> Slakken op reis

Pompeï, Vesuvius, Napels en Amalfikust

De camping Azurro in Seiano bevalt ons niet: lawaaiig en slecht sanitair. Verhuizen naar een van de twee buurcampings lijkt ons i.v.m. het lawaai geen optie. We verkassen daarom naar Camping Zeus in Pompeï. 

12 t/m 16 juni    Dag 30 t/m 34

Op deze zondagochtend (1e Pinksterdag) zullen we in ieder geval geen vrachtverkeer tegen komen op het smalle toegangsweggetje, zo redeneren we. Dat klopt, maar wel een stroom personenauto’s, onderweg naar het strand en het haventje van Seiano. Bij iedere bocht toeteren we maar toch gaat het mis. Bijna boven, toeteren we net even te laat en in een nauwe bocht schiet een tegemoet komende auto nog net in het gat tussen caravan en muur. Helaas, net te nauw en in het passeren schept ze een spatbord van onze caravan. Weer komt de ducktape van pas: ter plekke plakken we het loshangende en gekraakte spatbord weer zo goed mogelijk vast en vervolgen onze weg. 
Wij zijn naar Pompeii gereden. Een andere mogelijkheid was geweest Camping Santa Fortunata/Campogaio in Sorrento. Lezer Siny Willemse heeft hier gestaan en meldt dat de bus voor de camping stopt en je in 10 minuten in het centrum van Sorrento brengt. In Sorrento kun je met de trein naar Pompeii, de Vesuvius  en naar Napels. Ook zijn vanaf de camping boottochten mogelijk naar Capri en naar de Amalfikust. 

Pompeii

Een uurtje later staan we in Pompeï. (vanuit het zuiden is dit afslag Pompeï, vanaf het noorden Pompeï Ovesta). Direct na de afslag van de autostrada sta je vanuit het zuiden komend op camping Zeus. De camping heeft redelijk sanitair, warm water en schaduwrijke, ruime plekken. 
De camping is een goede keus voor verschillende uitstapjes. Vanaf de camping gaan we niet alleen gemakkelijk naar de opgravingen maar ook gemakkelijk per trein naar Napels, de Vesuvius en Sorrento en de Amalfikust. 

Na de koffie gaan we naar de opgravingen; ze liggen letterlijk om de hoek van de camping. De in het jaar 79 onder stof en as van de uitbarstende Vesuvius bedekte stad is enorm groot. Er woonden destijds duizenden mensen. Het stratenplan van de stad is nog in tact en we lopen langs wat ooit winkeltjes en wijnbars waren. Daar achter liggen de vaak enorme villa’s, die als zomerhuis dienden voor rijke inwoners van Rome. In sommige villa’s zijn nog restanten van muurschilderingen zichtbaar en overal kun je het grondplan nog goed zien. Een aantal huizen is deels gerestaureerd en voor het publiek open.









Een van de hoogtepunten is de wat buiten de oude stad liggende Villa dei Misteri met fraaie muurschilderingen. We brengen uren in de opgegraven stad door en met ons nog vele mensen; het is hier echt druk. Om alles te bekijken heb je veel tijd nodig, de warme uren van de dag zijn dan ook niet te vermijden. Flink water mee, dus.  
                                                     

Napels

Natuurlijk gaan we vanaf camping Zeus ook een dagje naar Napels. Vlakbij de camping is een station van een regionale metro-achtige trein. Voor 2,80 p.p. enkele reis brengt die ons in zo’n 40 minuten naar het hoofdstation in Napels. 

Daarvandaan lopen we naar de Dom en door het oude centrum. Alle angstaanjagende verhalen ten spijt: er ligt geen vuil op straat, althans niet meer dan het in Zuid-Italie overal gebruikelijke zwerfvuil en van criminaliteit hebben we ook niks gemerkt.

De stad kent in het oude centrum drie smalle hoofdstraten, die door nog smallere straatjes met elkaar zijn verbonden. We lopen er kris-kras doorheen.

















Opvallend is dat neringdoenden van één soort bij elkaar zitten. Zo zien we in de straat naar de dom talloze winkels met bruidskleding en winkels met gewaden voor geestelijken. Komen die uit de hele regio een dagje naar Napels om een nieuwe toga en dergelijke uit te zoeken, zo filosoferen wij.

In een ander straatje (de Via San Gregorio Armeno) vinden we talloze werkplaatsjes/winkeltje voor kerststalfiguren. De kerststallen zelf zijn hele dorpjes, waar dorpelingen hun ambachten uitoefenen en ergens onderin een grot is voor Maria, Jozef en het kindeke. Hoe groter het dorpje, hoe mooier. Tussen de Bijbelse figuren en de eenvoudige dorpelingen staan ook beelden van politici, filmsterren en internationale beroemdheden.Napels is dan ook dé stad van de kerststal, waarbij het ambacht van de makers vaak over gaat van vader op zoon. 

Een andere straat herbergt talloze winkeltjes met muziekinstrumenten. Ter plaatse zien we viool- en gitaarbouwers aan het werk.

 De middag brengen we door in het Archeologisch Museum. Daar zijn talloze mozaïeken en fresco’s ondergebracht, die in Pompeii zijn gevonden. Sommige mozaïeken zijn opgebouwd uit duizenden piepkleine steentjes en nog vrijwel helemaal gaaf. De fresco’s geven soms hele voorstellingen weer maar lijken soms ook op hedendaags behang met randjes. Eigenlijk andersom, dus. Het geheel geeft goed weer hoe prachtig en rijk versierd die villa’s in Pompeii waren. 

We zijn maar een dag in Napels maar er is meer te zien: de boulevard, het voormalige koninklijk paleis en het hoog gelegen Certosa di San Martino. Voor een volgende keer misschien.


Amalfikust                                                

Vanaf het station bij de camping brengt de trein ons naar Sorrento (2,10 euro, ca. half uur per trein). Vanaf het station in Sorrento gaan we een dag per bus naar de Amalfikust. De streekbus kost 7,20 euro voor de hele dag en doet een uur en drie kwartier over de weg naar Amalfi.  De bussen rijden regelmatig en doen belangrijke plaatsen als Positano, Amalfi en Ravello aan. 
Sorrento is ook een bezoek waard. Vanuit Sorrento gaan ook excursies per boot naar Capri en langs de Amalfikust. 

De route voert eerst naar het puntje van Sorrento, waar je hoog rijdend, aan twee kanten de zee kunt zien. Daarna kronkelt de bus, al toeterend en met ware stuurmanskunst, door de vele haarspeldbochten van de beroemde kustweg. De weg is smal en verboden voor campers en caravans. Rijden met een personenauto mag wel; dat vergt echter wel het nodige van de chauffeur. Stoppen onderweg kan maar op een paar plaatsen. Wij waren wel blij met de keuze voor de busrit. 
Amalfi zelf is behoorlijk toeristisch. We lopen er wat rond, lunchen er en gaan dan met de volgende bus naar Ravello.













Dat stadje is rustiger en mooier. Het is beroemd om de ateliers met keramiek: borden, schalen en ook heel mooie tafelbladen. Helaas begint het te onweren en hard te regenen, zodat we niet veel van het stadje zien. Ook naar boven klimmen om zo van het beroemde uitzicht te genieten, lokt niet in de plensbui. Het beoogde schitterende uitzicht op de Amalfikust hiervandaan valt dus letterlijk in het water. 

We gaan met de bus terug naar Amalfi. De terugtocht kost tijd en energie: door de regen willen alle toeristen tegelijk weg en dat kan de twee maal per uur rijdende bus van Amalfi naar Sorrento nauwelijks aan.

                                                                -0-0-0-0-0-0-

Woensdag 15 juni besteden we aan huishoudelijke zaken als wassen en boodschappen doen en het naar het vliegveld van Napels brengen van zus. Deze dag eindigt rond 4 uur ’s middags met een enorme onweers- en regenbui. Met kunst- en vliegwerk lukt het weer de was droog te krijgen.

                                                               -0-0-0-0-0-0-

Vesuvius

16 juni - Hoger, steeds hoger hotseknotst de vierwielaangedreven kruising tussen een bus en een jeep de Vesuvius op. Je kunt tenslotte niet aan de voet van deze vulkaan staan, zonder naar boven te gaan, zo vinden we. Vanaf de camping (alweer) vertrekt overdag ieder uur zo’n voertuig de berg op.

Het is een mooie tocht door het natuurgebied van de vulkaan. Op de flanken bloeien de gele brem en paarse bloemen. De Vesuvius is beduidend minder hoog dan de Etna  op Sicilië maar ook hier passeren we de boomgrens. Tussen de zwarte lava groeien en bloeien hier nog wel wat lage planten. De bus/jeep brengt ons niet ver van de krater. Daarvandaan klimmen we in een half uurtje naar boven.













 Het is helder weer en dat geeft een goed zicht om aan de ene kant de enorm diepe krater (een soort gat met opgeslagen kraag) en aan de andere kant zicht op de kust en alle daar liggende plaatsjes. De laatste keer dat er een eruptie was, was in 1944; sindsdien is de vulkaan rustig. Dat is maar goed ook, als je bedenkt dat er inmiddels 750.000 mensen in een straal van 10 kilometer rondom de Vesuvius wonen. Zij leven en dansen dus letterlijk op een vulkaan. Gelukkig wordt niet verwacht dat hij binnenkort uitbarst. Via seismografische meetstations rondom de krater wordt nauwlettend in de gaten gehouden of er ‘iets’in en rondom de krater verandert. De Vesuvius is daarmee de best bewaakte vulkaan ter wereld. Al met al is de Vesuvius misschien wel minder imposant dan de Etna, maar in dit geval hebben we in ieder geval echt de krater gezien!

(richting) Toscaanse kust

17/19 juni              Dag 35 t/m 37

We moeten aan de terugtocht gaan denken en rijden vanaf Pompeii met auto en caravan (of met de camper, dat kan ook natuurlijk) over de A3 richting Rome. Na alle nauwe straatjes zijn de drie banen op de autostrada (per rijrichting) een verademing. Zelfs de rondweg rond Rome, die we met de klok mee, richting kust nemen, valt heel erg mee. Doorrijdend op de middelste baan, richting Civitavecchia, nemen we die horde in een goed half uur. 

Een klein stukje boven Civitavecchia houden we het voor gezien en komen terecht op camping Tuscia Tirrenica in Tarquinia Lido. Een camping aan zee lokt ons. We staan hier prima onder de pijnbomen, dat zeker.

De camping zelf is een enorm groot complex met de bekende oude caravans op vaste staanplaatsen, compleet met zeilen erover en kotjes erbij. Ons stuk is voor passanten en dat loopt op vrijdagmiddag en –avond en zaterdagmorgen vol met vooral Italiaanse campers. Iedereen staat kris/kras en dicht op elkaar tussen de bomen. Met de veelheid aan meegebrachte tafeltjes, stoeltjes, waslijntjes, fietsjes, kinderwagens en kindertjes, lijkt het geheel nu op een soort Palestijns vluchtelingenkamp. Het sanitair is oud en matig, maar het water is warm.


Tuscia

Tuscia blijkt een hoofdstad voor de Etruskische beschaving te zijn geweest. We zijn echter wel een beetje cultuurmoe en laten het museum met vondsten en de tombes voor wat ze zijn. Het stadje zelf is een leuk ommuurd geheel met enkele oude straten, waar het gezellig rondlopen is. We zien hoe het stadje zich opmaakt (a.u.b. vlaggen en banieren ophangen aan balkons) voor een processie op zaterdagavond.




Parkeerverboden worden ingesteld en grote bloembakken van straat gehaald en in een zijstraat opgeslagen. De oude mannen van Tuscia kijken vanaf hun bankjes toe. Op zaterdag missen we de processie echter. We hebben geen zin meer om er om 19.00 uur speciaal naar toe te rijden.

Porto Ercole

Wel rijden we deze dag naar Porto Ercole. We willen wel eens zien waar Juul en Benno hun vakanties doorbrachten. Het blijkt een leuk haventje op een eilandje, dat met een dam met de kust is verbonden. Maar dat het een plaats is voor de ‘rijken en de superrijken’, zoals ons gidsje aangeeft, dat zien we er niet aan af.



Zondag hebben we na een langzame start genoeg van het Italiaanse gewoel om ons heen op de camping. We breken op en rijden via de superstrada Aurelia langs de Toscaanse kust naar het noorden. Het is een goede weg door een prettig landschap met rechts van ons glooiende heuvels met bomen, grasland en olijfgaarden en links van ons zo nu en dan de zee.

Aan het einde van de middag vinden we een stekje op ACSI-camping River in Ameglia, iets ten zuiden van La Spezia. Het is een verzorgde camping met een zwembad en Engels sprekende receptie, die heel wat Nederlanders trekt. 
Als je met de camper bent en vanaf La Spezia Cinque Terra per boot wil bezoeken, is de camperplaats bij La Spezia wellicht een handiger optie.Zie Campercontact 4515. Via delle Casermette, 19100 La Spezia, GPS: N 44.10420,  E 9.85908. De camperplaats ligt bij de haven. Er gaat een bus naar het centrum.  

                                                        Verder naarCarrara-en-cinque-terra.html

Carrara en Cinque Terra

Carrara

Camping River in Ameglia is onze uitvalsbasis voor een bezoek aan Cinque Terra en Carrara, het marmerstadje. (De camping is een verzorgde ACSI-camping ten zuiden van La Spezia).

 20/21 juni      Dag 38/39

Op de heenreis hadden we langs de autostrada al allerlei fabriekjes en werkplaatsen gezien, waar enorme blokken marmer lagen, dan wel in platen gezaagd marmer. Vluchtig gezien lijken de bergen rondom Carrara met sneeuw bedekt, maar dat is schijn. De witte vlakken worden veroorzaakt door het marmer. Waar we in Maastricht de Sint Pietersberg afgraven voor cement, zo graaft men hier minutieus hele stukken berg af voor het marmer. 

Op de weg van Carrara naar Colonnata kom je langs vele marmergroeven. Je ziet er overigens niet alleen het bekende witte marmer maar ook geel, rood en grijs gesteente.
Carrara


Carrara, de blokken marmer liggen klaar


Met machines worden de blokken losgehakt en vervolgens met vrachtwagens afgevoerd naar Carrara. Nu is dat te begrijpen maar de Romeinen kenden deze marmervindplaats ook al. Het is indrukwekkend om te bedenken dat zij met mankracht het marmer loshakten maar ook dat van die grote blokken met eenvoudige middelen beelden werden gemaakt.


Cinque Terra

De rest van de dag besteden we in de haven- en marinestad La Spezia om uit te zoeken hoe het zit met boten naar Cinque Terra. Bij de VVV op de boulevard krijgen we tijdschema’s van boten en de trein. 


Als je met de camper bent en vanaf La Spezia per boot Cinque Terra wil bezoeken, is de camperplaats bij La Spezia wellicht een handige optie.Zie Campercontact 4515. Via delle Casermette, 19100 La Spezia, GPS: N 44.10420,  E 9.85908. De camperplaats ligt bij de haven. Er gaat een bus naar het centrum.  Parkeren met de camper bij het centrum is lastig. 

De volgende dag zorgen we dat we de eerste boot (9.15 uur) hebben. Dat geeft ons tijd genoeg om bij ieder van de stopplaatsen uit te stappen en dan met de volgende boot verder te varen. 

Het is een prachtige tocht over een helderblauwe zee langs vijf plaatsjes, die sprookjesachtig op en tegen de bergen liggen geplakt. Het totale gebied staat op de UNESCO-lijst van werelderfgoederen. Door de eeuwen heen hebben de bewoners delen van de groene berghellingen, die steil uit zee oprijzen, weten te bewerken. Terrassen met wijnbouw en olijfbomen vormen het resultaat. De plaatsjes zijn inmiddels over de weg bereikbaar maar de tocht per boot is oneindig veel mooier. Waar ons bezoek aan de Amalfikust enigszins in het water viel, halen we het hier in. Ook deze kust is meer dan schilderachtig en zowel de plaatsjes zelf als het gezicht ervandaan, leveren schitterende vergezichten op. Het is het Italie van de plaatjes: azuurblauwe zee, witte bootjes, gekleurde vissersbootjes, groene hellingen en huizen in de kleuren van Italiaans ijs.




















Overal gaan we van boord en hebben we een of meerdere uren om koffie te drinken, het kustpad tussen Riomaggiore en Manarola te lopen, heerlijk te lunchen of een biertje te drinken. Natuurlijk is het gebied toeristisch, dat valt niet te vermijden bij zoveel moois. Winkeltjes met toeristen-zut zijn er echter nauwelijks, wel levensmiddelenzaakjes, waar ze ook de producten uit de streek verkopen en allerlei uitnodigende eetgelegenheden. Vanaf het laatste aanlegpunt van de boot – Monterosso – gaan we met de trein terug naar La Spezia. 

Zie de mogelijkheden voor boot- en/of treinreis  La Spezia--Cinque Terre hier
Tip: In Monterosso is een camperplaats: Campercontact 28139 GPS: N 44.15500,  E 9.65933. Het stadje ligt om 2 kilometer maar is bereikbaar via een steil voetpad.  Er gaat ook een bus (bushalte bij de camperplaats)  én tussen 9-11 en 17-20 uur brengt en haalt de beheerster je voor een klein bedrag. 
Ina en Marinus van Opstapmetdecamper.nl hebben Cinque Terra bezocht per trein. Zij schrijven er over in dit artikel.  Zij hebben met hun camper overnacht op Camping Fornaci al Mare in Deiva Marina,  GPS: 44° 12' 52" N, 9° 31' 8" E. 
Andere camperaars noemen camping.valdeiva in Deiva Marina. GPS: nord 44°13.482' , est 09°33.101'.  Of camping acqua dolce in Levanto. GPS:  44°10''00''''N 9°36''48'''' E. GPS uit als je na het station de bordjes richting camping ziet en die volgen. Beide waarschuwen dat het er zelfs in april al hel druk is! De campings liggen niet ver van een station. 
Morgen gaan we aan de terugreis beginnen met nog een geplande tussenstop aan het meer van Lugano of eventueel het Lago Maggiore.

Lago Maggiore

 22 t/m 24 juni  Dag 40 t/m 42

Met caravan (of camper) bij Lago Maggiore

Zo’n 125 jaar geleden had de Engelse koningin Victoria een zomerverblijf aan het Lago Maggiore. Meer welgestelden streken er neer en bouwden er enorme villa’s aan de rand van het meer. Sinds een halve eeuw is het gebied een geliefd vakantieoord voor velen. Wij waren er echter nog nooit en besluiten deze omissie op onze terugreis goed te maken.

Rond het Lago Maggiore zijn talloze campings en vele daarvan accepteren in het voor- en naseizoen de ACSI-card. Wij komen terecht op Camping Lago Maggiore ten zuiden van Arona, aan de zuidkant van het meer. We kiezen hiervoor, omdat deze camping maar een paar kilometer van de autostrada ligt. De camping heeft een eigen toegang naar de oever van het meer. Dat ‘strand’ is in feite een ligweide, met een schuine helling naar het water. In het hoogseizoen zal het rondom het meer, op de campings en op de strandjes ongetwijfeld overvol zijn, maar nu is het er nog wonderlijk rustig. We hebben de ligweide – op wat jongelui na – voor ons zelf.





Lago Maggiore
Lago Maggiore

Lago Maggiore
Lago Maggiore

oude villa aan het Lago Maggiore
Oude villa aan het Lago Maggore

Het verbaast ons niet, dat het meer al decennia lang toeristen trekt. De omgeving is mooi en lieflijk; het meer ligt er onder een zwak zonnetje spiegelend bij, omzoomd door blauw/groene bergen. 

Langs het meer rijdend komen we door aardige plaatsjes , zoals Stresa, Baveno en Verbania. We zien bloeiende hortensia’s en prachtige, oude villa’s, die deels in gebruik zijn als hotel. Je kunt hier best een tijdje zoet brengen, afwisselend luierend, zwemmend en rond kijkend. 

Hiervandaan rijden we vervolgens in twee dagen naar huis. 

Met de caravan naar Griekenland



Wij, twee zestigers, maken in mei/juni 2010 een langverwachte reis : vijf weken met onze caravan trekken door Griekenland. We trekken over het Griekse vasteland, bezoeken de hoofdstad Athene en verschillende opgravingen op de Peloponnesos. Als voorlopige reisroute houden we de route aan, zoals die ook door georganiseerde caravanreizen wordt gereden en langs verschillende hoogtepunten voert. We voelen ons echter vrij om er onderweg van af te wijken en ergens langer of korter te blijven staan.



We reizen met een Citroen C5 diesel met daarachter een Eijffelland 460.

Onze  route geeft ons 5 volle weken in Griekenland. Voor de heen- en terugreis hebben we ook een week nodig.

Veel informatie vonden we in /www.griekenlandcamperland.nl/

Gearriveerd in de zon




Zondag 23 mei, camping Kalami Beach

Dag 1 t/m 5 

Het kost wat kilometers maar dan ben je ook ergens. Na twee dagen over de Belgische, Luxemburgse, Franse, Duitse, Zwitserse en Italiaanse autowegen, hebben we woensdag en donderdag bij elkaar 1230 kilometer achter de wielen en staan we in donderdagavond in Bologna. Vrijdagmorgen is het dan nog maar een paar uurtjes naar camping dichtbij Fano. We komen terecht in Stacciola op camping Mar Y Sierra, prachtig tegen een berg aangeplakt met uitzicht op een Italiaans plaatsje en inde verte de Adriatische Zee. Het is nog een campingcheque camping ook! Helaas is de camping wel wat onderkomen. We zoeken ’s midddags vast uit hoe de ferryhaven in Ancona er bij ligt, verkennen Ancona zelf wat en rijden langs de kust terug.

De volgende morgen kost het nog moeite van de camping af te komen, want de auto trekt de caravan niet meer tegen de van steenslag voorziene, steile helling op. Gelukkig heeft de campingeigenaar een flinke tractor en die sleept ons en na ons nog een Hollandse caravan naar boven.

Met de veerboot mee

 ’s Middags wachten we urenlang in de rij voor de ferry. Die Italianen/Grieken kunnen nog wat van de tegenwoordige Engelse veerboten leren! Uiteindelijk zijn we (twee uur te laat, dat wel) aan boord na veel chaotische geschreeuw, gewuif en gefluit van verschillende bemanningsleden. Aan dek nog een stukje achteruit (rechts, links, draaien) gedirigeerd en we stonden. Een enorm schip, dat best wel aan een cruise doet denken maar dan chaotisch. Welke ingang naar boven, welke gang naar de receptie? Duidelijk en handig is anders. Uiteindelijk hebben we een prima hut en (na weer lang wachten) in het selfservice restaurant een matig maal. De dag eindigt in de mooie lounge met muziek en dan naar bed.

Aan zee, op camping Kalami Beach

Vanmorgen dus ook weer twee uur te laat aangekomen maar ter plekke snel het schip af. Nu staan we op zeer bloemrijke camping op plekje aan zee. Blauwe zee, groene bergen om de baai rond ons heen en ’s middags een aardig zonnetje. Wie doet ons wat. Morgen gaan we cultuur snuiven.

Oude cultuur en moderne techniek


  Dag 6 maandag 24 mei

Heel oude cultuur vonden we vandaag in het Nekromantion, 20 kilometer ten zuiden van Parga.
Het kleine dorpje Messomotamo probeert een graantje mee te pikken van de toeristen die hier het vlakbij gelegen Orakel van de Doden komen bezoeken.

Toegegeven, je hebt wat fantasie nodig om om je voor te stellen dat men in de 3e en 4e eeuw voor Christus hier de doden om raad kwam vragen. In volslagen duister werden pelgrims hier destijds naar toe gebracht en dachten ze de stemmen van doden te horen. Vlakbij stroomt de Acheron, de dodenrivier, waar Hermes de doden (nadat ze tol hadden betaald) naar de onderwereld bracht. Nu kun je er boottochtjes maken en liggen er simpele vissersbootjes.

Parga

Veel eigentijdser en toeristischer is Parga, een prachtig aan een baai gelegen stadje, dat voornamelijk uit restaurantjes en winkeltjes bestaat. Hier vinden we een hotelterras met WiFi. Blij met deze moderne techniek bestellen we via internet een Tom-Tom kaart van Griekenland. Dit blijkt alleen te kunnen, samen met alle andere landen van Europa, inclusief Rusland en Turkije. Het opladen duurt met de tergend langzame verbinding drie uur! En diverse consumpties op het verder fraai op zee uitkijkend terras. Maar hierna kunnen we dan ook iedere uithoek en camping vinden.

In het Griekse tempo



26 mei

Dag 6

Wij doen deze reis met onze caravan en hanteren daarbij het systeem dat we 3, 4 of 5 dagen op een camping blijven staan en daarvandaan tochtjes in de omgeving maken. Zo hebben we dat ook vanaf onze eerste camping Kalami Beach gedaan.

We begrijpen wel dat Griekenland heel populair is bij camperaars. De bezienswaardigheden en plaatsjes liggen vaak een eindje van elkaar en heb je in een uurtje of een paar uurtjes ook wel bekeken, terwijl er tussenin vooral natuur is en verder niets. Het lokt dan wel om van sightseeing punt naar sightseeing punt te rijden.

West Griekenland

West-Griekenland blijkt heel bergachtig te zijn. Die bergen zijn ook wel begroeid met gras, taaiige onderbegroeiing of bomen maar maken gek genoeg toch vaak een kale of in ieder geval dorre indruk. Alleen pal aan de kust is het groen ook echt groen. Die kustlijn is prachtig: groene bergen, blauwe zee met zo nu en dan een wit bootje. Plaatsjes met huizen met rood/oranje daken en stille baaitjes.

Rustige terrasjes en aardige Grieken

Het is nog opvallend rustig; op de wegen is niet veel verkeer (ook niet op de enige autoweg , trots en glorie van de Grieken). Ook op de terrassen van de talrijke restaurantjes en tavernes is het vaak stil. Voor ons best prettig maar het is voor die arme Grieken wel te hopen dat er van de zomer meer toeristen zijn.
De mensen die er nu zijn, zijn vaak Duitsers en Nederlanders. De Grieken zijn aardig en behulpzaam voor de toeristen, is tot op heden onze ervaring. Men doet zijn best ons in het Engels te woord te staan en soms spreken ze ook wat Duits. Gelukkig staan ook de plaatsnamen in gewoon schrift vermeld, want anders zou het toch wel heel lastig worden.

Orakel van Donona

Gisteren hebben we Donona bezocht. Hier is nog een 2000 jaar oude arena te bekijken, uitgehakt in de berg. Daar vlakbij was ook het orakel van Donona: priesters gaven in de eeuwen voor Christus antwoord op vragen en haalden die antwoorden uit het geruis van de bladeren van een oude eik gecombineerd met de klanken van bronzen ketels. Een nazaat van die eik is op die plek herplant, zodat je tussen de antieke brokstukken een beeld krijgt hoe het ooit geweest moet zijn.

Ook bezochten we Ioanina, een stadje met Oosterse invloeden aan een meer. We moeten het Griekse ritme nog een beetje te pakken krijgen en er rekening mee houden dat na 2.00 uur of half drie alles dicht gaat. Sommige winkels gaan dan om half vijf of half zes wel weer open. Nu waren we juist in de kasba, toen alle rolluiken naar beneden gingen.

Vandaag brengen we door aan het strandje van de camping in Grieks tempo; rustig aan dus, terwijl de zon ons verwarmt. Morgen trekken we verder richting Meteora kloosters, midden op het vaste land van Griekenland.

Verder naar het binnenland



27 t/m 29 mei


Omdat we het aan de kust wel hebben bekeken, trekken we verder het binnenland in. Via de nieuwe autoweg zou dat redelijk snel moeten gaan. Helaas moeten wij bij afslag 6a de autoweg af, omdat men aan de weg aan het werk is. (of althans dat van plan is). Dat betekent flink wat haarspeldbochten nemen. Een stukje verder mogen we de weg weer op maar dat genoegen blijkt van korte duur. Deze keer stuurt tom-tom ons er af, omdat het systeem kennelijk niet zeker is dat er een afslag is richting Meteora-kloosters. Die blijkt er wel degelijk te zijn maar dan hebben wij er al vele kilometers op de oude, zeer bochtige en soms slechte weg op zitten. Het levert wel een spectaculaire tocht door de bergen op, een skigebied, zo blijkt ons. We komen er paarden en koeien tegen. Even wordt het hachelijk, als de weg zo slecht is, dat hij in feite ophoudt. Gelukkig liggen er wat planken en manoeuvreert Job auto en caravan voorzichtig en zorgvuldig het ‘afstapje’ af. Het lukt allemaal zonder schade.

Nog meer dan de vorige camping doet camping Meteora Garden (met fraai uitzocht op de Meteora stenen en kloosters) ons denken aan Franse campings, pakweg 30 jaar geleden. Alleen de hurktoiletten ontbreken. Verder is alles er, maar werkt het met de Franse slag. Geen luxe maar het functioneert, de zon schijnt en de ontvangst is hartelijk. Meer kun je toch niet verwachten.

Meteora Kloosters


We zijn hier om de Meteora-kloosters te bezoeken en dat doen we dus. Het is een bijzonder gezicht: uit het vrij vlakke landschap doemen ineens een aantal loodrecht omhoog gaande rotsen op. Op die rotsen is in de 14e eeuw een aantal kloosters gebouwd. Ze liggen letterlijk op en tegen de rotsen geplakt; in vroeger dagen onneembare vestigingen. De kloosterlingen en al hun benodigdheden moesten met een mand worden opgehesen. Tegenwoordig zijn er trappen. Het bezoeken van de kloosters vergt dus een flinke klim.
We bekijken er drie: het klooster van de Megalo, het klooster van Verlaam en dat van Agios Stefanos.
Je mag steeds maar een paar vertrekken zien, waaronder de kerk. Die zijn van binnen van boven tot onder en rondom beschilderd, er hangen Griekse kruisen en Oosterse lampen. Aan de wanden iconen. Het geheel doet in onze westerse ogen bijna sprookjesachtig aan.

Heilige plaatsen

Voor de Grieken zelf zijn het duidelijk heilige plaatsen, zien we. Behalve toeristen komen ook Grieken met bussen vol. Ze branden kaarsen, slaan kruisen en kussen eerbiedig de iconen. Bijzonder om te zien. De kloosterlingen zelf zien we nauwelijks en op de foto willen ze niet, evenmin als je binnen mag fotograferen.

Zaterdag vertrekken we weer uit deze streek en rijden richting Volos en de Pilion; een rit van ca. 3 uur over goede wegen. Minder aangenaam is de route met caravan dwars door het drukke Volos maar we redden het. Een beter alternatief was de Ringroad geweest en dan richting Platania, maar ja, weet alles maar es vooruit.

We staan nu op camping Sikia bij Kato Gatzea en voldoen daarmee aan alle clichés. We staan in de schaduw van olijf- en citroenbomen, de bedwelmende geur van bloemen in onze neus, zicht op zee en een glas onder handbereik.
Morgen gaan we de streek verkennen.

Over bergen en baaien: de Pilio








29/5 t/m 1/6

Na dagen zinderende zon en een verfrissende regendag geurt camping Sikia ’s avonds nog meer naar allerlei exotische bloemen. We staan 4 nachten op deze goed uitgeruste camping, die met zijn mooie toiletgebouwen, taverne, winkeltje en privé strandjes niet onder doet voor West-Europese campings. Er is zelfs internet en dat voorziet in een behoefte. ‘s Avonds zitten de (vooral Nederlandse) 50- en 60-plussers bij het restaurant achter hun laptops te emailen, internetten en skypen.

Tochtjes over de Pilio

Vanaf de camping maken we tochtjes de Pilio in, het vingervormige schiereiland aan de Oostkant van Griekenland. Het is er bergachtig en groen en de hooggelegen, bochtige wegen staan er garant voor fraaie maar langdurige tochten met eindeloos geslinger. Zo doe je gemakkelijk een uur over 30 kilometer bochten, die uiteindelijk hemelsbreed slechts luttele kilometers van elkaar gelegen punten verbinden. Het levert drie gevulde dagen op: een naar de oostkust, een naar de zuidpunt en een naar Volos en de streek ten noordoosten daarvan.
Kenmerkend voor de streek is niet alleen het vele groen maar ook en vooral de prachtige vergezichten. Na bijna iedere bocht heb je weer een ander uitzicht op één van de vele fraaie baaien of baaitjes met kristalhelder water of zie je een tegen de berg geplakt dorpje met huizen met rood/oranje daken. Zelfs de grote stad Volos levert vanaf de hoogte gezien met al zijn witte huizen een prachtig beeld op.

Treintje van Milies naar Lehonia

Het treintje van Milies naar Lehonia zien we op zondag. Het blijkt alleen in het weekeinde te rijden. We maken de lange stop en het keren van het smalspoorlocomotiefje in Millies mee. Een treinrit meemaken zit er niet in, omdat we dan niet meer terug kunnen. In plaats daarvan rijden we naar de oostkust en bezoeken – bocht in, bocht uit – een paar van de laaggelegen baaitjes en eten een hapje in Ionnis.

Westkant

De volgende dag is de westkant aan de beurt: ook weer kronkelwegen, stille bergdorpjes en schilderachtige kleine kustplaatsjes, waar de weg letterlijk direct langs zee loopt. De weggetjes zijn soms zo smal dat we blij zijn dat we nauwelijks iemand tegen komen. Het groen bestaat hier vooral uit olijfbomen, afgewisseld met bloeiende brem. Dat, gecombineerd met tegen de berg geplakte kleine dorpjes met kerkjes en platanen, geeft een beeld als van de plaatjes. Alleen de ezels ontbreken!
De dorpjes kunnen overigens zo klein niet zijn of ze hebben wel een paar terrassen. Een paar mannen bekijken er vanachter hun koffie belangstellend de enkele toeristen die er zijn. Aan de vriendelijkheid van de uitbaters ligt het niet; overal worden we – vaak in het Engels, soms in het Duits – uiterst vriendelijk welkom geheten. Maar om een boterham te verdienen zijn er toch echt meer klanten nodig, lijkt ons.
Gezien de souvenirwinkeltjes wordt in Makrinitsa en Portaria, ten noordoosten van hoofdplaats Volos, echt op toeristen gerekend. Maar ook hier is het rustig.

Morgen verlaten we deze streek en rijden richting Delfi. We hebben inmiddels uitgevonden dat we de Ringroad rond Volos moeten nemen in plaats van de caravan via de aangegeven weg dwars door het drukke centrum te sturen, zoals we (zenuwslopend) gekomen zijn.

Tip: vanuit het Noorden betekent dit de Ringroad richting Portaria (en later Agria) nemen. Als de weg ophoudt naar rechts en de kustweg weer opzoeken.

Orakelen vanaf Delfi












2 t/m 4 juni    Dag 14 t/m 16 

Delfi

Onze volgende stop van deze reis met de caravan door Griekenland is Delfi. We rijden er vanaf de camping ten zuiden van Volos in zo’n 4 uur naar toe over goede wegen. De route voert ons eerst door vruchtbaar akkerland, waar graan wordt geteeld. Het laatste gedeelte rijden we door en over de bergen. Het gebied is nauwelijks bewoond en ziet er met zijn karig begroeide hellingen onherbergzaam uit.

We vinden een plaatsje op Camping Delfi en krijgen er een adembenemend uitzicht bij. De camping ligt hoog boven de vallei en vooral vanaf de 18 plaatsjes aan de rand kun je genieten van een panorama dat zich 180 graden uitstrekt. We kijken op het onderliggende dorp, de zee van olijfbomen even verderop en op de door bergen omzoomde baai. ’s Morgens ontbijten we in de zon en ‘s avonds krijgen wij op dit ‘balkon’ de laatste zonnestralen en een briesje uit zee. Dit uitzicht, gevoegd bij het lekkere zwembad maken het voor ons een topcamping.

Opgravingen en Museum

Natuurlijk bezoeken we van hieruit de even verderop gelegen opgravingen van Delfi en het bijbehorende museum.
Het antieke Delfi dateert uit zo’n 400 voor Christus en zou je kunnen vergelijken met het Vaticaan van nu; er woonden behalve de priesters geen mensen maar was een belangrijk heiligdom. Het belangrijkste was de tempel van Apollo, waar nog enkele pilaren van staan. Hier werd de pythia (een priesteres) om raad gevraagd. De pythia was in trance en orakelde dan onsamenhangende antwoorden op vragen die men haar stelde. Zoals een hedendaagse horoscoopvoorspelling waren die antwoorden vaak voor meerdere uitleg vatbaar. Een priester ‘vertaalde’ die dan, op een manier die hem goed leek.
En zo trok ooit Kroisos ten strijde nadat hem was voorspeld dat hij bij het voeren van een oorlog tegen de Perzen een groot koninkrijk zou vernietigen. Dat het zijn eigen koninkrijk was had de priester er niet bij verteld!

Museum eerst

Van de tempel mag dan niet veel meer over zijn, het bijna even oude theater ligt er nog mooi bij en ook de renbaan is nog behoorlijk in tact. In het bijbehorende museum zijn verschillende beelden te zien die bij de opgravingen zijn gevonden en ook stukken van het fries van de tempel. Topstuk is de manshoge Wagenmenner in brons. Wij vonden het leuk dat we eerst het museum hebben bekeken. Je kunt je dan beter een voorstelling maken hoe het hele complex er 2500 jaar geleden uit moet hebben gezien.

Een ander tochtje bracht ons bij het klooster van Osios Loukas, zo’n 35 kilometer ten oosten van Delfi. Ook weer een prachtig gelegen en goed onderhouden klooster met fraaie mozaïeken in de kerk. Voor het vakantiegevoel was er verder nog een wandelingetje door Arahova, een dorpje dat in de winter kennelijk een wintersportoord is en zomers ook op toeristen rekent.

Morgen treken we verder richting Korinthie.

Korinthie, Mycene en Athene

Op de Akropolis

 5 t/m 8 juni  Met de caravan in Griekenland

Korinthië, Mycene en Athene

Weer hebben we uitzicht op zee. Op camping Blue Dolphin in Korinthe krijgen we een van de plaatsjes die direct aan het strand zijn gelegen. We staan er weliswaar zij-aan-zij met andere caravans maar wel lekker onder de rietmatten in de schaduw en met direct zicht op en toegang tot het kiezelstrand met gratis ligbedden en parasols. Als bonus is er het zicht op de bergketen aan de overzijde van de Golf van Korinthe.

De rit er naar toe kost ons nog geen vier uur en gaat een groot gedeelte over de snelweg/tolweg. Ook de doortocht door de smalle straatjes van Delfi en Arahova verloopt vlekkeloos; we komen er gelukkig geen grote tegenliggers tegen.

Kanaal door Korinthie

In de middag bezoeken we het kanaal door Korinthe, dat schepen een doorgang biedt van de Korintische naar de Saronische Golf. Het kanaal toont akelig smal: nog geen 25 meter maar ook griezelig diep. Vanaf de bruggen ligt het zo’n 70 tot 80 meter onder je. De eerste spade ging de grond in door keizer Nero maar het project heeft daarna eeuwen stil gelegen en werd pas in 1893 voltooid. Tegenwoordig gebruiken nog maar weinig schepen het kanaal maar een bijzonder gezicht is het het wel.

Opgravingen Mycene en Oud-Korinthie

Zondag is de eerste zondag van de maand en die zondagen is er van overheidswege gratis toegang tot allerlei opgravingen. Leuk voor de toeristen maar ook de Grieken zelf maken er graag en massaal gebruik van. Met bussen vol zien we ze bij de opgravingen in Mycene en Oud-Korinthie, die we vandaag bezoeken. Veel is er niet meer te zien van de oude culturen die hier ooit floreerden. Fundamenten en overgebleven restanten muur en pilaren geven een indruk hoe groot en indrukwekkend die plaatsen destijds geweest moeten zijn. De eeuwen vliegen je om de oren. Korinthe is tussen de 2000 en 2500 jaar oud en Mycene nog zo’n 1000 jaar ouder. De interessante vondsten zijn ondergebracht in musea maar op de vindplaatsen liggen nog genoeg oude brokstukken, waar men wellicht nog eens iets mee van plan is. In de musea gaat het vooral om de vele beelden, waarmee die tempels en gebouwen ooit getooid waren. En dan zijn er natuurlijk nog de potten, schallen en amfora, die er gevonden zijn.

Athene

De meest bekende stenen wachten ons natuurlijk maandag in Athene. We gaan er met de trein naar toe. Over de duidelijk nog niet zo lang gelegen aangelegde spoorlijn een reis van ca. 90 kilometer die een goed uur (10 euro retour) duurt. De metro brengt ons van Athene Centraal in een kwartiertje naar het station Akropolis. Vervolgens loop je naar de ingang via de straten Theorias, Anafiotika of Dionysiou Areopagitou.

Met de toeristenstroom mee lopen we via het oude theater naar boven, de Akropolis op. We bewonderen er (tussen de mensenmassa door) het Pathenon en de kleine Athena-tempel. Hoe toeristisch ook, het blijft een belevenis dit zo overbekende beeld nu met eigen ogen te zien. Het blijft ook moeilijk je voor te stellen dat dergelijke bouwwerken zo’n 2500 jaar geleden gebouwd konden worden.

De Akropolis is een berg en het is dus een behoorlijke klim om er bovenop te komen. Wij zijn er gelukkig niet in de volle zomer, zodat het nog wat minder warm is en de bomen en planten op de Akropolis en in de omgeving in bloei staan.

Een kaartje voor de Akropolis kost 20 euro. Je kunt het niet online kopen, alleen bij de kassa aan de voet van de berg. Een tip is om een vijfdaags kaartje te kopen voor 30 euro; daarmee kun je ook andere beroemde bezienswaardigheden in Athene bezoeken, zoals de Agora en de resten van het Lyceum van Athene.

Meer oudheid vinden we nog in de Agora beneden aan de Akropolis. Hier staat onder andere de met de geld van Rockefeller helemaal opnieuw gebouwde Stoa. Dit laatste is nu een museum en geeft tegelijkertijd natuurlijk een indruk van de grootsheid van weleer.

 Natuurlijk lopen we ook door de Plakawijk en gaan we nog naar de tempel van Zeus. Voor een uitgebreid bezoek aan het Nationaal Archeologisch Museum hebben we eigenlijk geen tijd dus dat laten we schieten. Er zijn overigens zoveel oudheden ook gevonden bij de bouw van de nieuwe metrolijnen, dat die niet allemaal naar musea zijn gebracht maar ook heel gewoon, achteloos bijna, zijn te bekijken op exposities in de metrostations. De oudheden kunnen je dus niet ontgaan. Al met al vinden we Athene wel een drukke stad maar zeker niet zo vies als je altijd hoort. Aan winkelen of het bezoeken van de markt komen we niet eens toe. Misschien iets voor een apart bezoek?

We overwegen nog een tweede dag aan Athene te besteden maar gebruiken dinsdag uiteindelijk als luier- en stranddag op de camping.

Morgen trekken we verder naar Nafplio voor nog meer oude cultuur.

Nog meer zee, strand en cultuur



 9 t/m 12  juni

We willen Nafplio zien en het theater in Epidaurus. Op zich kan dit best vanuit Korinthie maar het betekent wel veel heen en weer rijden.

We rijden daarom met caravan en al richting Nafplio en vinden een plaatsje op camping Kastraki bij Assini, zo’n 12 kilometer van Nafplio. Het is geen lange tocht en rond half 11 staan we weer geïnstalleerd op deze camping. Het is niet druk en ook hier krijgen we een plaatsje direct aan het strand, in de schaduw van de vele bomen die hier staan. Het is een wonderlijke camping, die wat aan vergane glorie doet denken. Het terrein is prachtig, mooi aan zee gelegen en met veel oude bomen. Al dat groen wordt ook gekoesterd. Tegelijkertijd doen de gebouwen weer denken aan de Franse campings van twintig of dertig jaar geleden. Maar ja, als er half juni nog maar zo weinig gasten zijn, komt er natuurlijk ook niet veel geld binnen om verbeteringen van te bekostigen. Arme Grieken.

Oude Grieken

Dat gevoel krijgen we vaker, want ook hier worden we welkom geheten door een letterlijk oude Griek, die een paar woorden gebrekkig Engels spreekt. Op de vorige camping was het een al even bejaard echtpaar, dat – zo te zien – ook niet uit weelde de camping runde. Een derde voorbeeld zien we hier in het nabijgelegen dorp Tolo, waar we voor zaterdag een boottocht naar de eilanden regelen. Het boekingskantoortje wordt ook al weer beheerd door een paar-op-leeftijd, dat met een paar woorden Engels zo hun pensioen aanvult. Althans, daar lijkt het op. Ze vormen een schril contrast met de Grieken (op leeftijd en jonger en alleen mannen overigens) die we de hele dag achter hun Griekse koffie in de taveernes zien zitten.

Nafplio

’s Middags rijden we naar Nafplio, waar we de zich boven de oude stad verheffende citadel bezoeken. Verder slenteren we er langs de haven en door de straatjes van de oude stad. Een gezellige stad met winkeltjes, restaurantjes en met bloemen begroeide huizen. Gezellig.

Theater van Epidaurus

De volgende dag rijden we naar Epidaurus. Hier staat het best bewaard gebleven oude theater van Griekenland. Het is zo’n 2300 jaar oud en nog behoorlijk in tact. Er was ooit plaats voor 14000 toeschouwers, die er naar Grieks drama keken. Zoals bij eerdere opgravingen waar we waren, bekruipt ook hier de verbazing en bewondering je, dat men die 2300 jaar geleden kon bedenken, kon uitrekenen en kon bouwen. De akoestiek is er perfect. Wat beneden in de ronde ‘piste’ wordt gezegd, is letterlijk op de bovenste ring te horen. Hoe mooi gezang er klinkt, horen we van een Duits jongerenkoor dat er toevallig tegelijk met ons is en waarvan eerst leden afzonderlijk en later het hele koor een kleine proeve van hun kunnen geven. Omgekeerd rolt ook het applaus van het handjevol toeschouwers donderend naar beneden!
We rijden terug door de olijfbomen en sinasappelbomen en later door een desolaat berglandschap. Hier wonen niet of nauwelijks mensen.

Eilanden Hydra en Spetses

Bij een bezoek aan Griekenland horen ook de eilanden. We bezoeken er vrijdag twee: Hydra en Spetses via een eendaagse cruise, die vanuit Tolo wordt aangeboden. Als Onassis-imitaties laten we ons op het spierwitte schip (met tapijt op het dek, ja, ja) over de gladde zee langs de bergachtige kust naar de eilanden varen. Vooral Hydra is leuk. Best wel toeristisch maar met aardige restaurantjes en mooie winkels. Tel daarbij een haven vol boten en bootjes en je krijgt een soort Saint-Tropez gevoel. Niet verkeerd voor een middagje. Spetses valt daarna een beetje tegen.

Eigenlijk zouden we zaterdag weer doorreizen maar het is zo warm, dat we er nog een lees- en stranddag op de camping aan vast plakken. Tenslotte is het maar twintig meter lopen vanuit onze caravan naar zee.