> Slakken op reis

Noto en Siracuse

28 t/m 30 mei      Dag 15 t/m 17

We verplaatsen ons met auto en caravan naar camping Sabbiodoro bij Avola. Dit is een campingcheque-camping. De Tom-Tom wijst ons de snelste weg en die verschilt nogal met de kortste. Uiteindelijk kiezen we voor de snelste weg en die blijkt alle plaatsen en haarspeldbochten te mijden. In minder dan drie uur rijden we met de caravan probleemloos om Gela heen en via Caltagirone en daarna via de S 683 en de S 514 via Lentini naar de aansluiting op de nieuwe autoweg A18. 

Die voert ons (toen nog tolvrij maar dat ging veranderen) naar Fontane Bianche en daarvandaan met de S 115 naar de camping. Een akelig smal weggetje leidt  naar de camping toe, maar het lukt om heelhuids ter plekke te komen. Een mooiere camping dan de twee vorige met een eigen toegang naar een schoon en breed zandstrand. Veel groen en een nieuw toiletgebouw en wifi (hopen we). De camping is ook uitvalbasis voor een grote groep Nederlanders, deelnemers aan de ANWB-kamperreis.

Zondag 29 mei beginnen we langzaamaan. Bij de bar van de camping blijkt de wifi-aansluiting het te doen, zij het traag. Van andere Nederlanders begrijpen we dat we blij mogen zijn, dat we in ieder geval het web op kunnen; dat blijkt niet iedereen te zijn gegeven. We bestellen digitaal campingcheques bij de ANWB en werken de Tom-Tom bij.

Noto

’s Middags rijden we naar Noto, zo’n 10 kilometer van Avola. 
(Ter info en misschien goed om te weten: op die weg komen we langs een Iper Spar en een Lidl, ook op zondag open!). 
Camperaars kunnen in Noto parkeren en overnachten op en camperplaats in een citrusboomgaard, op ca. een kilometer van het centrum. Er is wifi en een gratis shuttlebusje naar het centrum. Campercontact 7929. GPS: N 36.88365,  E 15.08602. 
Noto, althans het centrum, staat ook op de UNESCO-werelderfgoedlijst, en wel om de hoeveelheid barokke gebouwen. Langs de hele hoofdstraat Via Vittore Emmanuel staan kerken, palazzo’s en woningen in gele zandsteen en voorzien van de meest uitbundige versieringen en balkons.
Noto

Noto, gele zandstenen gebouwen uit de baroktijd

Noto, veel details aan de barokke gebouwen

Om al dat moois is Noto aantrekkelijk voor toeristen en dat is te zien aan het aantal winkeltjes en restaurantjes. Ook de Italianen zelf komen er graag en parkeren ook hier op zijn Italiaans: past de auto niet in de lengte dan toch zeker wel in de breedte.


Noto, parkeren


Het rondslenterende publiek maakt het stadje op deze zondagmiddag gezellig en levendig. Ook wij lopen er met plezier een tijdje rond en proberen de fotogenieke architectuur van gele steen tegen strakblauwe lucht zo goed mogelijk vast te leggen. Waren we een week eerder geweest, dan hadden we van een bloementapijt in één van de straatjes kunnen genieten: als folklore wordt dat het derde weekend in mei aangelegd. Wij kunnen nu alleen nog de werktekening op straat zien.
Noto, straat met tekeningen bloemtapijt



Oasi de Vendicarie, ten zuiden van Noto

In contrast met de stedelijke schoonheid brengen we de rest van de middag door in het natuurgebiedje Oasi de Vendicarie, een wetlandsgebied, zo’n 15 kilometer zuidelijker. Er nestelen allerlei vogels en het natte gebied kent een bijzondere flora. We lopen het wandelpad een stuk en het is er prachtig: groene vegetatie, een azuurblauwe zee, een roodachtig strand en de - alweer gele - bebouwing van een oude, verlaten tonijnfabriek. De beloofde flamingo’s zien we echter niet.




Siracuse

Natuurlijk gaan we 30 mei ook een dagje naar Siracuse.

Het mooie, interessante deel is Ortigia, het oudste deel van de stad. Het is eigenlijk een eiland, dat met bruggen met de nieuwe stad is verbonden. De auto parkeren kan in een doordeweeks gratis garage bij de Porto Piccolo.
Camperaars kunnen gratis terecht op de camperplaats bij de jachthaven, op zo'n 500 meter van het centrum,  Rivieria Dionisio il Grande, Campercontact 47707. GPS: N 37.06912,  E 15.29078.  
Deze maandagmorgen is er ook markt. Het blijft een feest om langs de kramen met groenten, fruit, vis, kaas en kruiden te slenteren. Alles ziet er even lekker en onweerstaanbaar uit. We slaan amandelen en pistache-nootjes in. Daarna zwerven we door de oude straatjes en steegjes. Het is mooi weer vandaag en dus ziet alles er schilderachtig uit. Hoogtepunt zijn de dom en het domplein. De in gele zandsteen opgetrokken gebouwen lichten prachtig op in de zon. De dom is gebouwd op de restanten van een Griekse tempel: in de zijbeuken kun je de oude Griekse pilaren nog zien. Andere Griekse restanten zijn de Apollo-tempel en de bron van Arethusa. Het leukste vinden we echter de sfeer in dit stadsdeel en het mooie zicht op zee vanaf de buitenkant.


Straatje in Siracuse, Sicilie


Markt in Siracuse, Sicilie




Dom in Siracuse, Sicilie. Met Griekse zuilen




Later gaan we nog naar het Archeologisch Park, Waarschijnlijk zijn we inmiddels verwend door al het moois dat we al hebben gezien, maar we vinden het een beetje een afknapper, zeker gezien de toegangsprijs ( 9 euro per persoon). We hebben mooiere amfitheaters gezien dan het Romeinse hier. Het Griekse theater zal zeker heel fraai zijn maar tot eind juni zijn de oude, antieke rijen zitplaatsen overdekt met grijze, houten constructies om zo zitplaatsen te vormen voor voorstellingen. Comfortabeler voor de toeschouwers, dat is zeker, maar het beeld van het theater gaat zo wel volkomen teniet. Na het leuke bezoek aan het sfeervolle Ortigio vinden we dit archeologisch park de tijd, de moeite van het vinden van een parkeerplaats en het geld niet waard. 
Er is vlakbij het Griekse Theater wel een (dure 20 euro) camperplaats. Campercontact 44690GPS: N 37.07324,  E 15.27636  
Wel bijzonder om te zien vinden we de moderne kathedraal; in 1994 is deze kerk in aanwezigheid van paus Johannes Paulus II ingewijd, helaas vertoont het dak inmiddels al fikse lekkages.


Moderne kathedraal in Siracuse, Sicilie.

Etna en Toarmina en Catania

De vogels kwinkeleren, de zon schijnt, de bladeren van de moerbeibomen maken een patroon van licht en schaduw op het ongemaaide gras en geven ons schaduw. We staan inmiddels op ASCI-camping La Zagara in Fondachello/Mascali. 

31 mei t/m 4 juni   Dag 18 t/m 22

We hebben deze camping gekozen als uitvalsbasis voor tripjes naar de Etna, naar Toarmina en naar Catania. De camping is wat sleets, het sanitair verouderd maar de campingbaas is uiterst vriendelijk en de plaatsen op het gras zijn on-Italiaans ruim. Denk aan een Franse camping, zo’n 25 jaar geleden en je hebt een beeld. Aan de overkant van de weg ligt een kiezelstrandje, waar we – als we eenmaal geïnstalleerd staan – de middag verder aangenaam doorbrengen. 




Etna

Bij een bezoek aan Sicilie, hoort natuurlijk een bezoek aan de Etna, Europa’s hoogste, nog werkende vulkaan. We trekken er een dag voor uit. Vanaf het plaatsje Zafferana (dat ’s morgens zo’n aardige, levendige indruk maakt maar in de namiddag op de terugweg helaas bijna uitgestorven lijkt) slingeren we via vele haarspeldbochten omhoog naar de parkeerterreinen van Rifugio Sapienza op 1900 meter hoogte. 
Camperaars mogen hier voor 12 euro ook de hele dag staan en's nachts overnachten.Zie Campercontact 7800. GPS: N 37.69967,  E 15.00033 
De hellingen van de Etna zijn vruchtbaar en de tocht gaat langs wijnstokken en vruchtbomen maar hier zitten we al ruim boven de boomgrens. Wat plukjes groen steken her en der tussen de lavastenen uit. Verder is de grond bruin/zwart van de gestolde lava. Vanaf de parkeerplaats met de gebruikelijke toeristenwinkeltjes en – cafeetjes wandelen we naar een tweetal kleine kraters, die in 2001 tot uitbarsting zijn gekomen. Eigenlijk zie je niets meer dan diepe, komvormige gaten in de grond met een doorsnede van enige honderden meters. 
helling van de Etna, op weg naar de krater



Achteraf is dat meer dan we van de eigenlijke krater, op ruim 3000 meter hebben gezien. Daar gaan we met een kabelbaan en verder met jeepachtige busjes naar toe. Truien, jacks en goede wandelschoenen zijn geen overbodige luxe. De tocht met de jeeps voert ons door een onvoorstelbaar landschap van alleen maar zwarte stenen. Gestolde lava en as dus, die zelfs hier en daar de sneeuw bedekt.
Geen gras, geen begroeiing, alleen maar glooiende zwarte hellingen. Alsof je door en langs enorme kolen- en ashopen rijdt. Een aantal dapperen loopt door dit maanlandschap van het eindpunt van de kabelbaan naar de eigenlijke krater; wij horen bij de meerderheid, die zich laat rijden, een tocht van ruim 20 minuten per jeep, alsmaar stijgend.
Eenmaal boven lopen we met een gids naar en over de kraterrand. Eerst zien we nog wel stoom, later is het zo nevelig, dat we van de eigenlijke krater niets zien. Wat jammer, bij helder weer moet dit spectaculair zijn. De kou, de wind, het zwarte landschap, de smalle kraterrand maken het met elkaar toch tot een ervaring, die we niet hadden willen missen.


As en lava op helling Etna, op weg naar de krater





Taormina

Het is het Hemelvaartsweekend en bovendien is 1 juni een Nationale Feestdag in Italie. Net als wij hebben heel wat Italianen besloten hun vrije dag door te brengen in Taormina. Het is tenminste behoorlikj druk in deze oudste toeristenplaats van Sicilie. Wij rijden vanaf de camping langs de kust naar Mazzaro. Bij de kabelbaan kun je met de auto parkeren en met diezelfde kabelbaan naar boven, naar de stad. In Taormina zelf mag je als niet-bewoner niet parkeren. De stad is toeristisch maar wel gezellig. 
Voor camperaars is het lastiger. Parkeren met een camper lijkt eigenlijk niet mogelijk.Een mogelijkheid voor parkeren en overnachten lijkt ten zuiden van de stad op een van de commerciële camperplaatsen in Giardini Naxos. Vanaf Campercontact  7857 is op 100 meter afstand een busverbinding naar Taromina. GPS: N 37.81858,  E 15.26429.
Ten Noorden van Taormina lijkt  ACSI camping La Focetta in Alessio Siculo  een mogelijkheid. Hiervandaan kun je ook met de bus naar Taormina. 

De hoofdstraat Corso Umberto in Taormina is tussen twee poorten een aaneenschakeling van mooie winkels, leuke restaurantjes en lekker ogende banketbakkers en ijssalons. Middelpunt van de stad vormt de Piazza del Duomo.










Het Griekse theater met fenomenaal uitzicht over zee.




Schilderachtig Taormina


Straatje in Taromina

Trekpleister van het stadje is het Griekse theater. Eigenlijk is er weinig Grieks meer aan, want het grootse deel stamt uit de Romeinse tijd; ook eerbiedwaardig oud. Net als in Siracuse wordt ook dit theater echt gebruikt en gaat het antieke deel deels schuil onder het hedendaaagse toneel en rijen stoelen. He decor is echter adembenemend mooi: zicht op de blauwe zee, de stad en de Etna. Al met al brengen we een aangename dag in de stad door. 
Enige dagen later zijn we nog een dagje in Taormina. Nu met zus, die in het verleden op Sicilië heeft gewoond. 

Gole di Alcantara

Een tochtje het binnenland in brengt ons vanaf Giardini Naxos via de SS 185 bij de Gole di Alcantara. Het riviertje heeft tussen steile basaltwanden een enorm diepe kloof gevormd. Vanaf de parkeerplaats lopen we het pad met uitzichtpunten langs de bovenkant van de kloof.

Het weggetje met vele trappen, dat naar beneden toe de kloof in voert is helaas afgesloten. Wel kun je met een lift naar beneden. We komen uit op een klein strandje. De mogelijkheid om de rivier door te waden naar de andere kant laten we aan ons voorbij gaan. We zien de mensen wiebelen op de gladde stenen, terwijl ze tot over hun knieën in het water staan en proberen de rest van het vege lijf droog te houden. 





Weer terug boven houden wij het bij het proeven van lokale producten. Vooral de amandelwijn bekoort ons.

Op de terugweg stoppen we nog in Castiglione di Sicilia, een schilderachtig (of vervallen, het is maar hoe je het bekijkt) plaatsje, hoog op de rotsen. Net als op veel plaatsen in Sicilie, kan bijna alles hier wel een lik verf gebruiken. 



Een gesprekje dat we even later in Linguaglossa hebben, verklaart veel. We raken er aan de praat met een Italiaans/Nederlands ouder stel, dat jarenlang Italiaanse restaurants in Rotterdam bleek te hebben gehad. Het leven hier is voor veel mensen moeilijk, zo vertellen zij. Sommigen moeten van heel weinig geld rond komen. Reparaties en onderhoud schieten er dan bij in.


Catania

Een uitvalsbasis voor Catania voor campers is ACSI-camping Jonio in Catania/Ognina.  Campercontact 30312  GPS: N 37.53281,  E 15.12008. Hiervandaan kun je  gemakkelijk met de bus(stukje lopen) naar Catania.  Buskaartjes zijn te koop in de tabakswinkel bij de bushalte.
Er is in Catanaia ook nog een grote bewaakte camperplaats op een mix-parking. Campercontact 24888  GPS: N 37.48729,  E 15.06507. Ook daarvandaan rijdt een bus naar de stad.  
Wij bezoeken Catania met de auto vanaf camping La Zagara in Fondachello/Mascali. 


Een zelfde soort gesprek als in Lunguaglossa hebben we een dag later in Catania. Een Italiaan, die decennialang bij de Hoogovens heeft gewerkt, meldt ons dat het onmogelijk is huurders te vinden voor appartementen, die hij heeft bij de haven van Catania. Half Sicilie is te koop of te huur. Ook hij vertelt dat de economie er slecht voor staat en dat de mensen het moeilijk hebben. 

In Catania kijken we deze ochtend onze ogen uit op de vismarkt. Tonijn, zwaardvis, sardientjes, allerlei soorten zilverige vissen, kreeftjes, garnalen, mosselen, inktvis, slakken, alles ligt er. Met enorme messen snijden de kooplui plakken van de grote vissen. Het is een drukte van belang; heel Catania komt hier vis hallen, zo lijkt het. De vismarkt gaat over in de inmiddels bekende kramen met groenten en fruit, kaas en noten.












 Later lopen we langs de enorme Dom en door de Via Ettnea langs de winkels. Bij het Piazza Stesicoro lopen we nog over de gewone warenmarkt met vooral goedkope kleding en schoeisel. We lunchen uitgebreid in een zijstraatje van de Via Ettnea en bewonderen de vele barokke gebouwen in de Via Crociferi en later het theater op het Piazza Bellini.







Daarna tijgen we naar het vliegveld om zus op te halen. Dat wordt een lange zit, want het vliegtuig heeft vertraging. Uiteindelijk landt ze om half een ’s nachts. 

Een uur later rijden we de camping La Zagara weer op, waar de aardige campingbaas de poort nog open heeft en op ons wacht.

Oostkust voor de kenners

5 en 6 juni   Dag 23 en 24

Met zus beleven we een ‘sentimental journey’. Ook nu weer blijkt dat je een streek anders beleeft als je die bezoekt met iemand die er woont of er – zoals in dit geval – heeft gewoond. We komen nu door plaatsjes, die we alleen nooit hadden bezocht.

We komen door Stazzo en bezoeken Acitrezza, waar zus heeft gewoond. Ze vertelt hoe de Italianen op zondag ’s morgens naar het strand gaan en ’s middags uitgebreid gaan eten. Wij volgen dat voorbeeld – samen met vele Italianen en lunchen met zwarte pasta en allerlei schepdieren, lekker buiten op een terras, met zicht op zee, in Capa Molini. Dergelijke gezellige gelegenheden hebben we tot dusverre nodige gemist hier op Sicilie maar nu toch gevonden. We moeten er boven in het dorp voor parkeren, zo druk is het, maar dat deert ons niet. Ook in Agi Castello blijkt het gezellig. Volgens zus is het wel veel drukker dan vroeger.

Oostkust Sicilie



Zondagslunch ïn Sicilie



Nog een dagje Taormina

Dat geldt eens te meer voor Taormina, waar we de volgende dag ook nog gedrieën gaan kijken. Deze keer zwerven we ook door de achteraf-straatjes maar Taormina is onbetwist het meest toeristisch van alle plaatsen die we hier hebben bezocht. De koffie bij Mokambo wordt opgeluisterd met muziek van een tweetal vrolijke straatmuzikanten maar is ook meteen de duurste die we deze vakantie hebben gedronken (4 euro per kop).





Op zus’verzoek zoeken we ook de golfbaan op in Linguaglossa en dat blijkt een fraai gelegen baan bij een vroeger wijngoed. De middag brengen we verder door op het strand bij de camping.

De volgende dag rijden we naar Messina en verlaten we via een korte overtocht het eiland.


Ga verder met Zuid-Italie

Op weg naar de laars

7 juni   Dag 25

We verlaten p Sicilië na een week met auto en caravan de eenvoudige camping La Zigara. In zo’n anderhalf uur rijden we daarvandaan naar Messina, waar we vanaf de laatste afslag van de Autostrada de borden naar de boot naar San Giovanni volgen. 

Ter plekke kopen we kaartjes (65 euro voor drie personen, auto en caravan. Inmiddels (2017) ca. 95 euro voor camper met 2 personen). 

De veerboot blijkt een oude pont uit Nederland te zijn. De oude naam (Koningin Beatrix) kun je nog lezen. Er gaat om de 40 minuten een ferry en de overtocht duurt nog geen half uur en kort na de middag rijden we in San Giovanni de pont af en op de A3. 

De tocht over de Autostrada gaat vlot genoeg maar dan wordt het wat tobben. De uitgezochte camping in Pizzo blijkt in de eerste plaats al moeilijk te vinden en in de tweede plaats nog niet voor het seizoen geopend. Mensen in een nabij gelegen bar vertellen ons dat dat voor de meeste campings in Calabrië geldt. En er zijn er al niet veel! We besluiten uiteindelijk door te rijden over de SS 18 naar Praia a Mare, waar twee ASCI-campings zijn, die in ieder geval open zijn. Het is een goede, vlakke weg, waar je maximaal 70 km mag.

Voorbij Paola zien we wel enkele campings, die open zijn maar wij rijden door naar Praia a Mare, waar we (twee uur rijden vanaf Pizzo) terecht komen op de zeer grote camping La Mantinera, voorzien van tal van voorzieningen. De plaatsen zijn klein en het sanitair wel netjes maar eenvoudig, zeker voor zo’n luxe aandoende camping. We besluiten er de dag in het campingrestaurant met het menu van de dag (17,50 per persoon, inclusief water en wijn).

Tortora en Maratea

8 juni  Dag 26

Na de lange reisdag van gisteren, zijn we wel aan een wat rustiger dag toe. We blijven dan ook een dagje op de camping in  Praia a Mare staan en toeren wat in de omgeving rond.


Tortora

Zo komen we in Tortora, een hoog op een rots gebouwd plaatsje. De tijd lijkt er te hebben stil gestaan.









We laten ons koesteren door de zon op het kiezelstrand van Maratea Marina en kronkelen aan het einde van de middag omhoog naar Maratea zelf.


Er zijn tussen Tortora en Maratea twee camperplaatsen.Campercontact 24878 GPS: N 39.92864,  E 15.75581  en Campercontact 9198. GPS: N 39.93357,  E 15.75229 

Maratea

Weer zo’n schilderachtig tegen de rotsen geplakte plaats. Maratea heeft en gezellig plein in het midden en diverse kleine winkeltjes. In één daarvan kopen we ouderwetse linnen handdoeken en in een andere doen we met een mini-boodschappenkarretje onze boodschappen, terwijl de winkeleigenaar onverstoorbaar prijzen plakt op zijn goederen. Hoe lang zal zo’n winkeltje nog bestaan?

Paestum

9 juni      Dag 27

We vertrekken bijtijds en rijden in een paar uur via de S585 en de Autostrada naar Eboli. Daar nemen we de afslag naar camping Villaggio Paestum. Een mooie camping met keurig sanitair. We besteden onze tijd goed en bezoeken dezelfde middag nog Paestum.
Voor camperaars is er volop keus in en rondom Paestum. Op Campercontact staan wel acht mogelijkheden. Campercontact 8036 lijkt het dichtste bij de opgravingen. 

Paestum

Het is de enige plaats in Italië waar je nog complete Griekse tempels vindt. Langzamerhand hebben we wel de indruk dat die oude Grieken voor hun nederzettingen de mooiste plaatsen wisten uit te zoeken. Ook deze tempels liggen weer prachtig.

Griekse tempel in Paestum

Fresco van duiker op binnenkant deksel van tombe geschilderd

Er staan drie grote tempels. Ook liggen er resten van oude villa’s. De tempels steken weer schitterend af tegen de blauwe lucht en ook hier kun je weer zien hoe groot en imposant het geheel geweest moet zijn. In het bijbehorende museum zijn allerlei vondsten te zien, die bij de opgravingen tevoorschijn kwamen. Het meest imposant en ook het meest bekend zijn de tombes: grafkisten, die van binnen versierd waren met fresco’s. De meest in het oog springende is die van een duiker, die aan de binnenkant van het deksel van een tombe was geschilderd.

Helaas is er onderweg iemand tegen de spiegel van de auto gereden. Het kost nog een zoektocht naar ducktape om dat weer te repareren maar uiteindelijk lukt dat in een kleine ijzerwinkel , onderweg van Paestum.

