> Search results for "tempel" Slakken op reis

Erice en tempel van Segesta

21 mei   Dag 8

We staan nog steeds op camping La Playa in Isola, Sicilie

Erice

Het weer varieert vandaag tussen bewolkt en druilerig met zo nu en dan een bui. We laten ons niet uit het veld slaan en rijden westwaarts, naar Erice, vlakbij Trapani.
Erice is een hooggelegen, ommuurd, Middeleeuws stadje. Met zonnig weer moet het zeker een feest zijn door de smalle, met keitjes belegde straatjes te lopen.

Het stadje wemelt van de kerken en andere historische gebouwen, in de straatjes afgewisseld met restaurantjes en kleurige winkeltjes met onder meer aardewerk.

In de druilregen is het helaas toch wat grauw. We troosten ons met koffie en de plaatselijke lekkernijen: amandelkoekjes in tal van variëteiten.






Tempel van Segesta

Door het glooiende binnenland met wijngaarden en uitbundig bloeiende bermen rijden we naar de tempel van Segesta. Zo’n anderhalve kilometer hoger ligt ook nog een klein theater. De ooit door de Grieken gebouwde tempel ligt prachtig tussen de heuvels en is meer in tact dan de tempels die we vorig jaar in Griekenland hebben gezien. Ook vanuit het theater heb je een prachtig gezicht op de heuvels in de omgeving.

Over de autoroute zijn we in een uurtje weer terug op de camping. 

Parkeren en overnachten met de camper kan bij Erice

Campercontact no. 7957 GPS: N 38.04048,  E 12.58471 Een mix-parkeerterrein waar je voor 5 euro mag parkeren en overnachten.  Er is een smalle, steile oprit, maar zelfs bussen zien kans die te nemen. De parking ligt op ca. 500 meter van het centrum. In de zomer rijdt er een busje.
Er is nog een mixparking aan de Via S. Giovanni, 15. Campercontact 53556 GPS N 38.03739,  E 12.59012. Je mag er overnachten, maar geen campinggedrag. Van 8-24. uur een euro per uur. 's nachts gratis.

Naar Selinunte en Agrigento en Marsala.


23 t/m 26 mei       Dag 9 t/m 12 

Na regen komt zonneschijn. En andersom

Het weer wil maar niet kloppen met de verwachtingen die we van Sicilië hadden: strakblauwe luchten, groene berghellingen, bloemenpracht en turqoise zee. In plaats daarvan kleuren bedekte wolkenluchten alles met een grauwsluier.

Eigenlijk wilden we zondag vanuit de camping La Playa nog een tochtje maken richting Castellemare, Scopello en San Vito le Copo. Het regent echter en een wandeltocht door een natuurgebied lokt niet. We besluiten de regendag te gebruiken om ons met caravan en al te verplaatsen en vertrekken rond 11.00 uur naar de zuidkust.

Twee uur later rijden we ASCI-camping Kamemi Camping Village in Ribera/Secca Grande op. GPS: 37.437793/13.246513. 
Een merkwaardig Italiaans kamp met vele oude caravans onder schaduwafdakjes en een stenen veld voor passanten, zoals wij. De trots van de camping, het zwembad, wordt nog gereed gemaakt voor het seizoen. 

Dapper maken we ’s middags een tochtje naar Sciacca en naar het bergdorp Caltabelotta. Ze missen beide de gezochte Italiaanse charme op deze grauwe, regenachtige zondagmiddag, waarop niemand zich op straat waagt.

We hebben deze wat matig uitvallende camping gekozen, omdat deze op rijafstand ligt van zowel de opgravingen van Selinunte als het tempeldal van Agrigento, beide hoogtepunten van Sicilië, volgens de gidsen. Achteraf bezien hadden we misschien beter voor twee campings kunnen kiezen: een bij Selinunte en een bij Agrigento. Vanuit Selinunte hadden we dan ook gemakkelijk Marsala kunnen bezoeken. Nu doen we dit alsnog op dag 12 vanuit deze camping bij Secca Grande. 

Tempel van Selinu

Selinunte


We treffen het op onze tocht naar Selinunte: de hemel is blauw, met witte wolken. In ieder geval is het zonnig genoeg om de tempel van Selinunte stralend op de heuvel te zien staan. We lopen er rond en wandelen naar de Acropolis, waar een andere tempel staat. Het hele terrein is enorm groot en heeft zo’n 2500 jaar geleden diverse tempels, huizen en straten omvat.
Bloemen overwoekeren de Cava di Cusa

We rijden ook nog naar het 15 km verder gelegen Cava di Cusa. Tussen de huidige olijfgaarden ligt daar de oude steengroeve, waar de Grieken de enorme stenen en onderdelen van de pilaren voor de tempels uithakten. E liggen stukken voor pilaren die kennelijk al klaar zijn voor transport, evenals delen, die nog verder moesten worden bewerkt. De vroegere bouwplaats ligt nu in een stukje wilde natuur. Er bloeien klaprozen, malva’s, windes, astrantia’s, korenbloemen en nog veel meer. We zouden heel tevreden zijn als onze tuin en zo uitzag!


De volgende dag, de vierde achtereenvolgende dag van bewolkte luchten en buien, stellen we vast dat de stadjes, het landschap, de bezienswaardigheden en de camping er onder het wolkendek saai, grijs, versleten, of dreigend uitzien. Hoe anders wordt dat als de zon doorbreekt. Vergane glorie is ineens schilderachtig en plaatsjes worden levendig en kleurrijk! We beleven vandaag beide invalshoeken.


Mogelijkheid tot overnachten bij Selinunte
Op 10 minuten lopen van de opgravingen vind je de kleine en ook wat vervallen camping Athena   Campercontact 22289  GPS: N 37.59566,  E 12.84134. Overnachting kost 20 euro (inclusief 2 personen en electriciteit). 

Agrigento

We rijden naar Agrigento, naar de vallei der tempels; gezien de grijze lucht gaan de vesten en regenjacks mee. Op het parkeerterrein bij de tempels verlustigen wij ons in ieder geval aan een flink aantal antieke Fiats, die meedoen aan een Topolino-rally. De eerste bui ondergaan we achter een cappuccino.

Daarna zwerven we over het uitgestrekte terrein met ruïnes van verschillende tempels. Vooral de Concordia-tempel is nog goed in tact, maar ook van de Heratempel en de Heraclestempel staan nog vele zuilen overeind. Jammer is dat de tempel van Castor en Pollux in de steigers staat.

Agrigento met beelhouwwerken van Mitoraj

Bij de verschillende tempels staan enorme – op klassieke beelden geïnspireerde - beeldhouwwerken van de Pools/Franse beeldhouwer Mitoraj. De prachtige beelden passen wonderlijk goed in het decor van de antieke oudheid. We brengen er geruime tijd door en kunnen uiteindelijk jack en vest zelfs opbergen!

We sluiten de middag af in de stad Agrigento zelf en lopen daar langs de hoofdstraat Via Antena. De lucht is inmiddels blauw met sluierwolken en dat doet het uitzicht in de stad – en ons humeur – goed.

Mogelijkheid tot overnachten in AgrigentoBij Agrigento ligt ACSI-camping Valledeitempli.   Campercontact 25613 GPS: N 37.26955,  E 13.58308. Bus naar de tempels stopt voor de camping. In het seizoen wel duur.  
Er is ook een gratis parkeerplaats aan de haven. Campercontact  46563GPS: N 37.26232,  E 13.57819.  Daarvandaan is het 10 minuten fietsen naar de vallei met de tempels.  

Marsala 


De vierde dag op de camping in Secca Grande (woensdag 25 mei) begint de dag zowaar weer met een blauwe lucht. We besluiten alsnog naar Marsala te rijden. Het is een tocht van een kleine 100 kilometer, waar we anderhalf uur over doen. 

We gaan eerst naar de zoutpannen Mulina Salina Inferna aan de Contrada Ettore Inferna, zo’n 7 kilometer ten noorden van Marsala, richting Trapani. 


Overnachtingsmogelijkheid in Trapani
Met de camper zouden we hier al eerder langs zijn gekomen tijdens onze rit vanaf de camping La Playa bij Palermo.  
In Trapani zijn twee overnachtingsmogelijkheden.Campercontact 7990, een mixparking aan de Via Ilio. GPS: N 38.01508,  E 12.52330. Kosten 10 euro.  Of  voor 20 euro een camperplaats bij een hotel. Campercontact 7989  GPS: N 37.98296,  E 12.53142 

Overnachtingsmogelijkheid bij Marsala 
Dat kan voor 5 euro in de buurt van de zoutpannen op een mixparking. Campercontact 7969 GPS: N 37.86237,  E 12.48495  of op Campercontact 7970 GPS: N 37.85647,  E 12.47776 . Er is bij Marsala ook een camping Lilybeo Village . campercontact. no. 25155. GPS: N 37.74785,  E 12.49608. 
Windmolen bij de zoutpannen bij Marsala op Sicilie
Zoutpannen
 Het is er zonnig en winderig en de windmolens, waarin vroeger het zout werd gemalen, steken scherp af tegen de blauwe lucht. Zo willen we het zien!

 Het eilandje Mozia, hoewel aangeprezen in onze gids, laten we zitten. De entree van 9 euro voor het eilandje plus nog eens 5 euro voor het boottochtje er naar toe, vinden we best veel.

In plaats daarvan rijden we langs zee naar Marsala. In het Archeologisch Museum aldaar bekijken we een 2300 jaar oud opgevist wrak van een galeischip. Onvoorstelbaar wat men toen al kon bouwen! Marsala zelf heeft een aardig historisch centrum met een dom, een gemeentehuis met loggia’s en diverse palazzo’s.

Gemeentehuis Marsala
Gemeentehuis Marsala

Het wijnhuis Florian, uitvinder van de Marsalawijn, kunnen we helaas niet vinden. We behelpen ons met een in een plaatselijke supermarkt gekochte fles Marsala.

Op de terugweg krijgen we alsnog onze dagelijkse bui. En wat voor één. Bij Mazaro blijkt de weg de regenval niet of nauwelijks aan te kunnen. In file rijden we tot de wielassen door het water; het lijkt een riviertje, maar het is de weg! Tot onze opluchting geeft de motor geen krimp en rijden we na een paar honderd meter weer min of meer op het droge. Terug op de camping proberen we de Marsala, die naar onze smaak als twee druppels drank op sherry lijkt. We voelen ons twintig jaar terug in de tijd.

Paestum

9 juni      Dag 27

We vertrekken bijtijds en rijden in een paar uur via de S585 en de Autostrada naar Eboli. Daar nemen we de afslag naar camping Villaggio Paestum. Een mooie camping met keurig sanitair. We besteden onze tijd goed en bezoeken dezelfde middag nog Paestum.
Voor camperaars is er volop keus in en rondom Paestum. Op Campercontact staan wel acht mogelijkheden. Campercontact 8036 lijkt het dichtste bij de opgravingen. 

Paestum

Het is de enige plaats in Italië waar je nog complete Griekse tempels vindt. Langzamerhand hebben we wel de indruk dat die oude Grieken voor hun nederzettingen de mooiste plaatsen wisten uit te zoeken. Ook deze tempels liggen weer prachtig.

Griekse tempel in Paestum

Fresco van duiker op binnenkant deksel van tombe geschilderd

Er staan drie grote tempels. Ook liggen er resten van oude villa’s. De tempels steken weer schitterend af tegen de blauwe lucht en ook hier kun je weer zien hoe groot en imposant het geheel geweest moet zijn. In het bijbehorende museum zijn allerlei vondsten te zien, die bij de opgravingen tevoorschijn kwamen. Het meest imposant en ook het meest bekend zijn de tombes: grafkisten, die van binnen versierd waren met fresco’s. De meest in het oog springende is die van een duiker, die aan de binnenkant van het deksel van een tombe was geschilderd.

Helaas is er onderweg iemand tegen de spiegel van de auto gereden. Het kost nog een zoektocht naar ducktape om dat weer te repareren maar uiteindelijk lukt dat in een kleine ijzerwinkel , onderweg van Paestum.

Sorrento en Capri

10 en 11 juni   Dag 28 en 29

Weer een korte verplaatsing. We rijden van Paestum naar het ‘schiereiland’ van Sorrento en komen terecht in Seiento. Er zijn daar drie campings vlak bij elkaar: Villaggio Turistico Azurro, Seiano Spiaggia en Sant’Antonio. De eerste is een campingcheque camping, de andere twee accepteren de ASCI-Card. Ze liggen alle drie aan hetzelfde zeer smalle, bochtige weggetje, net na een brug.

