> Search results for "WildAtlanticWay" Slakken op reis

Met de camper door Donegal

Na Derry gaan we de grens over naar de Republiek Ierland. Hier begint ook de Wild Atlantic Way, de route langs de Atlantische kust van Ierland. We starten daarvoor op het Schiereiland Inishowen, dat ook wel Ierland in het klein wordt genoemd (net zoals eiland Skye dat is voor Schotland). De WAW loopt hier parallel met de Inishowen 100, een 100 kilometer lange route over het schiereiland.


Het wordt een afwisselende tocht, deels langs groene weilanden maar ook via kale bergen en langs steile rotsen, baaien met brede, gele stranden en kleine dorpjes en her en der rondgestrooide witte en gele huizen. 


Malin Head

Via Moville en plaatsjes met sprookjesachtige namen als Guldalf, Ballykenny en Ballygormen rijden we naar Malin Head, het meest Noordelijke puntje van Ierland. 

Een steil weggetje omhoog brengt ons bij een soort communicatietoren. Erg ruim is het hier boven niet; we zijn blij dat we tussen een paar geparkeerde auto’s nog een plekje vinden om de camper neer te zetten. 





Net als vorig jaar veel zuidelijker vinden we ook hier de witte letters Eire, die destijds dienden om geallieerde bommenwerpers te waarschuwen dat ze bij Ierland waren. We wandelen een stukje langs de rotsen naar een kloof, waar de zee doorheen spoelt. Via de andere kant van het schiereiland rijden we terug naar een iets mee bewoonde wereld.


Overnacht: Parkeerplaats in Malin N 55.29482 W 7.25890, achter pub Mc Leans. Prima plek, geen voorzieningen. Achteraf zijn we geattendeerd op de kleine pub Lilly’s, waar juist op donderdagavond de traditionele muziekavond wordt gehouden. Die hebben wij dus jammer genoeg gemist.

De volgende dag vervolgen we de route naar Cardonagh, waar we even stil staan bij een wel heel oud Keltisch Kruis, dat misschien wel uit de 7e eeuw stamt. 

 Keltisch kruis uit de 7e eeuw

Mamore Gap

Via Clonmanu en Dunaff rijden we over de spectaculaire Mamore Gap. Dit was en is van oudsher de enige doorgang vanaf zee over de bergen en destijds een smokkelaarsroute voor illegaal gestookte drank. 

De heilige Sint Patrick waakt over een veilige overtocht over de nauwe Marmore Gap


Bijzondere uitzichtspunten duidt de Wild Atlantic Way met deze palen met golfembleem aan.

Nog altijd is het een heel steil en smal weggetje en we grommen ons in de eerste versnelling via de haarspeldbochten (hier wel!) naar de top. Daar is een kleine parkeergelegenheid, waar diverse heiligen in kleine kapelletes om een veilige doortocht kon/kan worden gebeden. 


Ringfort

Via Buncrana rijden we naar de A13, de weg tussen Derry en Letterkenny. Het plan was om het ringfort Grianen Aligh te bezoeken, net ten zuiden van de N13. Via wederom hele smalle weggetjes komen we wel in de buurt van het fort, maar het weggetje naar het uiteindelijke fort blijkt nog smaller en gaat steil omhoog. We weten dat verschillende camperaars dit hebben gereden maar wij vinden het wel erg steil en smal. 

Dat is ons te ongewis om met de camper te doen. Wel zien we een stukje verderop nog het ringfort vanuit de verte. 

In Letterkenny vinden we voor een uurtje een parkeerplekje bij de brandweerkazerne. We lopen de lange winkelstaat in het stadje een keer op en neer maar erg interessant vinden we Letterkenny niet. 


Schiereiland Fandad - Rathmullan

Liever zoeken we de Wild Atlantic Way op het volgende schiereiland weer op. Via Ramelton rijden we naar Rathmullan aan de zee-arm Lough Swilly.  
Daar bezoeken we een kleine maar interessante tentoonstelling over de vlucht van de laatste Keltische stamhoofden. Door hun vertrek in de 16e eeuw vervielen de Keltische cultuur, de gebruiken en de taal. De opeenvolgende Engelse vorsten stelden de Engelse regels en wetten en en de Engelse taal verplicht. Zo bezien is het nog een wonder dat de taal toch nog ondergronds is blijven bestaan en hier in het Noorden het Gaelic nog wordt gesproken en op de plaatsnaamborden terug komt. 


Overnacht: 
in Rathmullan bij de Pier met zicht op de ferry naar Buncrana. Leuke plek met ook zicht op de mensen, die gaan vissen, gaan duiken of komen paard rijden over het strand en in zee.
Omdat de waterpomp van de camper stuk is, besteden we de volgende ochtend aan een terugrit naar Letterkenny, waar een groot camperbedrijf zit. Kunnen er gelukkig een nieuwe waterpomp kopen, die Job ter plekke installeert. Na dit reparatie-intermezzo rijden we weer naar Rathmullan en vervolgen de WAW. 


Met dergelijke bordjes wordt de Wild Atlantic Way goed aangegeven.

Het volgen van de route is niet moeilijk; regelmatig staan er bordjes met een golfje. Een beetje verwarrend is wel dat we hier op het schiereiland naar het Noorden rijden maar de bordjes South moeten volgen. Dit komt, omdat we de route door heel Ierland gezien van Noord naar Zuid volgen.  


Schiereiland Fanad

Hoe noordelijker we komen op dit schiereiland Fanad, hoe ruiger en kaler het landschap wordt. Toch wonen er nog verrassend veel mensen, vinden we, waarbij we ons wel afvragen waar ze van bestaan. En het kan nog zo koud, kaal en winderig zijn, schapen gedijen kennelijk overal. Ook hier ontbreken ze dan ook niet.



Bij Portsalon krijgen we een schitterend uitzicht over het water met aan de overzijde de kust van Inishowen. We zien de berg, die we gisteren zijn over gereden. Best wel indrukwekkend, vinden we vanaf deze kant. 



De route voert ons tot het uiterste noordelijke puntje van het schiereiland, toepasselijk Fanad Head geheten. Een prachtige vuurtoren op een vooruitstekende rots is hier bijna letterlijk een baken in zee. 

De noordelijke kust is hier heel grillig met diepe zee-armen en baaien maar route WAW houdt zo veel mogelijk de kust aan en stuurt ons langs Ballyshernan Bay en via een brug over een smalle zee-engte naar Carriaig Art. We maken nog een rondje over de ‘puist’ van dit schiereiland en rijden dan via R 245 naar de N56.

Eigenlijk maakt het niet uit waar je rijdt op dit noordelijke stuk van Donegal: bij iedere baai, na iedere bocht is het uitzicht weer anders en verrassend. Deels rijden we langs de oceaankust, deels langs de bergen in het binnenland. 








Glenveagh National Park slaan we nu over; we zijn hier vorig jaar geweest. Omdat we vorig jaar hier ook al de Wild Atlantic Way langs de kust hebben gevolgd, rijden we nu verder via Dunfanaghy langs de doorgaande weg naar Dungloe. 


Overnacht: 
In Dungloe op mixed parkeerterrein, vlakbij de hoofdstraat. N54.95027 W 8.36303. Helaas is hier deze zaterdagavond geen muziek in de pubs. In Beedy’s Bar, die bekend staat om de traditionele muziek op dinsdagavond, houdt men het op deze zaterdagavond op karaoke na 10.00 uur. Dat laten we aan ons voorbij gaan.

De vierde dag van onze tocht door Donegal rijden we van Dungloe langs de hoofdweg naar tweed-centrum Ardara. Daar pakken we de WAW weer op. Eigenlijk vinden we het landschap hier nog desolater en ruiger dan op de Noordelijke schiereilanden.

En na kilometers slingeren over een smal weggetje, zie je dan in de verte ineens de oceaan.

Er wonen in ieder geval minder mensen en misschien nog wel meer schapen. We bedwingen via een smalle en steile weg met flink wat bochten een pas, die weer heel wat schakelen en sturen vergt.  Tussen de heuvels door rijden we naar Glencolumbkille. 


Openlucht museum

In Glencolumbkille.  is een leuk en interessant klein openlucht museum met cottages uit verschillende eeuwen. Ook is er een klaslokaaltje en een kleine pub/annex winkeltje. Het geeft een beeld van de primitieve omstandigheden, waarin Ierse families leefden, óók nog in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het museumdorpje is 50 jaar geleden gesticht door Frater James Mc Dyer. Hij werkte al vanaf 1951 in Glencolumbkille en heeft er in de loop der jaren veel energie in gestopt om te zorgen dat er elektriciteit kwam en meer werkgelegenheid. Om toeristen te trekken is destijds  met hulp van plaatselijke vrijwilligers het historische dorpje gebouwd en door de lokale bevolking gevuld met meubilair, gereedschappen en keukengerei. 
We brengen er met plezier een tijdje door. 




In het museum zien we onder meer hoe er tot ver in de vorige eeuw turf werd gestookt om de cottages warm te houden. Dat turf stoken gebeurt trouwens nog steeds. Onderweg hebben we regelmatig gezien hoe er stukken veen zijn afgestoken en en de turf ligt te drogen. Het schijnt dat bewoners van de streek gratis de turf mogen steken. 

De route gaat daarna verder naar de vissershaven Killybegs, waar tegenwoordig moderne trawlers de vis aan wal brengen. Langs deze route ligt ook de Slieve Legue, hoog uit zee oprijzende kliffen. Hoger dan de Cliffs of Moher, zelfs. We hebben deze vorig jaar bewonderd en slaan ze nu over. 


Donegal-stad

We eindigen de dag in het stadje Donegal. Het is misschien ook wel het gezelligste stadje van het gelijknamige graafschap. Rondom het driehoekige plein, dat het centrum vormt, liggen tal van winkels, pubs en restaurants.  Er zijn hier diverse pubs, waar ’s avonds muziek wordt gemaakt maar we hebben goede herinneringen aan de avond in de Reel Inn vorig jaar.
Donegal


Muziek maken in de pub. Wie wil en kan, mag meedoen

Ook deze keer blijkt dat een goede keus. De gitarist/zanger en accordeonist, die er vanaf 9.00 uur spelen krijgen al snel gezelschap van twee binnen lopende violisten, er schuift nog een oude accordeonist aan en een vrolijke vrouw in het publiek blijkt ook prima te kunnen zingen Net als haar vader trouwens, die ook nog enige liederen ten gehore brengt. Bekende nummers zingen de gasten graag mee. Kortom, we hebben een heel gezellige avond. 


Overnacht: 
Op het parkeerterrein bij de haven van Donegal. Campercontact no. 26230.

Totaal reden we nu 3,5 dag door het graafschap Donegal, waarbij we de meest noordelijke delen van de Wild Atlantic Way bekeken. Vorig jaar reden wij de rest van deze route door het graafschap Donegal. Als je ook het National Park Glenveagh en de Slieve-kliffen wil bezoeken, kun je minimaal een dag extra rekenen.  

Anne van het blog DitisIerland reed van Donegal naar het Noorden. In haar verslag geeft ze ook een indruk van dit echt dunbevolkte deel van Ierland. 


Dag 23 (vervolg), 24, 25, 26  van reis door Engeland en Ierland      Dag 3 (vervolg), 4, 5 en 6 in Ierland                    22, 23, 24 en 25 juni 

Wild Atlantic Way van Killarny naar Kinsale


Soms komen we een hellinkje af en lijkt het smalle weggetje, waarop we rijden ons met camper en al recht de zee in te voeren, maar altijd gaat gelukkig de weg om de hoek van een huis, een grote struik rode fuchsia of een stenen muurtje toch weer verder. Zo rijden we over de zuidelijke schiereilanden en Ierlands zuidkust in drie dagen het laatste gedeelte van de Wild Atlantic Way. 


Killarney is het vertrekpunt voor velen voor de Ring of Dingle en de Ring of Kerry. Beide hebben we vorig jaar gereden en daarom nemen we nu de weg N71 van Killarney, door Killarney National Park naar Kenmare. Dit is echt een prachtige weg met vergezichten op de bergen van Kerry. Mogelijkheden om te stoppen op de redelijk smalle weg zijn er echter nauwelijks; aan foto’s maken komen we dan ook niet toe. 


Schiereiland Beara

Ten zuiden van het schiereiland Kerry ligt het veel minder bekende schiereiland Beara. Het is er, zeker aan de noordkant, weelderiger begroeid dan op de eerdere schiereilanden en ook gecultiveerder. De schapen hebben hier vaak plaats gemaakt voor koeien. Maar met zijn glooiingen, de stille dorpjes en de verspreid liggende huizen vinden we het Ierland, zoals je je Ierland voorstelt. Vaak geldt ook hier weer dat de wegen smal zijn en dat er niet zo veel gelegenheid is tot stoppen. 




Alleen in een wat wijdere bocht kunnen een tegemoet komende auto en onze 2.35 meter brede camper elkaar passeren.
De weilanden liggen hier als een lappendeken in vele tinten groen over de hellingen, van elkaar gescheiden door heggen of muurtjes van gestapelde stenen. Helaas is het deze dagen nog al nevelig, zodat het landschap ook vaak met een zilvergrijs waas is bedekt. Om die grijsheid te doorbreken, kiezen de bewoners opvallend vaak voor kleur op hun huizen. We komen soms bizarre combinaties tegen, die we zelf nooit zouden durven kiezen. Was het helderblauw of fuchsiaroze wellicht in de aanbieding, vragen we ons soms af. 

Vanwege het mistige weer rijden we niet helemaal door naar het puntje van Beara. Daardoor missen we wel Ierlands enige kabelbaan, die – hoog boven zee – mensen naar het eiland Ballynacallagh brengt. Ook hebben we begrepen, dat de kabelbaan op zondag niet zo frequent gaat en dat bovendien eilandbewoners voorgaan. We willen niet het risico lopen op het eilandje te blijven steken! 

De zuidkant van Beara is weer bergachtiger en voert nog door enige kleine dorpjes en steeds is er wel weer een verrassend zicht op een volgende inham of baai. In Glengariff, dat duidelijk op toeristen is ingesteld, wandelen we even rond. Er is een aanlokkelijke tuin op een eilandje, maar ook daar is het weer niet echt geschikt voor. 

 We rijden door naar Bantry. Net als in Glengariff zijn campers er niet echt welkom, gezien de hoogtebarriers. Gezien het wisselvallige weer slaan we ook het tuineiland bij Glengariff over. 


Overnacht

Overnachten doen we net buiten Bantry, op een klein parkeerplaatsje bij het kerkhof. Niet ideaal maar de andere mogelijkheid is slechts de peperdure camping in Ballylickey.
De volgende dag besteden we aan het schiereiland Sheepshead en het daaronder liggende schiereiland met Mizenhead. 


Sheepshead

Het eenzame Sheepshead met zijn uiterst smalle weggetjes zien we eigenlijk alleen in de laaghangende nevel. En dat is jammer, want zeker het uitzicht op de top Seefin moet bij helder weer spectaculair zijn. Hier staand zie je dan links en rechts de oceaan. Nu moeten we het doen met een kruisbeeld en een kopie van de piëta van Michelangelo. 


Mizenhead

Ook Mizenhead lijkt eerst schuil te gaan in de nevel maar gelukkig klaart het tijdens ons bezoek wat op. Mizenhead is het meest Zuidwestelijke puntje van Ierland en dat wilden we na ons bezoek aan Malinhead (de meest Noordelijke punt) natuurlijk niet overslaan. Op deze punt staat een seinstation, waar men vroeger met seinvlaggen boodschappen aan schepen kon geven. Negen mijl in zee ligt op een kleine rots nog een vuurtoren maar die is deze dag echt niet te zien. 

Op Mizenhead, het meest Zuid-westelijke punt van Ierland



Het seinstation is te bereiken via een betonnen loopbrug, die een tamelijk diepe kloof overspant. In de diepte klotst de zee maar het is niet moeilijk voor te stellen, dat het met een flinke wind hier enorm kan spoken. Aan de zuidkant van het schiereiland is de invloed van de warme golfstrook soms al zichtbaar. Her en der zien we zelfs een palm in een tuin. We slingeren verder en komen ook hier door kleine plaatsjes. 

Zoals al vaker tijdens deze reis door Ierland verbazen we ons erover hoe afgelegen mensen in deze dunbevolkte streken wonen en vragen we ons af, waar ze van kunnen bestaan. Toch werden deze eenzame oorden kennelijk duizenden jaren geleden ook al bewoond. Vlak bij Ballydehob komen we als bewijs daarvan nog een hunebed tegen. 


Overnacht: 

In Skibbereen, op de kleine Camping Hideaway. (Campercontact 41905). Achteraf bezien was ook de pier bij Ballydehob een goede overnachtingsplaats geweest. Campercontact 45867. 

Zuidkust

De laatste etappe van de Wild Atlantic Way voert van Skibbereen via Castletownshead, Glandore en Clonakitty naar het einde van deze route: Kinsale De beschrijving wordt wat eentonig: weer komen we langs baaien, kliffen en stranden. 

Langs de weggetjes stan vaak hagen van fuchsia





Steencirkel

Bij Dromberg, niet ver van Glandore, buigen we nog af naar een steencirkel. Dat betekent een kilometer rijden over een uiterst smal weggetje met geen uitwijkmogelijkheden. We komen één auto tegen en die weten we rakelings te passeren. De tegemoetkomende camper op de terugweg zien we gelukkig nog vlakbij het parkeerterrein aankomen, pff.

Old Head of Kinsale

Onze laatste stopplaats op de route is de punt van Old Head of Kinsale. Ook hier staat een seintoren, maar die dateert uit de tijd van Napoleon en maakte deel uit van een ketting van seintorens van Malinhead tot Dublin. Met wimpels en ballen kon de ene toren naar de volgende seinen dat er een of meerdere zeilschepen te zien waren, zodat de Engelsen (die het toen voor het zeggen hadden in Ierland) tijdig maatregelen konden nemen tegen een mogelijke aanval van Frankrijk. Ook is hier voor de kust in 1915 het luxe passagiersschip de Lusetania vergaan, waarbij 1200 mensen zijn verdronken, een gebeurtenis die veel impact heeft gehad op de bewoners van deze kuststreken. 


In Kinsale is een einde gekomen aan onze circa 2500 kilometer lange tocht langs de Wild Atlantic Way, die langs de kust van Ierland loopt van Londonderry tot Kinsale en zoveel mogelijk de kustlijn met al zijn baaien, inhammen en kliffen volgt. We hebben de route verdeeld over twee vakanties en er in totaal ruim 20 dagen over gedaan. 

Overnacht:

Net buiten Kinsale op mixed-parking achter het Charlesfort.  Campercontact 23935.  Een plek zonder voorzieningen maar met mooi zicht op de baai, waar we aan de overkant Kinsale zien liggen. Wandelen naar Kinsale kost 32 minuten. We hadden achteraf gezien ook een plekje kunnen proberen op de mixed parking aan de New Road in Kinsale zelf. 

Kinsale

We staan dicht bij het uit 1677 stammende Charlesfort, dat speciaal door de Engelsen is aangelegd om de ingang van de haven te beschermen, vooral om te voorkomen dat de Fransen en Spanjaarden de haven zouden kunnen gebruiken, in geval van een landing in Ierland. Vanuit het er tegenover liggende Jamesfort kon zelfs een onderwaterkabel worden gespannen naar Charlesfort om zo vijandelijke schepen tot zinken te brengen.  
Gezicht op het dorpje onderaan het fort
Kinsale zelf blijkt leuk en gezellig, zo ervaren we de volgende morgen, als we voor twee uurtjes midden in het centrum parkeren. Het staat bekend als het kleurige stadje en dat klopt wel, gezien de bonte kleuren, waarin sommige rijtjes huizen zijn geverfd. 


Er gaan weliswaar om 10.30 en om 11.15 door lokale vertellers begeleide wandelingen van start bij het Tourist Office maar wij struinen op eigen kracht door de straatjes.  We zien heel wat leuke winkeltjes, talloze restaurantjes en pubs, die ’s avonds  traditionele muziek beloven.  Een prima begin/einde van de Wild Atlantic Way dus. 


Dag 33, 34 en 35  van reis door Engeland en IerlandDag 13, 14 en 15 in Ierland           2, 3 en 4 juli