Sorrento en Capri

10 en 11 juni   Dag 28 en 29

Weer een korte verplaatsing. We rijden van Paestum naar het ‘schiereiland’ van Sorrento en komen terecht in Seiento. Er zijn daar drie campings vlak bij elkaar: Villaggio Turistico Azurro, Seiano Spiaggia en Sant’Antonio. De eerste is een campingcheque camping, de andere twee accepteren de ASCI-Card. Ze liggen alle drie aan hetzelfde zeer smalle, bochtige weggetje, net na een brug.

Het begint al goed (of fout eigenlijk) als we halverwege de kilometer te gaan een enorme vrachtauto tegen komen. We kunnen elkaar onmogelijk passeren. Met precisie en engelengeduld loodst de bijrijder van de vrachtauto ons en hem centimeter voor centimeter langs elkaar heen, druk gebarend hoe te sturen. Dankzij die aanwijzingen en Jobs stuurmanskunst lukt het elkaar te passeren. Aan de rechterkant hebben we nog precies 2 centimeter vrij tussen de caravanwand en de muur/rotswand. Het lukt en mis is mis, tenslotte. 
N.B. Zo'n vrachtwagen tegen komen met de camper was nog vervelender geweest. Onze caravan was 2.29 breed. Onze camper meet (exclusief spiegels) 2.38 meter. 

‘Karakteristiek’ noemt de campingbaas het als we vertellen dat zijn camping Azurro wel erg moeilijk bereikbaar is. Het blijkt geen goede keus. De camping blijkt ’s morgens vroeg (althans vóór half acht) geen warme douches te hebben. Erger nog is het lawaai van de af en aan rijdende auto’s en scooters de hele avond en halve nacht over het smalle weggetje. Voordeel is wel dat vanaf het haventje, 300 meter verder, dagelijks een boot naar Capri vertrekt.
N.B. We zijn later verkast naar Pompei. De camping aldaar ligt vlakbij de opgravingen en vlakbij het station. Je kunt dan gemakkelijk met de trein naar Sorrento en naar Napels. 
N.B.2 Een andere mogelijkheid is Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Sorrento

Vrijdagmiddag rijden we nog naar Sorrento.
En ook dat blijkt geen onverdeeld genoegen. Het schiereiland kent maar één, zeer bochtige en zeer drukke weg. We hebben onderweg een prachtig gezicht op de baai, dat wel. Sorrento zelf is enorm druk met auto’s en scooters. Het oude centrum blijkt leuk, met oude straten, hoge huizen en bijzondere winkeltjes.


vlakbij camping in Seiento


Sorrento


Capri

Nog meer de moeite waard, is de volgende dag de tocht naar Capri. Een snelle boot, type waterbus, brengt ons er in zo’n drie kwartier.  De afvaartplaats is slechts een kwartiertje lopen vanaf de camping. 
Terwijl het op het vasteland regent, baadt Capril in de zon. Het is een prachtig eiland met niet alleen mooie winkels maar ook prachtige vergezichten. We laten de stad Capri al gauw achter ons en wandelen naar de Arco Naturale: een natuurlijke boog, waar achter we het azuurblauwe water zien met daarin fraaie jachten..


Uitzicht in Capri


Villa Jovis in Capri


Villa Jovis in Capri

We lunchen er niet ver vandaan. Daarna wandelen we verder naar Villa Jovis. Daarvandaan dalen we steil af over een smal pad naar villa Lysle. Hoe mooi de rijke dichter, die dit fraais liet bouwen, er woonde, is nog steeds te zien. Terrassen met uitzicht op zee en prachtige, hoge kamers: een paleis voor de happy few.
Eenmaal terug in Capri-stad hebben we nog net tijd voor een busritje naar Anacapri.
Capri is duur (13,20 voor drie koppen koffie) maar zeer de moeite waard.


Tip: Je kunt ook van Sorrento of van Napels naar Capri.Op de site van Euroreizen.be is info over Capri te vinden, inclusief een gratis te downloaden reisgidsje.