Gorges du Todhra en du Dades

Dag 8, 9 en 10 

Vanuit de woestijn gaan we naar de bergen van de Hoge Atlas. Hoogtepunten hierin vormen twee spectaculaire kloven: de Gorges du Tohdra en de Gorges du Dades. Beide worden gedomineerd door machtige rode rotsen, waartegen de lemen huizen van piepkleine dorpjes met hun soortgelijke schutkleur nauwelijks opvallen.

In konvooi gaan we vanuit de woestijn weer over een onverharde weg naar de N13. Om niet te zeer in het stof van de voorganger te rijden is het wel zaak flink afstand te houden. Eenmaal weer op het asfalt rijden we ieder weer in ons eigen tempo. 

Bijna lekke band

Na zo'n 65 kilometer rijden door niemandsland, zijn we In Rissani weer in de bewoonde wereld. Daar horen we een bonkend geluid en blijkt er een schroef in de rechter voorband te zitten. Geluk bij een ongeluk zijn we maar 30 meter verwijderd van een autowerkplaats en op advies van Hans rijden we daar naar toe. De band zou dan kunnen worden gerepareerd zonder dat we van wiel hoeven te wisselen. Dat blijkt gelukkig allemaal niet nodig. Geroutineerd haalt de monteur de schroef uit het rubber en de band blijkt niet lek. Er wordt wat lijm in het gaatje in het loopvlak gedaan en voor 20 dirham(2 euro!) zijn we weer gesteld en kunnen we verder rijden. 


Molshopen

Onderweg op de N10 bekijken we bij Tafilalt een ingenieus ondergronds irrigatiekanaal. In het landschap zien je een soort reusachtige molshopen liggen. Vanuit zo’n molshoop konden de mensen vroeger water tappen uit het onderliggende kanaaltje. Bij elkaar liggen er vele kilometers irrigatiekanaal, waarvan de oudste delen al meer dan 700 jaar oud zijn. Vroeger werd zo het water van de rivieren en uit de bergen van de ene vallei naar de andere getransporteerd. Door een lagere grondwaterstand staan de kanaaltjes tegenwoordig droog en krijgt de bevolking op een andere manier water. Voor 10 dirham per persoon mogen we beneden in zo’n kanaal kijken en als bonus ook nog in het onderkomen van een van de bewoners.
Molshopen in het landschap

In zo'n molshoop kon men water tappen

hutje bij de waterput

interieur van het hutje
Onderweg zien we van alles: dorpjes, pratende vrouwen, hoog opgetaste wagens met hooi.Deze gehele reis zien we de vrouwen in ieder geval met een hoofddoek en in een lang gewaad. Soms dragen ze een gezichtsbedekkende sluier. Hun kleding is soms kleurrijk, soms zwart en een enkele keer wit. In Figuig zagen we vrouwen gehuld in een soort witte lakens en behoorde dat bij de plaatselijke kledinggewoonte. Vaker betekent witte kledij dat er een familielid is overleden en dat de draagster in de rouw is. Kinderen zien we soms in een dekentje (Disneydekentjes lijken favoriet) op de rug mee gedragen. . 




Kloof van Todhra

Al rijdende zien we de bergen van de Hoge Atlas dichterbij komen. Vlak voor we bij Tinerhir de weg door de kloof van Todhra inslaan hebben we van bovenaf een prachtig uitzicht op en grote palmentuin. De lemen huizen bij deze tuinen hebben vrijwel dezelfde kleur als de omringende bergen. Met hun schutkleur vallen ze er bijna tegen weg. 




De kloof van Tohdra met honderden meters hoge rotsen

De kloof zelf met zijn rotswanden tot 300 meter hoogte trekt flink wat bezoekers. Dappere waaghalzen beklimmen (een stuk) de steile rotswanden maar daaraan wagen wij ons niet. We houden het bij een wandeling langs de onvermijdelijke winkeltjes/kraampjes, waar verkopers hun waren aan de toeristen pogen te slijten. 


Tinerhir

De Gorges du Dades ligt hemelsbreed maar een goede 50 kilometer verder. Voor we daar de volgende morgen naar toe rijden, stoppen we nog in het centrum van Tinerhir om daar op de plaatselijke souk  wat boodschappen te doen. Zo’n souk blijft leuk om te bezoeken, al zijn we als toeristische westerlingen ook wel een prooi voor gedienstige Marokkanen, die ons maar wat graag door de wir-war van straatjes willen leiden, ongetwijfeld op weg naar een neef, vriend of broer, die ons waren kan verkopen. Met een vriendelijk maar duidelijk ‘non, non. Non, merci’ schudden we ze van ons af. 







Gorges du Dades

Onderweg naar de Gorges du Dades doemen de besneeuwde toppen van de bergen van de Hoge Atlas op. Ook rijden we niet ongemerkt een andere provincie binnen: een poort midden op de weg markeert die grens.

Langs weg R 704 door de Gorges du Dades zien we vele bordjes ‘camping’ bij een hotel, restaurant of gewoon bij een huis. Zo’n camping is vaak niet meer dan een parkeerplaats met een kraan en een hurktoilet. Met wat geluk is er een douche en elektriciteit. Bij een van die campinkjes, eigendom van een bevriende familie,  vinden we onderdak. 
Onder leiding van Hans en een familielid van de campingeigenaar maken we een prachtige en lange wandeling door en over de rotsformaties, waarbij we steeds andere uitzichten hebben. Heel bijzonder zijn de rotsen, waar we langs komen en die er een beetje uitzien als apenhanden en ons ook doen denken aan de opstaande rotsen in Bryce (USA). Dit is een wandeling, waarbij de meerwaarde van deze groepsreis (die geen groepsreis wil zijn) blijkt. Dit hadden we echt nooit alleen kunnen of durven doen. 








De volgende dag rijden we in konvooi verder de kloof in. Ook dat wordt een boeiende tocht. In de dorpjes zien we op deze vrijdag vrouwen ijverig hun stoffige stoepen vegen. De vrouwen houden er niet van om gefotografeerd te worden, dus foto's van hen in hun soms kleurrijke jurken en doeken hebben we niet. 
Gekookt wordt er in heel Marokko op flessengas en we zien de lege gasflessen langs de kant van de weg staan, klaar om omgeruild te worden voor volle. We rijden langs bloeiende amandelbomen, die met hun witte bloesem afsteken tegen de rode achtergrond van de bergen. 
Vele haarspeldbochten



Na een vernauwing van de kloof, waar we met onze campers onder de overhangende rotsen rijden, slingeren we ons via ontelbare scherpe haarspeldbochten omhoog. De smalle, maar voor campers goed berijdbare, geasfalteerde weg zig-zagt verder de bergen in, waarbij het uitzicht na iedere bocht weer anders maar iedere keer spectaculair en steeds weer schitterend is. 


In konvooi over de smalle bergweg

Zo komen we in Msemrir. Daar houdt voor ons de weg op. Na deze plaats verandert de weg op de kaart namelijk van geel in wit en is deze alleen nog berijdbaar voor kleine 4x4 auto’s weten Hans en Nancy. 

Tot onze verrassing is er in dit oord wel een restaurant, dat nota bene vermeld staat in de Franse Routardgids en waar we terecht kunnen voor de lunch. We krijgen er een heerlijke omelet berber. Daarna keren we om en rijden dezelfde weg terug. En ook dat is weer mooi. 


Dag 8 Gereden: 243 kilometer Overnacht: bij de Gorges du Tohdra. 
Dag 9 en 10 Gereden: 85 en 85 kilometer Overnacht: Op kleine familiecamping langs de R 704 (campercontact)

2 opmerkingen:

  1. Ik heb genoten van je mooie foto,s en verhalen. ook spannend zo staan in de vrije natuur ? Zandbak.Liefs Baukje

    BeantwoordenVerwijderen