen. 


Kasteel

Het kasteel – dat rond 1870 als huis voor de jacht is gebouwd – werd door de drie achtereenvolgende eigenaren als zomerverblijf gebruikt. De ontstaansgeschiedenis is ronduit droevig: de eerste eigenaar verjoeg zijn pachters en hun gezinnen, bij elkaar rond 270 mensen, van het door hem aangekochte land om het als jachtgebied te kunnen gebruiken. Een paar jaar later is het kasteel gebouwd, toen nog vreemd afstekend in het verder ongerepte landschap. . 
Zijn weduwe en de laatste eigenaar hebben rond het kasteel meer dan 10 hectaren aan tuinen laten aanleggen. Het kasteel zelf kunnen we alleen bezoeken met een rondleiding maar de gronden rondom het kasteel zijn vrij toegankelijk en bieden verschillende wandelingen. Al met al kun je er gemakkelijk een hele of halve dag zoet brengen. 

Wij rijden na enige uren door en zoeken, rijdend langs de rand van het National Park, de WAW weer op. 




We zijn overigens blij met onze Collins-atlas van Ierland. Hierin kunnen we de route goed volgen. Bovendien geeft de atlas de plaatsnamen naast het Gaelic ook in het Engels weer. Langs de weg staan op sommige kleine richtingaanwijzers alleen de plaatsnamen in het – voor ons onleesbare – Gaelic. 


Overnacht: Een betoverend plekje voor de avond en nacht vinden we op een doodlopend weggetje bij Mullaghdoe Beach. Campercontact 28850

GPS: N 55.03708,  W 8.36932 Je loopt er via een trap zo een strandje op We maken er nog een korte wandeling, dwars door het veld, naar een monumentje ter nagedachtenis van een mijnramp. Weer: zonnig en droog.Gereden: 90 kilometer 


Dag 8

Donegal-tweed in Ardara

De volgende dag rijden we verder via de WAW en stoppen we in Ardara, het centrum van de tweedweverij. In de Triona-weverij kunnen we – samen met een bus vol Amerikaanse toeristen – een kleine demonstratie bijwonen van het weven en verwerken van de Donegal-tweed. Leuk om te zien maar het gaat de weverij natuurlijk vooral om het verkopen van jassen, sjaals en truien. 




Dunbevolkt

Donegal geldt met zijn 160.000 inwoners als een ruige en dunbevolkte county. Toch zien we langs onze route regelmatig bebouwing van kleine dorpjes of los staande huizen. Ons valt daarbij op dat vrijwel alle huizen vrijstaand zijn, geen Ier hier, die in een rijtjeshuis woont. Rond alle huizen zien we ook een flinke lap grond. Het geheel maakt op ons een welvarende indruk. 


Kliffen van Slieve League

Hoogtepunt van de dag is het bezoek aan de hoge kliffen van Slieve League. Deze kliffen rijzen zo’n 600 meter vrijwel loodrecht uit zee op en zijn wel twee keer zo hoog als de beroemde kliffen van Moher. 
De kliffen staan goed aangegeven met bruine borden. Op een gegeven moment vanaf de R263 de borden Burglass Point volgen. Vanaf de parkeerplaats is het over een op- en neergaande weg nog zo’n 20 minuten lopen naar het uitzichtpunt op de kliffen. Het is een prachtig en imposant gezicht. 


Anne van Dit is Ierland heeft een leuk artikel over deze kliffen geschreven. 




Kliffen van Slieve League



In de omgeving ligt het dorpje Glencolumbkille. Hier is een Folk Village Museum met  cottages uit de periode 1700 tot 1900 te bekijken. We realiseren ons dat echter te laat, Terug rijden zien we niet zitten, zodat we uiteindelijk dit openluchtmuseum hebben gemist.  
In 2017 hebben we dit goed gemaakt en zijn we tijdens die tocht door Donegal wel in Glencolumbkille en het aardige museum geweest. 


Reel Inn in Donegal-town

We rijden van de kliffen terug naar Killybeg en door naar Donegal Town, een plaatsje met een aardig centrum, met restaurantjes, pubs en winkeltjes. Gezellig om doorheen te lopen.

We beleven ook in Donegal een muzikale avond in de pub, The Reel Inn in Bridgestreet. Er is hier iedere avond muziek en dat trekt een mix van toeristen en lokaal publiek. Deze avond spelen er 2 50-plussers. Ook treden er drie zusjes op, die Ierse dansen uitvoeren en zo als jongeren een Ierse traditie in ere houden. Dat Ieren van jong tot oud kunnen zingen bewijzen de jonge barkeeper, die een paar nummer zingt maar bovenal een 96-jarige man uit Belfast. Deze kan niet alleen samen met zijn ook bejaarde vrouw alle nummers woordelijk meezingen maar zingt ook met vaste en heldere stem twee songs solo. Een emotionele gebeurtenis, die hem applaus van de pubbezoekers oplevert. Kortom, ook weer een bijzondere avond.








Overnacht: Quai Street Car Park, Campercontact 26230. Op 500 meter van centrum.  GPS: N 54.65110,  W 8.11440 
 Weer: prachtig zonnig en warm weer.


Sligo

Dag 9

We worden na een nacht slapen met regen wakker. Het weer is volledig omgeslagen. Via Ballyshannon rijden we naar Sligo, de stad waar de dichter Yeats woonde en werkte. Hij ligt begraven in Drumcliff, 6 kilometer voor Sligo, vlakbij een vreemd gevormde tafelberg.





Carrownor Megalithische Begraafplaats

De stad Sligo zelf slaan we over. Wel stoppen we een stukje ten zuiden van deze plaats bij de Carrownor Megalithische Begraafplaats, een verzameling van 5500 jaar oude grafcirkels en hunebedden. 





Overnacht: We rijden door richting Ballina en vinden alweer zo’n mooi plekje voor de nacht, aan een klein haventje in Crossmolina.  Campercontact no 46213   GPS: N 54.09339,  W 9.29920   Gereden deze twee dagen: 286 kilometer Weer: Zwaar bewolkt, veel regen, 16 graden.

Door Mayo en Connemara naar Galway

Van Sligo in county Mayo naar de havenplaats Galway is via de kortste weg, dat wil zeggen de N17, maar 83 kilometer, ongeveer een flink uur rijden. Hoe lang Ierlands kustlijn wel niet is, blijkt wel uit de route, die wij via de Wild Atlantic Way volgen. De afstand tussen beide plaatsen is dan maar liefst 525 kilometer; we doen er met de camper vier dagen over. 


Dag 10 t/m 13        18 t/m 21 augustus 


Leeg en ongerept

Als we al dachten dat Donegal dunbevolkt was, dan lijken er in county Mayo en later in Connemara nog minder mensen te wonen. Afgezien van wat piepkleine dorpjes is dit vooral het land van de schapen, zo lijkt het. We zien deze witte dieren met veelal een zwarte kop op het veld maar ook regelmatig op de weg. 

We blijven deze dagen met de camper de bordjes van de Wild Atlantic Way volgen maar dat betekent lang niet altijd, dat we vlak langs de oceaan rijden. Al zien we vaak genoeg water, baaien en haventjes, we rijden ook hele stukken door en langs heide of moerassig veenland. Aan de hopen turf langs de weg zien we dat mensen hier nog turf steken en dat gebruiken om hun huizen mee te verwarmen. 


hopen turf

Het land is in deze streken leeg, bijna ongerept en het heeft vaak een vreemde en soms geheimzinnige mengeling van lieflijk en tegelijkertijd desolaat.

Het landschap is soms licht golvend en soms rijden we ook langs met groen-bruin veen beklede bergen of zien we deze in de verte. 


Killala en Bulmelet   

Dag 10

We gaan van Crossmolina met de camper weer een stukje terug naar Ballina en volgen dan via R314 weer de WAW, die hier deels langs de oceaan en deels door het binnenland voert. We stoppen even in Killala aan de Killala-baai en later heel westelijk in Bulmellet, een plaatsje dat lijkt te bestaan uit een verzameling kleurige winkeltjes, gokkantoortjes en pubs. Het is ons niet duidelijk waar mensen hiervan bestaan en verwonderen ons erover hoe ze in zo’n verlaten oord kunnen wonen en leven. De grillige kustlijn bestaat hier uit schiereilandjes en baaien. 




National Park Ballycroy

Onze route gaat terug naar de inmiddels bekende hoofdweg N59 en komt langs het National Park Ballycroy. Het park zelf bestaat vooral uit met vochtig veen beklede berghellingen en is vooral toegankelijk voor ervaren wandelaars met een goede uitrusting. Er is wel een prachtig bezoekerscentrum, waar het ontstaan van het veen en het leven in dit onherbergzame landschap uit de doeken word gedaan. 


Achill-eiland

De WAW-route slingert verder westwaarts naar het grootst eiland van Ierland: Achill-eiland, dat overigens met een brug is verbonden met het vasteland. Wij rijden hier naar het meest noord-westelijke puntje van Europa, een klif bij Keem. Weg R319 brengt je hier letterlijk even naar het einde van de wereld, waarbij onderweg prachtige vergezichten de beloning zijn voor het rijden over het smalle, stijgende weggetje. 






Hetzelfde geldt voor de Atlantic Drive, die over de zuidelijke punt van het eiland gaat. Een stukje route, waar je de golven echt op de rotsen ziet beuken. 

Achteraf hebben we nog een bezienswaardigheid gemist. Op het eiland ligt ook de Deserted Village, zo'n 3 kilometer ten westen van Dugort aan de voet van de Slievemore. Het is een vervallen dorp, dat in de tijd van de Groe Hongersnood (1845-1848) door de hongerende inwoners werd verlaten. 


Overnachten zou goed kunnen op het parkeerterrein bij het strandje bij Keem. Er is echter storm en regen voorspeld; we kiezen daarom voor camping Keel Sandybanks Caravan & Camping Park bij Keel. Campercontactno. 21836. 


Westport

Dag 11

Weer met de camper van het eiland af leidt de volgende dag de route naar Westport. Dit blijkt een gezellig stadje, weer met tal van mooie huizen, kleurige winkels, restaurants en pubs. Er loopt zelfs een Hollands aandoend water onder een boogbruggetje dwars door het stadje. Het is er druk maar met enige moeite vinden we net buiten het centrum toch een parkeerplekje. In Westport brengen we met plezier enige uren door en dan hebben we het Westport House met zijn park (en camping) nog overgeslagen. 



We rijden verder en stoppen even bij het Nationaal Famine Monument, dat de vreselijke hongersnood herdenkt van de jaren na 1845, toen enige jaren achter elkaar de aardappeloogsten mislukten en de arme boeren letterlijk niets te eten hadden en van de honger stierven. Meer dan een miljoen Ieren ontvluchtten toen het land en zochten een nieuw leven in Australië en vooral in Amerika. Nog eens een miljoen mensen stierven. Het monument in de vorm van een schip met daarin tot skeletten vermagerde wanhopige mensen  geeft deze periode weer.  




De route gaat verder door een wel heel verlaten landschap, langs het mooi Doo Lough. Rijdend langs de Killary-baai komen we bij Leenane wederom op de N59. 




Een mooi plekje voor de nacht vinden we bij het bezoekerscentrum van het Connemara National Park bij Letterfrack. Campercontact 24867.  GPS:
N 53.55052,  W 9.94555.
Gereden: zigzaggend langs de kust hebben we deze twee dagen in totaal 350 kilometer gereden. 
Weer: dag 10 bewolkt maar de hele dag droog. 
Dag 11:  begonnen met een half bewolkte lucht en wat zon, in de middag diverse buien.

Connemara National Park

Dag 12

Na onze overnachting bij het bezoekerscentrum van het Connemara National Park staan we de volgende morgen (dag 12) daar al vroeg binnen. Ook hier weer veel informatie over de vele neerslag, het ontstaan van het unieke veenlandschap en de turfwinning. Dit Nationale park is wat toegankelijker dan NP Ballycroy. 

We maken er een van de mooie uitgezette wandelingen, die de heuvels invoert. Het is jammer, dat het zo bewolkt is en er een natte nevel hangt, waardoor we niet ver weg kunnen kijken en het panorama met een grijs waas bedekt lijkt. 






Kylemore Abbey

Na deze wandeling wacht een paar kilometer terug de prachtig gelegen Kylemore Abbey. Bij de Abbey hoort een droevige love-story. Het enorme gebouw is rond 1868 (in dezelfde periode als het kasteel bij Glenveagh) als gezinshuis gebouwd door ene dokter Henry Mitchel, speciaal voor zijn vrouw, die dit plekje jaren eerder, tijdens hun huwelijksreis, zo mooi vond. Droevig genoeg heeft zij er maar enige jaren van kunnen genieten, want zij overleed op 45-jarige leeftijd in 1874. Op het terrein staat ook nog een mini-kathedraal, die de bedroefde Henry liet bouwen ter nagedachtenis aan haar. 






Later werden kasteel en omliggende gronden het eigendom van de Benedictijner nonnen, die er tot 2010 een meisjesschool/annex kostschool bestierden (schoolgeld `15.000 euro per jaar). Tegenwoordig zijn het huis en de prachtige tuinen te bezichtigen. We brengen er met plezier enige uren zoet. 





Clifden en Roundstone 

Eigenlijk wilden we na de bezoeken de rest van de zaterdag door brengen in Clifden maar die plaats is niet erg campervriendelijk. We vinden slechts met moeite een parkeerplekje. Het stadje zelf is leuk en gezellig met tal van winkeltjes, restaurantjes en pubs. Ons plan om hier wat te eten en een gezellige avond in de pub te hebben, gaat niet door. Overnachten met de camper is in en bij Clifden nergens toegestaan.  
We hebben nog even gekeken bij de camping bij Clifden www.clifdencamping.com, maar deze ligt ruim 3 kilometer van het centrum; te ver om 's avonds langs een smalle, donkere weg naar toe terug te lopen, vinden we. Op www.campercontact.com/no. 30296 staat bij de reviews weliswaar slechts 1,5 kilometer maar die korte weg konden wij niet zien. 

We rijden door via de R341 langs de oceaan naar Roundstone maar ook daar mogen we met de camper niet overnachten. 
De camperplaats die Gea en Wim van reisverhaleneuropa.nl noemen in hun lijst met camperplaatsen  is een prachtig parkeerterrein, midden in het dorp. Parkeren kost 2 euro en is overdag ideaal maar je mag er 's nachts helaas niet parkeren of overnachten. Hetzelfde geldt voor een parkeerterrein aan de noordrand van het dorp. 
N.B. In 2017 reden we door het binnenland van Connemara en deden uiteindelijk ook Roundstone aan, om nu naar de werkplaats te gaan waar nog met de hand Bodhrans worden gemaakt. We vonden daarbij nog een parkeer- en overnachtingsmogelijkheid  nabij de Monastery Road, voor de oude abdij naar links. Hier staan geen bordjes en kun je goed staan. Het dorp ligt op een paar honderd meter. N 53.39390 W 9.91788. 

Ook de gezellig uitziende horeca in Roundstone moet het deze zaterdagavond dus zonder onze klandizie stellen. 
Jammer genoeg missen we hier ook op zondag de enige werkplaats waar nog full-time de Ierse bodhrans worden gemaakt. www.bodhran.com. Hier hadden we graag een kijkje genomen. Dat is dus een jaar later, in 2017, wel gelukt. Zie hierboven.  


Bij gebrek aan een camperplaats zoeken we noodgedwongen een plaatsje voor de nacht. op de eenvoudige camping Gurteen Bay, zo’n 3 kilometer westelijk van Roundstone. We staan er wel eerste rang, pal aan zee. www.gurteenbay.com
Gereden: 61 kilometer 

Langs de kust naar Galway

Dag 13

Vanaf Roundstone rijden we met de camper verder langs de kustlijn richting Galway. Het landschap is hier echt heel anders dan we eerder zagen. Nu geen veen of moeras meer maar juist veel schaars bedekte vlaktes, vol met afgesleten rotsen en stenen. De zee is nooit ver weg en behalve wat schapen zien we hier ook koeien en paarden. Het weer zit niet mee maar met wat zon moet dit een prachtige tocht zijn, langs de soms met gele brem bedekte rotsen, de hagen van roodbloeiende fuchsia’s en de velden met gestapelde stenen muurtjes. In de regen toont  alles toch wat grijs. 





Haag van fuchsia

Galway

Zo komen we in Galway, waar het deze regenachtige zondagmiddag druk is en de winkels en pubs open zijn. Bijna alle pubs hebben hier ’s avonds of einde van de middag wel muziek, zo adverteren ze. In de overvolle pub Taaffes in Shopstreet maken we het laatste deel van de vroege muzieksessie mee. Het is er echter zo druk, dat jammer genoeg slechts in een hoekje van de pub de muziek te volgen is. Hetzelfde geldt jammer genoeg bij dat andere Galway-icoon: Tigh Colli. 


Traditionele Ierse muziek in de St. Nicolas Church

Anders is dat bij de Traditional Irish Music in de St Nicolas Church, waar we naar toe gelokt worden. Jonge mensen, die de traditionele Ierse muziek in ere willen houden geven daar een mini-concert op harp, pipes en fluit en laten de oude Ierse manier van dansen zien. Tussendoor krijgen we een rondleiding in de kerk. Weer heel anders maar bijzonder om mee te maken. 
Zie www.tunesinthechurch.com. De concerten worden in juni en juli steeds op werkdagen gehouden van 20.00 tot 21.30 uur. In Augustus 7 dagen per week. Aan het initiatief is een hele rij artiesten verbonden, dus wie er speelt is een verrassing. 
Overnacht: Bij the docks bij Galway Harbouw, Campercontact 40530. Het is niet meer dan een parkeerplaats bij de jachthaven, zonder voorzieningen, maar je staat er maar een paar honderd meter van het centrum.  GPS:
N 53.26933,  W 9.05100 
Gereden: 115 kilometer 
Weer: de hele dag regen.