Het begint al goed (of fout eigenlijk) als we halverwege de kilometer te gaan een enorme vrachtauto tegen komen. We kunnen elkaar onmogelijk passeren. Met precisie en engelengeduld loodst de bijrijder van de vrachtauto ons en hem centimeter voor centimeter langs elkaar heen, druk gebarend hoe te sturen. Dankzij die aanwijzingen en Jobs stuurmanskunst lukt het elkaar te passeren. Aan de rechterkant hebben we nog precies 2 centimeter vrij tussen de caravanwand en de muur/rotswand. Het lukt en mis is mis, tenslotte. 
N.B. Zo'n vrachtwagen tegen komen met de camper was nog vervelender geweest. Onze caravan was 2.29 breed. Onze camper meet (exclusief spiegels) 2.38 meter. 

‘Karakteristiek’ noemt de campingbaas het als we vertellen dat zijn camping Azurro wel erg moeilijk bereikbaar is. Het blijkt geen goede keus. De camping blijkt ’s morgens vroeg (althans vóór half acht) geen warme douches te hebben. Erger nog is het lawaai van de af en aan rijdende auto’s en scooters de hele avond en halve nacht over het smalle weggetje. Voordeel is wel dat vanaf het haventje, 300 meter verder, dagelijks een boot naar Capri vertrekt.
N.B. We zijn later verkast naar Pompei. De camping aldaar ligt vlakbij de opgravingen en vlakbij het station. Je kunt dan gemakkelijk met de trein naar Sorrento en naar Napels. 
N.B.2 Een andere mogelijkheid is Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Sorrento

Vrijdagmiddag rijden we nog naar Sorrento.
En ook dat blijkt geen onverdeeld genoegen. Het schiereiland kent maar één, zeer bochtige en zeer drukke weg. We hebben onderweg een prachtig gezicht op de baai, dat wel. Sorrento zelf is enorm druk met auto’s en scooters. Het oude centrum blijkt leuk, met oude straten, hoge huizen en bijzondere winkeltjes.


vlakbij camping in Seiento


Sorrento


Capri

Nog meer de moeite waard, is de volgende dag de tocht naar Capri. Een snelle boot, type waterbus, brengt ons er in zo’n drie kwartier.  De afvaartplaats is slechts een kwartiertje lopen vanaf de camping. 
Terwijl het op het vasteland regent, baadt Capril in de zon. Het is een prachtig eiland met niet alleen mooie winkels maar ook prachtige vergezichten. We laten de stad Capri al gauw achter ons en wandelen naar de Arco Naturale: een natuurlijke boog, waar achter we het azuurblauwe water zien met daarin fraaie jachten..


Uitzicht in Capri


Villa Jovis in Capri


Villa Jovis in Capri

We lunchen er niet ver vandaan. Daarna wandelen we verder naar Villa Jovis. Daarvandaan dalen we steil af over een smal pad naar villa Lysle. Hoe mooi de rijke dichter, die dit fraais liet bouwen, er woonde, is nog steeds te zien. Terrassen met uitzicht op zee en prachtige, hoge kamers: een paleis voor de happy few.
Eenmaal terug in Capri-stad hebben we nog net tijd voor een busritje naar Anacapri.
Capri is duur (13,20 voor drie koppen koffie) maar zeer de moeite waard.


Tip: Je kunt ook van Sorrento of van Napels naar Capri.Op de site van Euroreizen.be is info over Capri te vinden, inclusief een gratis te downloaden reisgidsje. 

Pompeï, Vesuvius, Napels en Amalfikust

De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï. 

12 t/m 16 juni    Dag 30 t/m 34

Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we maar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: ter plekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg. 
Wij zijn naar Pompeii gereden. Een andere mogelijkheid was geweest Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. In Sorrento kun je met de trein naar Pompeii, de Vesuvius  en naar Napels. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Pompeii

Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken. 
De camping is een goede keus voor verschillende uitstapjes. Vanaf de camping gaan we niet alleen gemakkelijk naar de opgravingen maar ook gemakkelijk per trein naar Napels, de Vesuvius en Sorrento en de Amalfikust. 

Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.









Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tijd nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.  
                                                     

Napels

Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. 

Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt.

De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.

















Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij.

In een ander straatje (de Via San Gregorio Armeno) vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Tussen de Bijbelse figuren en de eenvoudige dorpelingen staan ook beelden van politici, filmsterren en internationale beroemdheden.Napels is dan ook dé stad van de kerststal, waarbij het ambacht van de makers vaak over gaat van vader op zoon. 

Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk.

 De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. 

We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.


Amalfikust                                                

Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 euro voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi.  De bussen rijden regelmatig en doen belangrijke plaatsen als Positano, Amalfi en Ravello aan. 
Sorrento is ook een bezoek waard. Vanuit Sorrento gaan ook excursies per boot naar Capri en langs de Amalfikust. 

De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt echter wel het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. 
Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.













Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. 

We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan.

                                                                -0-0-0-0-0-0-

Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen.

                                                               -0-0-0-0-0-0-

Vesuvius

16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op.

Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna  op Sicilië maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.













 Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!

Orakelen vanaf Delfi












2 t/m 4 juni    Dag 14 t/m 16 

Delfi

Onze volgende stop van deze reis met de caravan door Griekenland is Delfi. We rijden er vanaf de camping ten zuiden van Volos in zo’n 4 uur naar toe over goede wegen. De route voert ons eerst door vruchtbaar akkerland, waar graan wordt geteeld. Het laatste gedeelte rijden we door en over de bergen. Het gebied is nauwelijks bewoond en ziet er met zijn karig begroeide hellingen onherbergzaam uit.

We vinden een plaatsje op Camping Delfi en krijgen er een adembenemend uitzicht bij. De camping ligt hoog boven de vallei en vooral vanaf de 18 plaatsjes aan de rand kun je genieten van een panorama dat zich 180 graden uitstrekt. We kijken op het onderliggende dorp, de zee van olijfbomen even verderop en op de door bergen omzoomde baai. ’s Morgens ontbijten we in de zon en ‘s avonds krijgen wij op dit ‘balkon’ de laatste zonnestralen en een briesje uit zee. Dit uitzicht, gevoegd bij het lekkere zwembad maken het voor ons een topcamping.

Opgravingen en Museum

Natuurlijk bezoeken we van hieruit de even verderop gelegen opgravingen van Delfi en het bijbehorende museum.
Het antieke Delfi dateert uit zo’n 400 voor Christus en zou je kunnen vergelijken met het Vaticaan van nu; er woonden behalve de priesters geen mensen maar was een belangrijk heiligdom. Het belangrijkste was de tempel van Apollo, waar nog enkele pilaren van staan. Hier werd de pythia (een priesteres) om raad gevraagd. De pythia was in trance en orakelde dan onsamenhangende antwoorden op vragen die men haar stelde. Zoals een hedendaagse horoscoopvoorspelling waren die antwoorden vaak voor meerdere uitleg vatbaar. Een priester ‘vertaalde’ die dan, op een manier die hem goed leek.
En zo trok ooit Kroisos ten strijde nadat hem was voorspeld dat hij bij het voeren van een oorlog tegen de Perzen een groot koninkrijk zou vernietigen. Dat het zijn eigen koninkrijk was had de priester er niet bij verteld!

Museum eerst

Van de tempel mag dan niet veel meer over zijn, het bijna even oude theater ligt er nog mooi bij en ook de renbaan is nog behoorlijk in tact. In het bijbehorende museum zijn verschillende beelden te zien die bij de opgravingen zijn gevonden en ook stukken van het fries van de tempel. Topstuk is de manshoge Wagenmenner in brons. Wij vonden het leuk dat we eerst het museum hebben bekeken. Je kunt je dan beter een voorstelling maken hoe het hele complex er 2500 jaar geleden uit moet hebben gezien.

Een ander tochtje bracht ons bij het klooster van Osios Loukas, zo’n 35 kilometer ten oosten van Delfi. Ook weer een prachtig gelegen en goed onderhouden klooster met fraaie mozaïeken in de kerk. Voor het vakantiegevoel was er verder nog een wandelingetje door Arahova, een dorpje dat in de winter kennelijk een wintersportoord is en zomers ook op toeristen rekent.

Morgen treken we verder richting Korinthie.

Korinthie, Mycene en Athene

Op de Akropolis

 5 t/m 8 juni  Met de caravan in Griekenland

Korinthië, Mycene en Athene

Weer hebben we uitzicht op zee. Op camping Blue Dolphin in Korinthe krijgen we een van de plaatsjes die direct aan het strand zijn gelegen. We staan er weliswaar zij-aan-zij met andere caravans maar wel lekker onder de rietmatten in de schaduw en met direct zicht op en toegang tot het kiezelstrand met gratis ligbedden en parasols. Als bonus is er het zicht op de bergketen aan de overzijde van de Golf van Korinthe.

De rit er naar toe kost ons nog geen vier uur en gaat een groot gedeelte over de snelweg/tolweg. Ook de doortocht door de smalle straatjes van Delfi en Arahova verloopt vlekkeloos; we komen er gelukkig geen grote tegenliggers tegen.

Kanaal door Korinthie

In de middag bezoeken we het kanaal door Korinthe, dat schepen een doorgang biedt van de Korintische naar de Saronische Golf. Het kanaal toont akelig smal: nog geen 25 meter maar ook griezelig diep. Vanaf de bruggen ligt het zo’n 70 tot 80 meter onder je. De eerste spade ging de grond in door keizer Nero maar het project heeft daarna eeuwen stil gelegen en werd pas in 1893 voltooid. Tegenwoordig gebruiken nog maar weinig schepen het kanaal maar een bijzonder gezicht is het het wel.

Opgravingen Mycene en Oud-Korinthie

Zondag is de eerste zondag van de maand en die zondagen is er van overheidswege gratis toegang tot allerlei opgravingen. Leuk voor de toeristen maar ook de Grieken zelf maken er graag en massaal gebruik van. Met bussen vol zien we ze bij de opgravingen in Mycene en Oud-Korinthie, die we vandaag bezoeken. Veel is er niet meer te zien van de oude culturen die hier ooit floreerden. Fundamenten en overgebleven restanten muur en pilaren geven een indruk hoe groot en indrukwekkend die plaatsen destijds geweest moeten zijn. De eeuwen vliegen je om de oren. Korinthe is tussen de 2000 en 2500 jaar oud en Mycene nog zo’n 1000 jaar ouder. De interessante vondsten zijn ondergebracht in musea maar op de vindplaatsen liggen nog genoeg oude brokstukken, waar men wellicht nog eens iets mee van plan is. In de musea gaat het vooral om de vele beelden, waarmee die tempels en gebouwen ooit getooid waren. En dan zijn er natuurlijk nog de potten, schallen en amfora, die er gevonden zijn.

Athene

De meest bekende stenen wachten ons natuurlijk maandag in Athene. We gaan er met de trein naar toe. Over de duidelijk nog niet zo lang gelegen aangelegde spoorlijn een reis van ca. 90 kilometer die een goed uur (10 euro retour) duurt. De metro brengt ons van Athene Centraal in een kwartiertje naar het station Akropolis. Vervolgens loop je naar de ingang via de straten Theorias, Anafiotika of Dionysiou Areopagitou.

Met de toeristenstroom mee lopen we via het oude theater naar boven, de Akropolis op. We bewonderen er (tussen de mensenmassa door) het Pathenon en de kleine Athena-tempel. Hoe toeristisch ook, het blijft een belevenis dit zo overbekende beeld nu met eigen ogen te zien. Het blijft ook moeilijk je voor te stellen dat dergelijke bouwwerken zo’n 2500 jaar geleden gebouwd konden worden.

De Akropolis is een berg en het is dus een behoorlijke klim om er bovenop te komen. Wij zijn er gelukkig niet in de volle zomer, zodat het nog wat minder warm is en de bomen en planten op de Akropolis en in de omgeving in bloei staan.

Een kaartje voor de Akropolis kost 20 euro. Je kunt het niet online kopen, alleen bij de kassa aan de voet van de berg. Een tip is om een vijfdaags kaartje te kopen voor 30 euro; daarmee kun je ook andere beroemde bezienswaardigheden in Athene bezoeken, zoals de Agora en de resten van het Lyceum van Athene.

Meer oudheid vinden we nog in de Agora beneden aan de Akropolis. Hier staat onder andere de met de geld van Rockefeller helemaal opnieuw gebouwde Stoa. Dit laatste is nu een museum en geeft tegelijkertijd natuurlijk een indruk van de grootsheid van weleer.

 Natuurlijk lopen we ook door de Plakawijk en gaan we nog naar de tempel van Zeus. Voor een uitgebreid bezoek aan het Nationaal Archeologisch Museum hebben we eigenlijk geen tijd dus dat laten we schieten. Er zijn overigens zoveel oudheden ook gevonden bij de bouw van de nieuwe metrolijnen, dat die niet allemaal naar musea zijn gebracht maar ook heel gewoon, achteloos bijna, zijn te bekijken op exposities in de metrostations. De oudheden kunnen je dus niet ontgaan. Al met al vinden we Athene wel een drukke stad maar zeker niet zo vies als je altijd hoort. Aan winkelen of het bezoeken van de markt komen we niet eens toe. Misschien iets voor een apart bezoek?

We overwegen nog een tweede dag aan Athene te besteden maar gebruiken dinsdag uiteindelijk als luier- en stranddag op de camping.

Morgen trekken we verder naar Nafplio voor nog meer oude cultuur.

Antiek Olympia: tempels en natuur.












 20 juni t/m 21 juni


We nemen de rust van de zondag waar om te verplaatsen naar Olympia. Erg breed zijn de wegen hier niet en op zondag verwachten we in ieder geval nauwelijks vrachtverkeer, zodat we minder kans hebben op grote tegenliggers, die we moeilijk met onze caravan kunnen passeren. Die verwachting klopt. Op aanraden van andere Nederlanders rijden we het eerste stuk van Korifasi tot Gargaliani zelfs over een ‘gele’ weg langs de kust in plaats van over de drukke, smalle en bochtige hoofdweg. Al met al staan we rond de middag al in Olympia op camping Olympia. Een aanrader is deze camping, die wordt uitgebaat door een oude baas, niet. De ontvangst is meer dan hartelijk, dat wel, met een zakje pruimen. Maar de oude Franse slag van kapotte wc-haakjes en douches, waar je je kleren buiten moet hangen, heeft hier wel erg toegeslagen. Erg druk is het dan ook niet.

Olympia

In Olympia zijn we natuurlijk voor de opgravingen en het museum. Dit is de plek waar zo’n 2500 jaar geleden de grote tempel voor Zeus stond, plus allerlei andere gebouwen. Het is ook de plek waar in de oudheid zo’n 1000 jaar lang (Van 776 voor Chr tot 393 na Chr) Olympische spelen werden gehouden. De ‘heidense’ spelen werden in dat laatste jaar door de christelijke Romeinse keizer Theodosius verboden en de gebouwen werden vernield. Een aardbeving in 551 deed de rest. Ook hier geldt weer: wat een prachtige plek, omgeven door bergen. Hoe groots de tempel er uit moet hebben gezien, kun je je weer voorstellen in het prachtige museum. In een zaal zijn daar de beelden van de friesen van de tempel te zien, waarbij de voorstelling de hele lengte van de zaal in beslag neemt. Andere topstukken zijn een marmeren beeld van Hermes en een terracotta beeld van Zeus.

Tempel van Apollo

We rijden ook nog naar de tempel van Apollo in Bessai, zo’n 15 kilometer ten zuiden van Andritsena. De tocht er naar toe voert door een vrijwel onbewoond bergachtig gebied. De tempel zelf is één van de best bewaarde tempels in Griekenland en ligt echt op een verlaten berg. Er zijn waarschijnlijk maar weinig bezoekers, omdat de tempel niet echt gemakkelijk is te bereiken. Bovendien staat het geheel jammer genoeg al zo’n 25 jaar onder een tent, om de tempel zo tegen de elementen te beschermen. Al jarenlang is men bezig met reconstructies en zo te zien gaat dat nog wel enige decennia door. Toch de moeite waar om te zien, vinden wij.

Lousioskloof

Het lijkt een goed plan om vanuit Olympia ook de Lousioskloof te bezoeken, midden in de Peleponnesus. Op de kaart lijkt het niet zo ver: zo’n 80 kilometer naar het oosten. Het is een rode weg, een hoofdweg dus, maar die blijkt in de praktijk niet alleen flink voorzien van haarspeldbochten, maar ook zo nu en dan behoorlijk smal. Het kost ons dan ook ruim anderhalf uur tot Dimitsana, aan het begin van de kloof. Het is wel een mooie rit, door een prachtig groen landschap.
Dat had ons moeten waarschuwen: zo groen, betekent meestal water. Het is de aardrijkskundeles uit het boekje: wolken stijgen tegen de berghelling en regenen dan leeg. We zien de spectaculaire kloof dan ook voornamelijk in de regen. Dat is wel jammer, want er lopen voetpaden naar verschillende kloosters en langs de rivier maar die lokken niet echt in de regen. Het is bovendien niet alleen nat, maar ook behoorlijk fris, zelfs maar 12 graden. En dat vergeleken met de 35 graden van enige dagen geleden.
 Als troostprijs zien we langs een nog kronkeliger en nog smallere weg,uiteindelijk wel kans vlakbij het klooster Prodromou te komen. Via een smal pad wandelt Job er vervolgens nog naar toe. We laten het daarbij en rijden via dezelfde kronkelroute weer terug naar Olympia.