Met de camper in Marrakech

Dag 12 (vervolg), 13 en 14 

Tweeënhalve dag staan we met de camper midden in Marrakech. Al onze zintuigen en ook onze voeten maken overuren in die dagen. Uren lopen we over het grote plein en door de wirwar van straatjes. Bijna duizelig zijn we van de mix van geuren, variërende van kruiden tot leerlooierijen, van de bonte mengeling van de kleuren van tapijten en lederwaren, van de kakofonie van de geluiden van trommelaars, gemengd met het geraas van brommers. 


Marrakech is weliswaar niet de hoofdstad van Marokko (dat is Rabat en daar komen we deze reis niet) maar naast Rabat, Fes en Meknes een van de vier koningssteden. Het is een stad, waar je gemakkelijk een aantal dagen kunt doorbrengen. Aan de hand van het gidsje 100% Marrakech beperken wij ons tot wandelingen door de Medina-Noord en de Medina-Zuid. Er is ook nog de Nieuwe Stad, het moderne gedeelte van Marrakech, maar dat slaan we over. 


Jemaa-el-Fnaaplein

Centraal ligt het grote en drukke Jemaa-el-Fnaaplein, waar je al wandelend bijna altijd weer op uit komt. Het is er druk en in de avond heel erg druk. Overdag zijn er de stalletje, waar je vers geperst fruitsap kunt kopen, ’s avonds staan er tientallen eettentjes, waarvan de eigenaren je proberen te verleiden om bij hun tentje kebab, soep of een stoofpotje te komen eten. Daar tussendoor maken trommelaars muziek, zijn er slangenbezweerders aan het werk of kun je henna-versieringen op handen of armen laten aanbrengen. 



Souks

Om het plein heen liggen de souks, waar kruiden, sjaals, kleden, koperen lampen, lederwaren en aardewerk worden verkocht. Als je iets wil aanschaffen is het daarbij zaak om goed te onderhandelen. De truc is om een derde te bieden van het bedrag dat de koopman als eerste noemt; meestal kom je dan op een bedrag rond de helft van de vraagprijs uit. 

We dwalen uren rond in de straatjes, steegjes en pleintjes. Vroeger zullen er ook ezeltjes door deze straatjes hebben gelopen; tegenwoordig zijn dat brommers. Ze komen met veel lawaai aan scheuren en manoeuvreren al toeterend om de slenterende toeristen heen. Eigenlijk verwonderen we ons, dat we niet zijn aangereden en na enige tijd doen al die brommers ook wel af aan ons plezier om rond te wandelen. 

Een rustpunt vormt de thee met een overheerlijk taartje op het dakterras van Patisserie des Princes in de straat Bab Agnaou, een aanrader! 


Paleis El Bahia

Naast de kleurrijke souks vinden we zeker het Paleis de la Bahia een hoogtepunt. Het is niet eens zo oud: het dateert uit de 19e eeuw maar het enorme bouwwerk met zijn binnentuinen is prachtig versierd met stucwerk en schitterende beschilderde houten plafonds en deuren. Er zijn verder mooi betegelde vloeren en wanden en fonteinen in de binnentuinen. We brengen er met gemak een uur zoek. 




Saadische graftombes

Even prachtig en rijk versierd zijn de veel oudere Saadische graftombes, koningsgraven uit eind 16e eeuw. Ze liggen achter een moskee, waar je als niet-moslim niet mag komen maar speciaal voor deze ongelovigen is er een nauwe doorgang om het gebouw gemaakt, zodat we toch in de achter het gebouw verscholen liggende tuin en bij de graven kunnen komen.


Paleis El Badi

Er vlakbij ligt ook het Paleis El Badi, dat in zijn glorietijd ook een enorm en prachtig bouwwerk moet zijn geweest maar nu behoorlijk in verval is. Wel bijzonder zijnde vele ooievaars die op de oude wanden hun nesten hebben gebouwd. 


Noorden van de Medina

De volgende dag gaan we in het Noorden van de Medina op zoek naar de leerlooierijen en de verfbaden voor wil en zijde. Dit blijkt helemaal een zoektocht door steegjes, die door arme woonwijken voeren. Achter de gesloten gevels zijn mannen in ongezonde omstandigheden bezig met het looien van leer en het kleuren van stoffen.

met de brommer door de Medina



vervoer van huiden op de fiets

Fontein Chrob ou Chouf


Verfstoffen om wol en zijde mee te kleuren


Niet ver van deze buurt ligt ook de Ben Yousseg Medersa, de oude Koranschool. Deze wordt echter gerestaureerd en was voor ons niet te bezoeken. 

Wel komen we nog per ongeluk in een riad, een mooi gerestaureerd oud koopmanshuis, waarin nu een galerie is gevestigd. In dezelfde buurt ligt ook het Fotografiemuseum, waar we schitterende oude foto’s bewonderen van mensen en gebouwen in Marrakesh en andere steden en streken in Marokko. 


Tuinen

Gelukkig is er ook nog groen in de stad. We sluiten de dag af met een wandelingetje door de tuin van de Koutoubiamoskee. 


Vrouwen bij poort Bab Agneau
De tuin van het uiterst sjieke La Mamouniahotel kunnen we helaas niet bezoeken. “Morgen, na zes uur” is de boodschap van de strenge bewakers bi de toegangspoort tot het hotel. Wij wandelen nog naar de buiten de stadsmuren liggende Menaratuinen maar die vinden we nogal teleurstellend. We troosten ons met een ritje met de calech, de koetsjes, die hier in Marrakech rondrijden. 



Mooier en weelderiger zijn de Majorelle tuinen, die we bij een eerder bezoek aan Marrakesh hebben bekeken. 


Overnacht: Op een parkeerplaats midden in de stad, niet ver van de Katoubiamoskee. Campercontact.

2 opmerkingen: