Buitenlandse
toeristen komen er niet veel in Konya; Turkse toeristen des te meer. Met bussenvol komen ze naar deze stad in het
midden van Turkije, op de hoogvlakte. Reden is het Mevlanamuseum, gewijd aan de
Derwishen. Dit was ooit het punt van
waaruit de stichter van deze orde, Rumi, zijn leer verbreidde.
Op dag 27 rijden we naar deze stad. We verlaten de kust en klimmen steeds hoger. Van Silfike naar Mut rijden we door een kloof en hebben we zowaar een fotomoment. Stoppen langs de weg valt namelijk niet mee; er zijn nauwelijks plaatsen waar je dat een beetje veilig kan doen.
Al stijgende zitten we na Mut op 1650 meter hoogte. Nu gaan we echt over de hoogvlakte. Enerzijds een beetje saai, anderzijds fascinerend om kilometers door vlak land te rijden, met hier en daar wel wat landbouw (we zien o.a. velden met mais) en anderzijds eigenlijk niets. Soms links een veld, waar waarschijnlijk koren heeft gestaan, rechts alleen een stenige lege vlakte.
Velen van de
groep rijden ook nog door naar Sille, met o.a. een mooie kerk en lemen huizen.
Ik laat
beiden aan me voorbij gaan en ben in de middag op de parkeerplaats in Konya.
Daarvandaan
bekijk ik zelf al het Mevlanamuseum. De volgende dag komen we daar als groep
ook weer. Nu met hoofddoek, dat was een dag eerder niet nodig. We krijgen nog
meer uitleg over het belang van Rani, die ook in het museum begraven ligt. We
komen ook in het (nagemaakte) vertrek waar de Darwish-monniken werden opgeleid.
De hoofddoek komt ook weer van pas bij
het bezoek aan de mooieAlaeddin moskee. De rest van de middag dwaal ik in mijn
eentje met veel plezier door de straatjes van de bazaar. Fascinerend blijft het
dat handelaren van dezelfde waren ook bij elkaar zitten. Een straatje vol
kruidenwinkeltjes, een ander vol gouden sieraden. Leuk is ook het straatje met feestkledij,
zowel voor dames als voor heren. Meer dan keurige kostuums voor heren,
feestjurken, vaak versierd met glitters, voor dames. Ik amuseer me er kostelijk
mee.
De bevlking hier is zeker traditioneler dan we eerder hebben gezien.
Op dag 28
dus nogmaals het bezoek aan de stad Konya, het museum en de moskee deze keer. ’s
Middags dwalen we opnieuw door de straatjes van de bazaar. ’s Avonds volgt er
een bezoek aan een nabij gelegen theater, waar iedere zaterdagavond de Darwish
dansen. Of het nog echt monniken zijn of nu een gezelschap dansers, is mij niet
duidelijk geworden. Wel dat de dansen met heel veel rituelen en knikken naar de
hoofdmonnik gepaard gaan. Op muziek van fluit en trommel raken de monniken
steeds meer in trance en draaien ze in het rond. Ze draaien steeds de
rechtervoet over de linker, eerst de armen gekruist voor de borst, later in extase de armen wijd. Een bijzonder gezicht en een fascinerend ritueel.
Catalhoyuk
Op dag 29
rijden we van Konya weer verder, naar Sultanhani. Onderweg hebben we een
gezamenlijke excursie bij de interessantante opgraving Catalhoyuk. Dit is een meer dan 7000 jaar oude nederzetting, waar
rond de 8000 mensen hebben gewoond. Zij hoorden bij de eerste groepen die zich
ergens vestigden en overgingen van jagen en vissen op landbouw. De site, die
dus dateert uit de late steentijd, staat
op de Unesco-Werelderfgoedlijst. De site is rond 1961-1965 opgegraven onder
leiding van archeoloog Mellaart. Het geheel moet onderdeel zijn geweest van een
hoogontwikkelde neolitische cultuur.
Het tweede
bezichtigingspunt, dat in het reisboek wordt genoemd is de Mekekrater. Die valt
wat mij betreft een beetje tegen.
Interessanter
zijn de lemen huisjes, die we later tijdens de rit nog passeren. Het is heel
moeilijk voor te stellen, dat hier – nog niet zo heel lang geleden – mensen hebben
gewoond. Zeker als je bedenkt dat we tijdens deze reis ook vele fraaie huizen,
villa’s soms, zijn gepasseerd.
Een schaapskudde dromt tijdens dit bezoek rond mijn camper.
Sultanhani
In
Sultanhani lopen we naar de enorme Karvanseray, die hier staat en veel weg
heeft van een kasteel. Deze karevanserays waren vroeger pleisterplaatsen voor
de rondtrekkende handelaren. Hier konden ze hun koopwaar uitstallen en
overnachten. Als zodanig worden ze niet meer gebruikt. Tijdens ons bezoek lijkt
deze karavanseray nu een soort tentoonstellingsruimte voor tapijten.
A en ik lopen ook nog binnen bij een paar van de tapijtherstelateliertjes die hier zijn. Mannen herstellen er heel precies en met eindeloos geduld met de juiste kleur wol gaten in oude tapijten. Het is bijzonder en zeldzaam vakmanschap. Van heinde en ver sturen mensen hun tapijten voor reparatie hier naar toe.
Op dag 30 rijden we verder naar Cappadocie. Onderweg bezoeken we de Selime Katedrali. Deze in de rotsen uitgehakte kerk is beslist de moeite waard. De enorme verzameling van trappen, paadjes, kamers en kerk met muurschilderingen is de grootste religieuze structuur in Cappedocie. Zoals zo vaak laten foto’s niet goed zien hoe groot en indrukwekkend het geheel is. N38.30081 O 34.25842.
Het kaartje
voor deze rotsformatie is ook geldig in de even verderop gelegen Iharavallei.
We volgende bruine bordjes er naar toe en het lukt ons om met twee campers in
de buurt van de ingang te parkeren. A en ik dalen af in de kloof en lopen er
een stukje.
Daarna
rijden we verder naar de camping in Ortahisar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten