Zon, zon, zon en zee



16 juni t/m 19 juni


Terwijl de rest van Europa nog maar zeer matige temperaturen kent of zucht onder overstromingen (we luisteren iedere avond naar de Wereldomroep), is in Griekenland echt de zomer ingetreden. En dat betekent temperaturen van rond de 35 graden of zelfs meer.

We zoeken (wat) verkoeling aan de westkust van de Peleponnesus.


Kalamatapas

Dat betekent vanuit Mistras een rit van 110 kilometer naar Pylos. En wat voor kilometers. Denk aan de verhalen uit de zestiger jaren van families die met tent, vouwwagen of caravan naar Italie of Oostenrijk trokken en dan bergpassen over moesten met vele haarspeldbochten. Zo was hier de weg/bergpas naar Kalamata: smal, steil en kronkelig.

Terwijl ik met het zweet in mijn handen zat, heeft Job de combinatie koelbloedig in de snikhitte door alle bochten gesleept. Gelukkig waren er wel vangrails en muurtjes zo nu en dan en kwamen we ook – alweer gelukkig – geen grote, brede tegenliggers tegen. Enfin, alles bij elkaar letterlijk en figuurlijk een adembenemende tocht.
Want mooi is die pas wel, begroeid en groen en met prachtige vergezichten..

Pylos in Grieks tempo

Eenmaal over de pas, is de weg naar Pylos niet moeilijk meer en nu staan we zo’n 10 kilometer noordelijker op camping Erodios. Een mooie, moderne camping, die zich kan meten met West-Europese maatstaven. Weer lopen we vanaf ons plaatsje onder schaduwmatten op de vooral door Duitsers bezochte camping zo het strand (met ook weer gratis ligbedden) op.

Gezien de warmte houden we het Griekse tempo aan en dat betekent dus dat we vooral na de middag niet veel meer doen dan een beetje lezen, beetje zwemmen, beetje aan het strand liggen, schaduw opzoeken enzovoorts.
De relatief koelere ochtenduren nemen we te baat voor een bezoekje aan de nabijgelegen lagoon, waar Griekse studenten ons enthousiast vertellen over het belang van die waterplas voor overvliegende vogels op trektocht. Heel boeiend allemaal maar eigenlijk vinden we de nabij gelegen kleine, door bergen omarmde, sprookjesachtige baai met zijn kristalheldere blauwe water nog veel mooier. Ook nemen we een kijkje in Pylos, waar het (relaxte) leven zich afspeelt op het centrale plein bij de haven. Enorme platanen geven er schaduw aan de terrasjes van de vele taveernes, die ook hier het plein omzomen. Net als de Grieken zelf zitten ook wij er aan de ijskoude frappe of freddo cappucino.

Paleis van Nestor

Een ander ritje voert naar het paleis van Nestor of wat daar nog van over is.
Dat is niet veel, want het paleis werd al in 1200 voor Chr. door brand verwoest. Toch kun je nog zien hoe groot en uitgebreid het moet zijn geweest. De koning had in ieder geval een prachtig punt gevonden om zijn onderkomen te bouwen. In de verte zie je de zee en vanaf de heuvel van het paleis strekken in het dal de olijfgaarden zich uit. Of de mooie beplanting om de paleisresten er indertijd ook was, is natuurlijk onbekend. Maar met alle bloeiende struiken om het toendertijd imposante gebouw heen, moet het een plaatje zijn geweest. Bijzonder bij de restanten is in ieder geval de antieke, rijk versierde, stenen badkuip van de koningin. De vele vondsten zijn te bewonderen in het museum in het enige kilometers verderop gelegen Chora. Al die rijk versierde potten en amfora’s blijven de moeite waard.
Vermeldenswaard is nog dat twee studenten uit Maastricht een fraaie maquette van het paleis hebben gemaakt, die hier is te bewonderen.