Ronda en Witte Dorpen

Ons volgende doel is Ronda na de drie dagen vol indrukken in Granada. We nemen de meest voor de hand liggende weg: de lekker opschietende A92 tot Antequera en daarvandaan de mooie wegen 384 en 367. Het is een leuke route, die langs eindeloze velden met olijfbomen voert. 


Camperreis Spanje  Dag 25 en 26 

Olijfgaarden

We kunnen begrijpen dat de olijfolie hier in vijfliter flessen wordt aangeboden. De berghellingen zijn hier echt met olijfgaarden bedekt, vaak al met heel oude, knoestige bomen maar we zien ook regelmatig nieuwe aanplant. Al die bomen staan in keurige rijen, wat bijzondere geometrische patronen op de hellingen en in de velden oplevert Jammer is wel dat er nauwelijks parkeerplaatsen langs de route zijn; we moeten het doen met een uit het raampje gemaakte foto. 


Olijfbomen, netjes in het gelid, zo ver het oog reikt

Ronda, stadje met een kloof

We zijn rond 11.00 uur it Granada vertrokken en om half drie zijn we in Ronda op Camping El Sur. Vanaf de camping wandelen we in een klein half uur naar het stadje. Het bijzondere van Ronda is dat het wordt doorsneden door de steile Tagokloof. 
Vanaf de Puente Nuevo (de Nieuwe Brug, die overigens ook al uit de 19e eeuw stamt) heb je een spectaculair uitzicht op de 100 meter diepe kloof. Verder is Ronda een gezellig stadje met een levendige winkelstraat. 
Er is in Ronda en in de Witte dorpen in de omgeving nog veel meer te zien. Bianca van het blog Biancaoverdegrens woonde 2,5 jaar in de streek en schreef er een heel uitgebreid artikel over, met tal van tips. 
Ook rond Ronda: olijfbomen

Ronda ligt aan een diepe kloof

Nieuwe Brug in Ronda

Ronda, aan de rand van de kloof

Stierenvechtersarena in Ronda

Aan de rand van Ronda

Belangrijkste bezienswaardigheid is de Stierenvechtersarena, die de grootste van Spanje is. We zijn het hagelwit gekalkte enorme ronde bouwwerk niet in geweest. Dat het stierenvechten hier belangrijk is, blijkt niet alleen uit het beeld voor de arena maar ook uit foto’s die we in winkels in de stad zien. Opnamen van trotse stierenvechters in prachtige kledij, maar ook foto’s van gevelde stieren met pijlen in hun nek. Voor ons Nederlanders blijft het een akelig en wreed schouwspel, maar Ronda is trots op de stierenvechtersfamilies, zo veel is wel duidelijk. 


Tocht langs Witte Dorpen

Bermen vol rode klaprozen, gele brem en talrijke andere bloeiende bloemen zien we de volgende dag al we een tochtje gaan maken langs de witte dorpen, waar deze streek om bekend staat. 

De streek kent nog altijd Moorse invloeden. Toen de Spanjaarden hun land in de dertiende eeuw weer opeisten, vluchtten veel Moorse boeren de bergen in en bouwden hier hun witte huisjes met dikke muren, kleine raampjes en ronde schoorstenen. De witte huizen in de dorpen hebben niet voor niets die kleur. Ze worden elk voorjaar met kalk geschilderd. De witte kalk weerkaatst de zon en samen met de dikke muren en kleine raampjes zorgt dat ervoor dat het in de huizen koel blijft. Met de schilderbeurt luiden de inwoners van de witte dorpen het voorjaar in.

De hele route beloopt meer dan 200 kilometer en dat vinden we te veel. 
De plaatsjes Zahara en Grazalema zijn ons echter speciaal aanbevolen en dat lijkt een mooie, niet te lange route. 

Bloeiende bermen

Zahara

De weg naar Zahara is prachtig en voert langs weelderig groene bergen. Weldra hebben we ook zicht op het turqoise meer Embalse de Zahara-al Gastor, dat diep beneden ons schittert in de zon. Zahara zelf lijkt een tegen de rots geplakt plaatsje. 

We kunnen de camper parkeren aan de voet van het dorp en klimmen een eind de angstwekkende steile straatjes op. Het is mooi en schilderachtig. Al klimmend heb je een prachtig uitzicht op het meer en de omgeving.  Zahara bestaat uit witte huisjes met rode daken, smalle straatjes, cafeetjes,  terrasjes en pleintjes, en enige fraaie kerken. Het centrum met het Plaza Mayor, de kathedraal Santa Maria de la Meza en het gemeentehuis staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. 
Een verdere klim naar het kasteel boven het dorp laten we zitten maar het bezoek aan Zahara vinden we echt de moeite waard.  




Zahara ;ligt tegen de rotsen geplakt boven een meer

Steil straatje in Zahara

Steil omhoog richting Grazalema

Daarna lijkt het ‘gele’ weggetje, dat van Zamara rechtstreeks naar Grazalema voert, de meest logische keuze. Dat wordt letterlijk en figuurlijk een adembenemende tocht. 
Mooi is de smalle weg, dwars door het Natuurpark Sierra de Zafalgar zeker. Qua bochten en steilheid slaat dit weggetje echter al onze voorgaande tochten. 
We doen ruim een uur over de 13 kilometer die Zahara van Grazalema scheidt. Een uur, dat het uiterste vergt van motor en chauffeur. Hele stukken moet Job al sturend en schakelend onze trouwe - en hier soms angstwekkend grommende - slak in in de eerste versnelling naar boven werken. 
Op het hoogste punt ligt gelukkig een mirador en hebben we als beloning een prachtig uitzicht. Als bonus zien we hoog in de lucht een aantal adelaars rond de rotsen zweven. 


haarspeldbochten in de smalle, steile weg van Zahara naar Grazalema

Hoogste punt in de route

De pas ligt op 1350 meter hoogte

De afdaling naar Grazalema is daarna wel bochtig maar niet overdreven lastig meer.


Grazalema

Grazalema blijkt een leuk plaatsje met ook weer wit gekalkte huizen en kleine straatjes. We hebben een late lunch op het gezellige centrale plein Plaza de Espana. In het pittoreske dorpje dwalen we nog een uurtje door de straatjes met restaurantjes, winkeltjes en de Aurora Kerk. 


Centralepleintje in Grazalema

Ook in Grazalema eer voor de stier en zijn belagers

Grazalema
Achteraf bezien hadden we beter vanaf Zahara via de A-373 en CA-8102 naar El Bosque kunnen rijden. Het witte dorp El Bosque is een van de toegangspoorten van de Sierra de Grazalema. Er wordt hier veel gejaagd en gevist en in het dorp bevindt zich een forellenkwekerij. Vervolgens verder via de A-372 naar het ca. 430 inwoners tellende witte dorpje Benamahoma en daarvandaan door naar Grazalema.  
Later deze reis komen we op weg naar Jerez de la Frontera nog in het mooie witte dorp Vejer de la Frontera.  En eerder kwamen we tijdens de rit door de Alpejurras ook al witte dorpen tegen. De totale route van de witte dorpen voert dan ook van de Atlantische kust via het binnenland tot aan de Middellandse Zee. 
Nog meer inspriatie voor witte en gekleurde dorpen vind je in het artikel op Liefde voor Reizen van Nanouk van Gennip 

Richting kust

Van Grazalema rijden we via de A372 door het natuurpark la Sierra de Grazalema terug naar Ronda. 

De hele route heeft ons veel meer tijd gekost dan we dachten. Eigenlijk wilden we via weg 405 vanaf Ronda zuid-oostwaarts naar Gibraltar rijden. De route via de 397 en dan via de A7 langs de kust is volgens de routeplanner echter sneller. De tegen de rotsen geplakte weg 397 blijkt een mooie route. Na de uitbundige en vriendelijke natuur ten westen van Ronda is het uitzicht hier echter veel onherbergzamer en ook weer kaler. 

Over kustweg A7 hoeven we niet veel woorden vuil te maken. Behalve zo nu en dan een blik op zee voert die vooral langs bebouwing. Franco is in de tweede helft van de vorige eeuw begonnen deze Costa del Sol te ontwikkelen om de regio een economische impuls te geven. Het is zeker gelukt om toeristen te trekken maar mooier is het er niet op geworden. We rijden tot La Linea de la Concepcion, aan de voet van de rots van Gibraltar om morgen deze Engelse enclave te bezoeken. 


Overnacht:: 
  •  Aan de voet van Gibraltar op omheind parkeerterrein in Linea de la Concepcion. Eigenlijk bedoelden we campercontact.nr 21627 , camperplaats bij de jachthaven. Wij misten op de rotonde echter de afslag en kwamen op het nieuwe, omheinde parkeerterrein terecht. Geen voorzieningen, wel bewaking. We betaalden 18 euro. 
We hebben vandaag 198 kilometer gereden.

1 opmerking: