> Search results for "Ierland" Slakken op reis

De Burren, kliffen van Moher, Aran-eiland

Van Galway is het langs de kust met de camper niet ver rijden naar Doolin in county Clare. In drie dagen tijd doorkruisen we hier het gebied van de Burren, gaan we naar de beroemde kliffen van Moher, maken we een tochtje over zee naar de Aran-eilanden en genieten we in diverse pubs van traditionele Ierse muziek. 

Dag 14, 15, 16         22, 23, 24 augustus 

De Burren 

De Burren is een uit vrijwel kale kalkrots bestaande streek, die doet denken aan een maanlandschap. Het grote verschil is wel dat er tussen de rotsen vele soorten, vaak nietige planten groeien, variërend van toendra-plantjes tot wilde orchideeën. 

In de prehistorie moeten er in de streek mensen hebben getoond, getuige diverse dolmen en restanten van ringforten. De bekendste is het Poulna-hunebed en dat slaan we natuurlijk niet over. Informatie over het gebied krijgen we In Kilfenora, waar in het Burren Centre met film en presentaties een uitleg wordt gegeven over het ontstaan van het gebied en ook de bloemenpracht in beeld wordt gebracht. 



Diezelfde bloemen zien we in een film in de Burren Perfumery en Floral Centre, midden in het gebied, niet ver van Carran. In dit centrum maken ze van allerhande planten en bloemen verschillende parfums en eau de toilette. Ook ter plekke gemaakte crèmes en geurkaarsen zitten in het assortiment. Trefwoorden zijn hier wel ecologisch, biologisch en zelf gemaakt. Dat geldt ook voor het lekkers in de kleine tearoom, die er bij hoort. 
Eigenlijk is dit centrumpje niet bereikbaar voor campers, en voorziet de parkeerplaats daar ook niet in. Helaas wordt dat pas duidelijk bij de laatste afslag, als je al heel wat smalle weggetjes hebt gereden. Wij konden er onze 6.25 meter lange camper nog net in een hoekje kwijt maar voor langere campers is dit niet mogelijk. Een buscamper moet er echter wel een plekje kunnen vinden. 
Tip: Mijd vooral ook het witte weggetje dwarsuit van de R480 naar Carran. Dit is niet meer dan een heel smal karrenpad, waarbij we 5 kilometer lang schietgebedjes hebben gedaan om toch vooral geen tegenliggers te krijgen! 
We rijden kriskras een aantal ‘gele wegen’ met een R-nummer door dit bijzondere en prachtige gebied, waar de kale rotsen ook weer plotseling overgaan in groene weiden.


 Kliffen van Moher 

De beroemde kliffen van Moher zijn dé bekende bezienswaardigheid in county Clare. Het is deze dagen stralend weer en met ons nemen duizenden mensen de gelegenheid waar om de kliffen in al hun pracht bij zonlicht te zien en hoog boven de oceaan over de paden te wandelen. Het is er dus druk. Dat neemt niet weg dat het schitterend en indrukwekkend is om hoog op de kliffen te lopen en honderden meters beneden je de zee tegen de rotsen te zien beuken. We hebben er met plezier een eind gelopen en liefhebbers kunnen links en rechts nog een flink stuk verder de klippen op. Voorts is er bij de kliffen nog een aardig informatiecentrum. 



Parkeren gaat op een grote parkeerplaats, waar we ook de camper kwijt konden, zij het door de drukte met enige moeite. Je betaalt 6 euro per persoon (senioren 4 euro) om te mogen parkeren maar het parkeerkaartje is meteen je toegangskaartje tot de kliffen. 

 Aran-eilanden 

Vanuit Doolin kun je naar de Aran-eilanden en langs de kliffen van Moher varen. Op de pier van Doolin bieden verschillende particuliere veerboten hun diensten aan. Het mooie weer lokt ons tot een vaartochtje op zee. Wij kiezen voor Doolin2Aranferries.com. Die brengt ons voor 30 euro retour per persoon naar het kleinste en dichtstbijzijnde Aran-eiland. 

Het vaartochtje duurt een goed half uur en dat is een veel onrustiger tocht dan de gladde zee doet vermoeden. Ons scheepje beukt zich door de golven en gaat woest op en neer. Je hebt hier zeebenen en een sterke maag nodig! Als de cake-walk op de kermis, aldus Job. Voor Trudy is dat half uur dan ook lang genoeg. 

Eenmaal op het eiland Inisheer maken we een tochtje met een ponywagen over de Oostkant van het eiland. De voerman vertelt erbij. Blikvanger is hier het wrak van een op de rotsen gelopen en gebroken schip. Daarnaast vallen de vele stenen muurtjes op, die het land in allerlei stukken verdelen. en ook de wind enigszins breken Je kunt het eiland ook per fiets verkennen  en achteraf gezien hadden we onze fietsen wel aan boord kunnen meenemen. 





Later klimmen we nog naar de ruïne van een oud kasteel en maken we een wandeling langs de met stenen muurtjes omgeven stukken land. 

Wie voor een originele, hand gebreide trui met Aranmotieven naar dit eiland gaat, komt bedrogen uit. Op dit kleinste Aran-eiland hebben we nauwelijks winkels gezien. Waarschijnlijk is dat op het grootste eiland - dat wel langer varen vergt -- wel anders. Overigens kom je op het vasteland van Ierland overal winkels tegen, waar je zo'n trui of vest zou kunnen kopen. 


Na 3,5 uur hebben we het eilandje wel bekeken en gaan we met het doorlopend heen en weer varende bootje terug. Die tocht is wel wat rustiger. 



De beloofde vaartocht langs de kliffen van Moher (onderdeel van het retour-arrangement) valt wat tegen. We komen wel in de buurt van de kliffen maar we varen er niet echt langs Misschien is dat niet veilig mogelijk door de toch wel wat ruwe zee bij de rotsen of misschien gunt de kapitein zich de tijd niet, omdat het vandaag erg druk is met passagiers. 


 Muziek in de pub 

Doolin staat bekend om zijn pubs, waar ’s avonds traditionele muziek wordt gespeeld. Onze camping ligt midden in het piepkleine dorpje en 5 minuten lopen naar links vinden we de pubs Mc Gann’s en Mc Dermitts en 5 minuten naar rechts O’Connors in de gezellige Fisherstreet. Vlakbij de camping is nog Fitz’bar


Fitz'bar

Een avond kiezen we voor de laatste en dat blijkt een goede keuze. Een groepje dertigers speelt hier fanatiek op viool, bas, gitaar en banjo de traditionele Ierse reels. Dit zijn reeksen van zich herhalende melodieën met een vast ritme, die steeds met variaties worden gespeeld. Vooral de twee violisten zwepen daarbij elkaar en het tempo op. Fascinerend om te zien. 

Mc Dermitts

De volgende pubavond viel een beetje tegen. Mc Ganns was bomvol en bij Mc Dermitts deden twee jonge violisten en een gitarist ook ernstig hun best op de reels maar we misten het fanatisme en enthousiasme van de vorige avond. 


Bofey Quins in Corofin

Dat maken we goed op de derde avond in dit gebied. We verkassen van Doolin naar Corofin. In de pub Bofey Quins, tegenover de kleine camping aldaar, wordt op woensdag en zaterdag muziek gemaakt. 




Hier is de pub de huiskamer voor de plaatselijke muzikanten, die na 9 uur binnen druppelen met hun viool, gitaar, banjo, accordeon en fluit. Op een gegeven moment zitten in een grote kring wel 14 of 15 muzikanten, variërend in leeftijd van diep in de tachtig tot tien jaar. Weer klinken de reels. De een speelt beter dan de ander maar dat mag hier de pret niet drukken; het gaat vooral om het samen muziek maken. De oudste van het gezelschap gaat de tafeltjes langs om te vragen wie er kan musiceren of zingen. Wij bedanken voor de eer maar enkele pubbezoekers laten liederen horen, soms a capella, soms met voorzichtige begeleiding. 

Verrassing voor ons is het lied de Red Rose Café. Dat kennen we; bij ons is het bekend als Het kleine café aan de haven. De Engelse woorden zingen we dan ook gemakkelijk mee. Kortom, een authentieke en geslaagde avond. 

De drie avonden hebben ons ook geleerd dat een avond traditionele muziek in elke pub anders wordt ingevuld. 


Overnacht:
  • In Doolin- O’Connors Riverside Camping en Caravanpark. http://www.campingdoolin.com. Midden in het dorpje. GPS: N 53.0164 W 9.3787. 
  •  In Corofin Camping Corofin Village, een kleine camping achter een woonhuis in Main Street.    GPS: N52 56'44"   W09 5'54"    
  • Gereden: In totaal deze drie dagen 220 kilometer Weer: Zonnig


Schiereiland Dingle en Muckross House bij Killarney

Van Corofin trekken we na de gezellige pubavond met de camper weer naar het westen. Bij Spanish Point pikken we de Wild Atlantic Way op en volgen we de N67, langs de kust naar het zuiden. Het landschap is hier veel vlakker en licht golvend strekken groene weiden links en rechts van ons zich uit. Dit land is in cultuur gebracht en de schapen hebben plaats gemaakt voor koeien. 



Dag 17, 18, 19         25, 26, 27 augustus 



Kliffen bij Kilkee

Bij Kilkee stoppen we bij de gelijknamige kliffen. Die zijn weliswaar niet zo hoog als de kliffen van Moher en zeker niet zo hoog als die bij Slieve League in county Donegal maar desalniettemin ook prachtig en indrukwekkend. Het is hier bovendien veel rustiger; bezoek aan deze kliffen is gratis. 






Andere keuze:

Een jaar later kiezen we na Corofin niet voor de Wild Atlantic Way maar rijden we via Ennis naar Kasteel Bunratty en daarvandaan naar Killarney. 

Vuurtoren bij Loop Head

Daarna rijden we verder over de R487 naar het puntje van alweer een schiereiland. Op deze punt – Loop Head geheten – staat een van de 76 vuurtorens van Ierland en deze is open voor bezoekers. We klimmen naar boven en hebben een schitterend uitzicht rondom. Vroeger was de vuurtoren bemand en werd deze brandende gehouden met petroleum. Sinds 1971 is er elektriciteit en zorgt een grote lamp van 1000 Watt voor het wel 40 kilometer op zee zichtbare licht. Alles wordt tegenwoordig automatisch en op afstand geregeld en bediend. 





EIRE

Onder de vuurtoren, in het gras, op het uiterste puntje van het land, zijn de door wit geverfde keien en stenen gevormde letters EIRE (Ierland) nog zichtbaar. In de Tweede Wereldoorlog was op meer dan 40 plaatsen langs de Ierse kust op deze manier EIRE te lezen, om zo geallieerde piloten duidelijk te maken dat ze Ierland hadden bereikt. 
Op de foto de letter R





Pont over de Shannon

De route leidt ons na dit bezoek weer terug naar de N67. De monding van de Shannon gaat hier diep landinwaarts naar Limerick. Zo ver gaan wij echter niet. Bij Killimer steken we met de pont over naar Tarbert, een beetje te vergelijken met het veer Vlissingen-Breskens. We vinden het wel een duur veer; de overtocht met de camper kost ons 20 euro. Niet ver na de overtocht vinden we een rustig plekje voor de nacht bij de ruïne van een kasteel. De toegang tot deze ruïne gaat juist dicht als wij arriveren; we missen daardoor het zicht op de Shannon vanuit de toren. 


Op de pont over de Shannon



Overnachtingsplaats bij de ruïne van Carrigafoyle Castle 


Overnacht: bij Ballylongford, bij de ruine van Carrigafoyle Castle. Campercontact no. 43860   . GPS: N 52.56994,  W 9.49510 
 Gereden: 152 kilometer Weer: afwisselend bewolkt en zonnig 

De Wild Atlantic Way gaat na onze mooie, rustige overnachtingsplaats verder via de R551. Het landschap blijft, vlak, golvend en groen tot Tralee. 


Ierse vrijheidsstrijd

We maken een klein omweggetje bij Banna. Hier staat een monumentje voor drie Ierse vrijheidsstrijders, die op Goede Vrijdag 1916 wapens en munitie aan land wilden brengen vanaf een Duitse onderzeeër. De wapens waren bedoeld voor het Ierse opstandelingenleger om te gebruiken bij een opstand tegen het Engelse gezag. De Engelsen kwamen echter achter dit plan en namen de drie gevangen en hingen hen op wegens hoogverraad. De Paasopstand 1916, die eigenlijk in heel Ierland had moeten plaats vinden, gebeurde nu alleen in Dublin en werd al heel gauw door de Engelsen bloedig neergeslagen. 



Schiereiland Dingle

Na dit lesje in de Ierse geschiedenis draaien we na Tralee het schiereiland Dingle op. Het is hier prachtig. Tegen de heuvels en bergen vleien zich als een grote, groene lappendeken de met hagen omzoomde weiden.






 Let op: de R 560 kun je met de camper niet rijden; we zijn te breed. 


Stadje Dingle

We rijden daarom de N86 af tot het leuke havenstadje Dingle. Het stadje ziet er op deze zonnige dag met zijn felgekleurde gevels wel heel vrolijk uit. Dé toeristische attractie is hier een vaartochtje in de baai, waar kennelijk al jaren een dolfijn rondzwemt. Het dier schijnt zo dol op mensen te zijn, dat je hem tijdens het vaartochtje gegarandeerd te zien krijgt Zo niet, dan kun je zelfs je geld terug  krijgen. Ondanks deze garantie zien we van dit tochtje af. 




In Dingle zelf kun je niet overnachten, al verdenken we de volgende morgen een aantal campers ervan toch op het parkeerterrein te hebben gestaan. Dingle lokt met zijn vele restaurantjes en pubs ook wel heel erg om er in de avond te staan. 

Wij vinden een plekje voor de nacht een stukje voorbij Dingle bij Ventry. Vanaf dit plekje achter het duin, is het over het strand 20 minuten wandelen naar Ventry, waar onder andere een visrestaurantje en een pub is. 


Overnacht: op stil plekje bij strandopgang, net voorbij Ventry. Campercontact no. 28628.   GPS: N 52.12708,  W 10.37497 
Gereden: 142 kilometer 
Weer: zonnig 


Slea Head Route

De punt van het schiereiland Dingle blijkt adembenemend mooi. De route staat aangeduid als Slea Head Route en volgt de R559 en R 549. De weg is goed te rijden met een camper maar een paar kilometer voor en na Slea Head wel erg smal. We volgen de borden en rijden dus met de klok mee rond. Links van ons ligt onder de steile helling, slechts gescheiden door een muurtje, de oceaan, rechts van ons de bergwand. Strak sturen en stalen zenuwen zijn hier onontbeerlijk. Gelukkig rijden we dit stuk vroeg in de ochtend en komen we slechts twee personenauto’s tegen, die we – heel voorzichtig – stukje bij beetje passeren. 

Het uitzicht hier is echter dit afzien wel waard. De ruige rotsachtige kust met de kleine eilandjes ervoor is in een woord schitterend. Het laatste deel van deze Slea Head route slingert de weg zich langs de voet van de bergen terug naar Dingle. 






De Connorpas over de R560 vanaf Dingle hebben wij niet gereden, omdat we niet zeker zijn of deze weg met de camper berijdbaar is. Na de pas in ieder geval niet. 

Wij rijden over de mooie kustweg langs Inch naar Castlemaine en vervolgens naar Killarney.


Muckross House bij Killarney

Ten zuiden van Killarney ligt Muckross House met bijbehorende tuinen en oude boerderijtjes. We brengen er met plezier de hele middag door. Net als Glenveagh House en Kylemore Abbey ligt ook dit huis aan een Lough met een prachtig uitzicht op omringende bergen. Het huis dateert van 1843 en is gebouwd door en voor de familie Herbert. Een belangrijke gast was Koningin Victoria van Engeland, die in 1861 een nachtje bleef slapen, met medeneming van haar eigen bed. 

Wat jaren later kwam het huis in bezit van de brouwerijfamilie Guinness en nog later werd het door een rijke Amerikaan gekocht als huwelijkscadeau voor zijn dochter. Toen deze dochter overleed hebben haar ouders en haar man het huis en het land eromheen geschonken aan het Ierse Volk. 



Uitzicht vaanaf Muckross House

Het huis is alleen met een rondleiding te bezoeken en je mag er helaas niet fotograferen. Om het huis liggen mooie tuinen met onder meer hortensia’s en rododendrons. Op het terrein staan verder drie oude boerderijen: een kleine, een middelgrote en een grote boerderij. Ook is er een schooltje te bekijken. 



Keuken van kleine boerderij

Woonkamer grote boerderij








Overnacht: Camping Killarney Flesk Caravan Park   campercontact 48214/. Er loopt hiervandaan een fietspad naar Killarney (ca 2,5 kilometer) of – terug richting Muckross House – 3 kilometer naar de Jarvey’s Pub, waar enige avonden per week Ierse dansen zijn te zien. Wij houden het bij een pint in de aan de camping grenzende pub, waar deze zaterdagavond muziek is van een gitarist en harpiste. GPS: N 52.04306,  W 9.49953  
Een (gratis) alternatief ontdekten we in 2017:  het parkeerterrein bij Castle Ross, aan het einde van Ross Road. Dit ligt 2,2 kilometer van Mainstreet, Killarney, zo’n 25 tot 30 minuten lopen. 
 Gereden: 132 kilometer 
 Weer: Licht bewolkt en zonnig

Ring of Kerry

Wie Ierland zegt, noemt bijna in één adem de Ring of Kerry, oftewel de rondrit op het grote schiereiland in het Zuid-Westen van Ierland. Niet ten onrechte, vinden wij. De tocht geeft zo ongeveer een samenvatting van alles wat Ierland te bieden heeft. We zien kliffen, strandjes, baaien, eilandjes, vergezichten over zee, leuke dorpjes, bergen, golvende weiden en zelfs bos. 


Cobh, Copper Coast en Kilkenny

Van 1848 tot 1950 emigreerden meer dan 6 miljoen Ieren uit Ierland. Ongeveer 2,5 miljoen daarvan vertrokken uit Cobh, het kleine havenplaatsje ten zuiden van Cork. Al die mensen zeiden hun familie vaarwel, gedreven door hongersnood en armoede en met hoop op een beter leven in vooral Amerika, Canada en Australië. 


We proberen de aantallen tot ons te laten doordringen en zijn er stil van. We lezen en leren erover in het Heritage Center, een paar honderd meter lopen van onze camperplaats aan de kade in Cobh. 



Dag 22, 23, 24         30, 31 augustus, 1 september 

Heritage Center in Cobh

Dag 22

Het Heritage Center is gevestigd in het oude Victoriaanse treinstation, waar heel veel van die vroegere emigranten aan kwamen alvorens aan boord te gaan op de schepen, die hen verder brachten. In diorama’s vertelt het centrum het verhaal van de emigranten maar ook van de 39.000 politieke gevangenen en armoedzaaiers, die voor bijvoorbeeld voor een diefstal een jarenlange werkstraf kregen in Amerika en Australië en vanaf Cobh  (vroeger Queenstown geheten) werden verscheept. 



Heritage Centre in Cobh
De situatie onder in het ruim van een emigratieschip

Als laatste haven deed de Titanic op zijn eerste (en laatste) reis Cobh aan

Verder is er in het centrum aandacht voor de Titanic, die hier haar laatste stop maakte en nog 123 passagiers aan boord nam. Ook de ramp met het passagiersschip  Lusitania, dat niet ver van Cobh in 1915 werd getorpedeerd door een Duitse onderzeeër komt aan bod. . Bijna 1200 mensen verdronken daarbij; veel van de 760 overlevenden werden in Cobh ondergebracht. 

Bij elkaar een intrigerend en interessant museum, dat vooral een goede kijk geeft op de enorme emigratiestroom. Voor het centrum staat een standbeeldje van de 15-jarige Annie Moore die in december 1891 samen met haar twee broertjes emigreerde naar Amerika. Op 1 januari 1892 was zij de eerste immigrant op het net geopende Ellis Island in New York.




Het hier vertelde verhaal van de enorme emigratiegolf maakt letterlijk zichtbaar dat zoveel Amerikanen en Australiërs afstammen van Ierse grootouders of betovergrootouders. Ook veel van de van hoop en heimwee doordrenkte traditionele Ierse songs herinneren aan die tijden en komen zo in een duidelijker perspectief te staan. 


N.B. In 2017 hebben we ook nog de stad Cork zelf en omgeving bezocht, waaronder de voormalige gevangenis, ook een museum, dat we de moeite waard vinden. We zijn daarbij ook in het 8 kilometer ten noorden van Cork liggende Blarney Castle geweest. 

Youghal

Nog onder de indrukvan Cobh rijden we na dit bezoek door langs de kust naar Youghal. Volgens ons Marco Polo gidsje is dit geheel ommuurde plaatsje de moeite waard. Ons valt het eigenlijk een beetje tegen. De delen van de middeleeuwse muur en de St. Mary’s Church zijn best een bezoekje waard maar verder maakt het plaatsje een wat vervallen indruk. In een uurtje hebben we het wel bekeken. 





We rijden door naar Ardmore en vinden daar een fijne overnachtingsplaats op Ardmore Seaview Motorhome Park. 


Bijschrift toevoegenCamperplaats met zeezicht in Ardmore
Overnacht: Ardmore Seaview Motorhome Park. Dit is het terrein van een boer, die een weide heeft gereserveerd voor campers. Je staat op het gras, vlak aan zee en via een pad langs het water op wandelafstand van het dorpje. Water laden kan, net als grijs water lossen en toilet legen. Prijs 10 euro. GPS N 51.957132, W 7.728490. Let op, dit is anders dan vermeld bij Campercontact, no. 49287. 


Copper Coast

Dag 23

Een medecamperaar beveelt ons de kustroute aan (te volgen via kleine bruine bordjes Coastal route). De route voert langs de Copper Coast en vooral het gedeelte tussen Dungarvan en Tramore is heel mooi. De kliffen zijn weliswaar niet zo spectaculair als aan de westkust maar de combinatie met het golvende landschap maakt het zeker ook tot een mooie en rustige route. 






Van Tramore rijden we via Waterford naar Kilkenny. Het geslepen kristal van Waterford (de fabriek is dicht maar de winkel bestaat nog) laten we aan ons voorbij gaan en via de M9 zijn we in korte tijd in Kilkenny. 


Kilkenny 

Dag 23 en 24

Kilkenny is na Waterford de oudste stad van Ierland. 


Kasteel

Het indrukwekkende kasteel, dat de bovenstad domineert, dateert van begin 1200, althans het oudste deel ervan. Zoals vaker het geval met kastelen is er ook hier in de loop van de eeuwen het nodige aan veranderd en aangebouwd. Bijzonder is dat het zo’n 600 jaar de voornaamste Ierse residentie was van de machtige en steenrijke familie Butler. In 1967 is het kasteel verkocht aan de stad Kilkenny. 

Nadat het kasteel zo’n dertig jaar heeft leeg gestaan, is het helemaal opgeknapt en zeer zorgvuldig gerestaureerd. Het interieur laat nu de Victoriaanse tijd zien. 





Schilderijengalerij in kasteel Kilkenny



We zien een aantal weelderige woonvertrekken maar de meeste indruk maakt de schilderijengalerij. Deze vleugel is in de 19e eeuw speciaal gebouwd en in 1860 verbouwd om de ruim 300 schilderijen tellende collectie portretten van royals en voorouders te laten zien. Het geeft ook wel aan hoe fabelachtig rijk de familie was. Let wel, in dezelfde tijd dat er zo’n grote armoede was onder Ierse boeren en vooral jonge mensen die barre omstandigheden ontvluchtten door te emigreren. 


Middeleeuwse mijl

De stad Kilkenny heeft een Middeleeuwse mijl uitgezet en die wandeling voert naar de kathedraal aan de andere kant van de stad. Onderweg kom je langs een aantal mooie huizen. Het mooiste is het Rothe huis met twee binnenplaatsen. Daar tegenover ligt de Smithwicks Brouwerij. 


Smithwicks Brouwerij

De brouwerij bestaat al meer dan driehonderd jaar. Voor die tijd maakt monniken op die plaats ook al licht-alcoholisch bier. Wij zijn rond de middag de enige gasten voor een rondleiding en krijgen daardoor een heel leuke privé-tour. De gids vertelt niet alleen over de manier waarop bier wordt gebrouwen maar ook over de familiegeschiedenis van de Smithwicks. En dat geeft een kijkje in de wijze waarop de katholieke Ieren werden behandeld door de protestante Engelsen. 




Zo kon de katholieke familie Smithwick meer dan honderd jaar niet onder eigen naam brouwen. Het was katholieken namelijk onder de Engelse overheersing verboden om te handelen of bezit te hebben. Een protestantse koopman uit Kilkenny woonde dan ook in het bij de brouwerij horende huis en diens naam stond op de toegangspoort. Pas in het begin van de 19e eeuw kon de familie de eigen naam op de poort zetten. 

 Aan het einde van de rondleiding mogen we drie soorten bier proeven. 


Muziek in de pub 

We zijn twee avonden in Kilkenny en twee avonden maken we muziek in een pub mee. De eerste avond een groep van zes dertigers in Matt The Millers. In een echt optreden, compleet met versterkers, brengen zij met enthousiasme een repertoire van traditionele en vaak opgewekte songs. 



Drie vijftigers brengen de volgende avond in Kilkenny’s oudste pub, de Kytelers Inn, rond etenstijd een reeks van reels op banjo, viool en accordeon. Fascinerend om te horen hoe de viool weer het tempo en de melodie aangeeft en de anderen in variaties volgen. Om beurten zingen de mannen er enige hartverscheurende songs bij. 





Het laat weer zien, dat iedere muzikale sessie in iedere pub weer anders is. 


Overnacht: Twee nachten op de kleine camping Tree Grove, zo’n 2 kilometer van het centrum. .campercontact 10147/  GPS: N 52.63993,  W 7.22997   Wij lopen langs Castle Road in een goed half uur naar het centrum. 
Gereden: van Cobh, via Copper Coast naar Kilkenny: 148 kilometer  
Weer: Overwegend bewolkt zo nu en dan zon, paar spatjes regen.