Met de camper over de Turkse hoogvlakte naar Ankara

Na het bijzondere Cappodocië voert de reis verder door het Turkse platteland richting hoofdstad Ankara. 

Op dag 35 reizen we naar Bogazkale. Eerst komen we nog langs de zogenoemde feeënschoorstenen. Een bezoek aan het terrein en tussen de schoorstenen doorlopen kost 280 lira, oftewel ongeveer een tientje. Dat vinden we te gortig, temeer daar je de schoorstenen van buitenaf ook goed kunt fotograferen.

Daarna voert de reis over de hoogvlakte en daarmee ook door het Turkse platteland.  Een tussenstop in het plaatsje Kozakli brengt ons bij een enorme moskee en wat winkeltjes. Er zijn een paar kleine supermarkten en vooral winkeltjes, waar gereedschap, tuinslangen, enorme pannen en dergelijke worden verkocht.  Ik ontwaar er zelfs nog een oude televisie. Het voelt hier envoudiger, armer en conservatiever dan langs de kust en in het op toeristen ingestelde Cappodocië. 






De rit over de hoogvlakte is tegelijkertijd eentonig en fascinerend. Kilometers lang rijden we langs landerijen, waar het graan inmiddels is geoogst. Veel bebouwing zie je niet, slechts hier en daar eens een piepklein dorpje of een verlaten gebouwtje. De tweebaansweg is rustig en prima te berijden. Het laatste stuk weg vanaf Yozgat is landschappelijk wat interessanter en prachtig om te rijden.

Overnacht Baskent Camping

Gereden:  220 kilometer

 

Dag 36 hebben we een excursie naar de hier vlakbij liggende resten van een Hettische beschaving. Nooit van gehoord maar het Hettische Rijk beleefde zijn hoogtepunt in de 14e eeuw voor Chr. Dus nu een kleine 4000 jaar geleden. De Duits sprekende gids heeft jarenlang bij de opgravingen gewerkt en leidt ons door en over de restanten rond. Hij vertelt dat de Hethieten regeerden over een enorm grondgebied, dat behalve het huidige Turkije ook het noorden van Syrië en Irak omvatte. De beschaving was hoog en vrouwen hadden er best al wel rechten.  Van de oude hoofdstad Hattusa is niet zo heel veel meer te zien. Het leukste is de bovenstad met de toegangspoort met leeuwen en de rotsen met uitgehakte reliefs met afbeeldingen van de goden, warin de Hettieten geloofden.




Bijzonder is dat de scriba’s van de hoofdstad Hettusa heel veel optekenden en vastlegden voor het nageslacht. Dat hield plotseling op rond 1200 voor Chr., waarna dit volk van de aardbodem verdwenen leek. In het nabij gelegen museum zien we nog prachtige Sfinxbeelden en vaak mooi versierde potten. Bijzonder zijn ook de kleitabletten met geschriften, waaruit archeologen dus de geschiedenis van dit volk hebben kunnen afleiden.


Ankara

Dag 37 brengt ons verder over de hoogvlakte naar hoofdstad Ankara. We rijden de 71-26 en daarna de D260. Het landschap toont een lappendeken met landerijen, afgewisseld met heuvels. Zo  golven we kilometers voort door dit dun bevolkte deel van het enorme land dat Turkije is. In een klein plaatsje, waar we een koffiestop houden, brengt een vriendelijk lachend Turks echtpaar on een zakje appelen. Even later komt een duidelijk nieuwgierige oudere vrouw onze kant op. Met hulp van Google-translate voeren we een simpel gesprekje. 


Niet ver voor Ankara komen we langs de Cesnigir brug, die volgens de overlevering uit de 13e eeuw moet dateren. De brug ligt schilderachtig in een kloof. Gezien de mooie paden, bankjes en voorzieningen is het geheel bedoeld als een soort recreatieplek. Of dit echt is gelukt, is op deze oktoberdag niet in te schatten. Het is er heel stil. We beklimmen de uitzichttoren nabij de brug, die een mooi gezicht op de kloof geeft. A en B beklimmen nog een andere toen. Ik rijd door naar onze camperplaats bij een hotel in een voorstad van Ankara.

De volgende dag (dag 38) brengt een bus ons weer heel comfortabel naar Ankara. De hoofdstad van Turkije is vooral een moderne stad met heel veel moderne hoogbouw. Deze reis beperkt de excursie zich tot het oude staddeel rondom de citadel en het mausoleum voor Ataturk.





Deze stichter en eerste president van de Republiek Turkije  (overleden 1938) wordt in het land nog altijd met veel respect en bewondering geëerd. Hij ligt begraven in een enorm mausoleum, waar vele schoolklassen in keurig geordende rijen deze bijna heilige plek bezoeken. Het geheel is een enorm terrein, waarop een imposant gebouw, waarin het mausoleum staat opgesteld. Er is een doorlopende wacht, die met het nodige vertoon regelmatig wordt gewisseld. Er zijn vele vlaggen en in de bijbehorende gebouwen staan diverse auto's’ die Ataturk destijds heeft gebruikt.

Op eigen gelegenheid hebben we de tijd om in de citadel en de omringende oude straatjes rond te dolen. Ook een bezoek aan het Anatolische museum is mogelijk. Ik houd het bij de straatjes met talloze winkeltjes en restaurantjes.

De bus brengt ons weer terug naar de camping, waar we ’s avonds een diner hebben in het bij het hotel horende – eenvoudige – restaurant.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten